Het lijkt erop dat onze liefde voor Black Rebel Motorcycle Club aan het bekoelen is. Al te vaak tijdens het beluisteren van Beat The Devil’s Tattoo duikt het gevoel op het allemaal al eens eerder gehoord te hebben. Ook deze vijfde plaat zal niet voor de algemene erkenning van de band zorgen.
Daar zag het na het verschijnen van Howl vijf jaar geleden nochtans even naar uit. Na een veelbelovend titelloos debuut en een ietwat stuntelige opvolger leek het trio de juiste marsrichting gevonden te hebben. Helaas is de veelbelovende toekomst die voor de groep weggelegd leek geen waarheid geworden. Het nieuwe Beat The Devil’s Tattoo is namelijk in hetzelfde bedje ziek als zijn voorganger Baby 81: beide platen zijn wisselvallig van kwaliteit en missen de bezieling die de band enkele jaren geleden nog kenmerkte.
Voor een artiest kan zoiets dodelijk zijn. Krediet verspeel je doorgaans sneller dan je het kan opbouwen. En afgaand op een middelmatig nummer als “Conscience Killer” blijft er voor BRMC niet veel krediet meer over. De song is symptomatisch voor het probleem van de band: ze valt in herhaling en blijft teren op het trucje van de eerste twee platen: luide, gruizige rock met een sinister ondertoontje. Op het podium kan dat soms nog vonken geven, in een cd-speler in de woonkamer komt zoiets op den duur nogal belachelijk over.
In afwachting van het concert dat de band in mei in de Botanique geeft, willen we dan nog wel even de kat uit de boom kijken, maar de hoeveelheid nummers waarmee we dat doen, zal aan de beperkte kant liggen. Het titel- en openingsnummer is er eentje van en lijkt even vuurwerk te zullen geven: “Beat The Devil’s Tattoo” drijft op een meeslepend ritme en heeft dat magische dat eerder al aanwezig was in “Ain’t No Easy Way”.
Ook het akoestische “Sweet Feeling” is een parel. Ja, BRMC teert met de mondharmonica en meerstemmige zang op de successen van Howl, maar na enkele nummers bagger is zoiets een verademing. Als “The Toll” aan die atmosfeer nog een subtiel orgeltje toevoegt, nomineert het nummer zichzelf tot een track met hoog mixtape-potentieel. Zeker wanneer plots nieuwe drumster Leah Shapiro (ex-Raveonettes) als troef wordt uitgespeeld en heerlijke backings verzorgt.
Drie indrukwekkende nummers: niet meteen een geweldige score voor een full-cd. Goed, de rest is beluisterbaar en bij momenten horen we zelfs een zeer degelijke BRMC. Maar of dat volstaat om je als band te laten gelden? De dag dat zelfs hardnekkige fans gaan besluiten dat het goed geweest is, is dankzij deze plaat weer wat dichterbij gekomen. Hopelijk bewijst BRMC op Les Nuits dat we het bij het verkeerde eind hebben, maar voorlopig zijn we niet geneigd Beat The Devil’s Tattoo met veel enthousiasme op te leggen.