
Naar een nieuwe release van Eluvium (pseudoniem voor Matthew
Cooper) kan altijd met veel interesse uitgekeken worden. De
Amerikaan bracht in 2003 zijn eerste album (‘Lambent Material’) uit
bij het label Temporary Residence, en durfde doorheen de jaren wel
eens van stijl te veranderen. Waar ‘An Accidental Memory In Case of
Death’ enkel door pianomuziek werd ingevuld, koos hij voor de
opvolger ‘Talk
Amongst Trees‘ voor een sfeereffect dat dicht bij ambient
aanleunde.
In 2008 gebeurde een soortgelijke twist, door de uitgave van
‘Miniatures’, een album dat onder zijn eigen naam verscheen. Het
album was naar eigen zeggen iets wat Eluvium nooit zou uitgeven, en
een artistieke breuk met zijn eerdere werk. Ondertussen zijn we aan
een zoveelste stap in de carrière van Cooper aangekomen: 2010 staat
in het teken van ‘Similes’, waarin ditmaal de ambient
soundscapes van weleer met minimalistische zangteksten
gecombineerd worden. Een aardige synergie, maar niet altijd met een
even grote overtuiging.
Nochtans start het alleraardigst met ‘Leaves Eclipse the Light’,
waarin een vorm van systematisch geritsel zich met zachte
ambientklanken als een aurora doorheen de hemel verspreidt. Cooper
zingt met ingetogen en charismatische stem, waarbij de woorden toch
een zekere onderschikte rol hebben ten aanzien van het melodische
compartiment. Keeping the mind at ease is duidelijk de boodschap
bij ‘Similes’; muziek om ’s avonds laat op een dekentje met je
geliefde naar de sterrenhemel te staren.
De ritmische tinten van ‘The Motion Makes Me Last’ zijn iets
distinctiever, al treedt de verstillende zang hier ook niet echt
nadrukkelijk op de voorgrond. De muziek leunt bij momenten dicht
aan bij postrock, Jon Hopkins en zelfs
de oudere pianoriedels van Coldplay. Cooper is
nooit al te maniëristisch in het beroeren van zijn pianotoetsen,
maar schetst eerder verschillende sfeermomenten in een
impressionistische stijl. Toch krijg je soms de indruk dat het niet
altijd even vloeiend wordt gespeeld. Zo klinkt ‘In Culmination’
soms wat stug, en ook bij ‘Weird Creatures’ heb je het gevoel dat
de muziek te statig en breedgeschouderd is.
In tegenstelling tot wat velen misschien denken, wordt goede
ambient ook gekenmerkt door een gemoedelijke stuwkracht die een
welbepaalde richting aan de muziek geeft. Cooper lijkt dat op
sommige momenten vergeten te zijn, waardoor het geheel soms gewoon
verzandt in een samenkomst van diep galmende klanken. ‘Nightmare 5’
is een tocht in het diepst van de oceaan, maar kan door zijn korte
duur niet echt een coherent thema ontplooien.
‘Make Up Minds’ springt uit het pak door zijn aangepast ritmisch
accent: de ternaire maat brengt een constante en intrigerende
vaarkoers in de muziek. Ook hier wordt men even geconfronteerd met
het onevenwichtig samenvallen van piano en ritme, maar de zang van
Cooper toont zich wederom als harmonische factor. ‘Make Up Minds’
is op meerdere vlakken gedurfder qua keuzes door zijn plotse
overgangen, en eindigt in schoonheid met een boeiende rivierstroom
van muziekflarden. Het slotnummer ‘Cease to Know’ weet eveneens te
bekoren door de zachte kadans van de bas en de Oosterse melodische
uitgesponnenheid. Een intrigerende klankenbrouwerij, al blijft het
‘wauw’-effect toch wel uit.
‘Similes’ is een album zonder fundamentele zwaktes of grote
gebreken, maar toch heb je nooit het gevoel naar ’s mans beste werk
te luisteren. Bij momenten is het een klein beetje onzorgvuldig in
de uitvoering en daarbovenop wordt er iets te veel binnen de
lijntjes gekleurd. Het is niet makkelijk om binnen het ambientgenre
iets nieuws en inventief te brengen dat mensen kan wegblazen.
Eluvium heeft een behoorlijke poging ondernomen, maar kan de
verwachtingen niet inlossen.