Een druilerige maandagavond in februari, dan wil een mens al wel eens een bar binnenduiken. De band die achteraan country staat te spelen, is alleen maar mooi meegenomen. Op het eind van de avond hangen ook de muzikanten mee aan de toog. Niemand wil de strompeltocht naar huis als eerste aanzetten.
Geen bar die bewuste maandagavond in februari, maar wel de club van de Arenbergschouwburg. Een klein groepje mensen heeft zich een weg door de regen geploeterd voor Richmond Fontaine. De mannen appreciëren de moeite — “zeker op een maandagavond” — en hebben er zin in. De sfeer is ontspannen, we zouden zelfs durven zeggen gezellig. Als wij niet naar het café gaan, brengen zij het café wel naar ons. Er worden pinten gedronken en grappen gemaakt. En zelfs de plaatselijke dronkaard die net iets te vaak dezelfde opmerking naar de band slingert en op wiens verzoeknummers niet wordt ingegaan, is aanwezig.
Op podium een tot de essentie herleidde Richmond Fontaine: zanger-gitarist Willy Vlautin, tweede gitarist Dan Eccles, bassist Dave Harding en drummer Sean Oldham. Deze klassieke rockopstelling geeft de countrynummers een sterker rechttoe rechtaan-gehalte dan we van Richmond Fontaine gewend zijn. Overbodige franjes worden weggelaten, er wordt een strakke set gespeeld van vooral korte en krachtige nummers. Ondanks de kleine tussenpauzes waarin met elkaar en met het publiek wordt gedold, fietsen de vier muzikanten er aan een stevig tempo doorheen.
Rustig genieten is er voor het publiek niet bij vanavond. Nochtans is dit concert in de eerste plaats promotie voor het vorig jaar verschenen album We Used To Think The Freeway Sounded Like A River, waarop Richmond Fontaine zich van zijn meer poëtische kant laat zien. Vanavond worden echter vooral de stevigere nummers van het album gespeeld. Zo begint de set na een instrumentaal inspeelnummer met “The Boyfriends” dat al rockend de toon zet voor de rest van het concert.
Ook al vult Richmond Fontaine de avond in met een frisse, krachtige aanpak, toch laat de afwezigheid van Paul Brainard zich voelen. Brainard is geen noodzakelijk kernlid van de band, maar op de albums geeft zijn trompet toch vaak net dat tikkeltje meer aan de nummers en zorgt zo voor een veelzijdigheid die nu iets minder uit de verf komt. Nu wordt er gekozen om vooral lekker te rocken, slechts hier en daar wordt dit onderbroken door een trager nummer als “Two Alone” — meteen ook een van de weinige echte hoogtepunten van de avond.
De veelzijdigheid van Richmond Fontaine komt eigenlijk pas echt tot uiting tijdens de bisnummers. Deze worden aangezet door Vlautin solo, zichzelf begeleidend op akoestische gitaar. Daarna komt de band terug op om er weer stevig in te vliegen met een instrumentale versie van “Live In A Van”, om te eindigen met een geweldig overtuigend “Western Skyline”. De bisnummers maken de avond compleet.
Songwriter Willy Vlautin, om wie Richmond Fontaine voornamelijk draait, is een geboren verhalenverteller — niet toevallig kwam onlangs zijn derde roman Lean On Pete uit. Elk nummer van Richmond Fontaine is een verhaal op zich, dat het publiek moeiteloos meevoert naar de Amerikaanse Midwest en daar aangekomen voorstelt aan de meest uiteenlopende, maar zeer vertrouwd aandoende personages. De sfeer van de nummers met daarbij opgeteld het plezier van de band, zorgt voor een erg warm concert. Richmond Fontaine laat zich iets meer van zijn rockzijde zien. Hierdoor komt het creatieve talent van de groep iets minder uit de verf, maar het speelplezier des te meer. Voor een maandagavond is dat ruim voldoende.