Joost Zweegers (Novastar) deed het, Jan De Campenaere (Venus in Flames) deed het, Tom Van Laere (Admiral Freebee) doet het: zichzelf in vraag stellen, back to basics gaan en vervolgens zijn beste plaat maken.
Nee, echt wild waren we niet van de opvolgers van dat fantastische debuut. Wie Freebee een warm hart toedraagt en onze recensies van diens vorige platen leest (niet doen!), zal ons waarschijnlijk dan ook al snel een bende hooghartige, betweterige zeikerds vinden. Wel, dat zijn we niet, want — even ons brilletje recht op de neus zetten — we hadden gelijk! Met Freebees vierde plaat is het er immers eindelijk weer boenk op: The Honey And The Knife, een titel die uitstekend de lading dekt trouwens, degradeert de twee vorige platen helemaal tot vingeroefeningen.
Dat is dan ook geen toeval. Van Laere testte niet alleen zijn nieuwe materiaal uit in cafés — iets wat hem naar eigen zeggen scherp hield — maar zocht vooral Jo Francken terug op (de producer van zijn eerste plaat) en kroop ermee in diens huisstudio. Dit in tegenstelling tot zijn vorige platen die opgenomen zijn in Amerika met muzikanten van Morrissey, Nine Inch Nails én met Emmylou Harris. Moraal van het verhaal: It’s all about the songs, stupid. En wie een song als “The Art Of Walking Away” onder zijn arm heeft, moet het niet te ver gaan zoeken.
Van Laeres retraite van de afgelopen paar jaren levert immers een collectie fantastische, nu eens opwindende, dan weer ontroerende nummers op die zijn werk van de laatste vijf jaar overtroeft. Opener “Blues From A Hypochondriac” legt de lat al bijna even hoog als de bom die “Get Out Of Town” was, zonder overdrijven een van de beste openingssongs van het vorige decennium. Van Laeres typische ongein werkt — in tegenstelling tot het zatte nonkel-gehalte van pakweg “I Much Rather Go Out With The Boys” op voorganger Wild Dreams Of New Beginnings — deze keer wél in het op een sexy beat voortjakkerende en geheide single “My Hippie Ain’t Hip”, en ook het The Rolling Stones tong draaiende “Always On The Run” overstijgt de pastiche.
Bovendien werkt de plaat toe naar een rauw-melancholische climax die z’n pijlen op het middenrif richt. “The Art Of Walking Away” is misschien wel de beste, meest complete Admiral Freebee-song tot op heden, die bovendien nazindert in “Hymns For Demons”, waarin zich donkere wolken boven een notenbalkje troost samenpakken, tot “Home” de storm weer prachtig doet gaan liggen. Het lijkt alsof Admiral Freebee het afgelopen decennium naar deze tien minuten heeft toegewerkt. Het is niets minder dan zijn nieuwe lat.
Want dat is The Honey And The Knife: een plaat die je slingert van rust naar onrust, van waanzin naar onzin, van beroering naar ontroering — mogen we in deze context ook “Under My Secret Skin” en “Look At What Love Has Done” eervol vermelden, twee juweeltjes zo compleet als Van Laere ze nog niet had geschreven. Ondanks dat alles vormt The Honey And The Knife een uit verschillende sferen opgetrokken geheel, waaruit de dampen van verschillende invloeden wederom duidelijk te ruiken zijn — u kent het rijtje voorbeelden wel uit interviews en recensies — maar nooit eerder kon Van Laere zich zo van die voorbeelden losrukken.
Met The Honey And The Knife heeft Tom Van Laere eigenlijk de perfecte plaat gemaakt: de spirit van een uitstekend debuut terugvinden, maar met de blik vooruit. Geen herhalingsoefening dus, maar de lat hoger leggen voor de toekomst. Zo lijkt de titel van voorganger Wild Dreams Of New Beginnings zowaar profetisch te zijn. Admiral Freebee heeft een tweede uitstekende debuutplaat uit.