Wie aan vingervlugge akoestische gitaarwonderen denkt, komt steevast bij hetzelfde rijtje namen uit waarbij, naast de oude meesters Robbie Basho en John Fahey, ook de opvolgers Glenn Jones en de veel te vroeg gestorven Jack Rose (16 februari 1971 – 5 december 2009) als noblesse oblige opduiken. Van Rose verschijnt op Thrill Jockey eind februari postuum zijn elfde album, voor Jones is dit zijn derde.
Na jarenlang bij Cul de Sac gespeeld te hebben (en met die band ook een album met John Fahey opgenomen te hebben) debuteerde Jones in 2004 met This Is The Wind That Blows It Out, waarop hij zijn kunnen op de akoestische gitaar naar voor bracht. Drie jaar later volgde Against Which The Sea Continually Beats, een album dat volledig in de lijn van het debuut lag maar waarop Jones ook al meer een eigen stem gevonden had en zich niet louter als een begaafde leerling van Basho/Fahey/… toonde. Met Barbecue Bob In Fishtown gaat hij op eenzelfde elan verder en incorporeert hij zowaar ook de banjo.
Toch blijft Jones in de eerste plaats een gitarist zoals hij in “A Lark In Earnest” bewijst, want hoewel hij op het nummer met de banjo aan de slag gaat, valt duidelijk te horen hoezeer hij het instrument als een gitaar benadert. Ook in de andere banjosong “Keep It A Hundred Years”, klinkt de banjo als een substituut voor de gitaar. Bij deze aanpak liet Jones zich naar eigen zeggen inspireren door Paul Metzger en in mindere mate door George Stavis en Billy Faier, al is het jammer dat hij zichzelf geen klassieke banjostijl aangeleerd heeft. Want ook al vertoont het instrument opvallende gelijkenissen met de gitaar, de speelstijl blijft heel anders.
De nummers steken dan ook af tegen onder meer het titelnummer (een hommage aan blueszanger Barbecue Bob) waar Jones laat horen waartoe hij in staat is met een instrument dat hij uitmuntend beheerst zoals de twelve string. Ook bij het gros van de andere songs kiest Jones voor twaalfsnarige gitaren zoals “For Wendy, In Her Girlish Years” en “A Geranium For Mano-A-Mano”, waarbij hij driemaal voor een heel ander geluid weet te kiezen. Klinkt “Barbecue Bob In Fishtown” nog vrolijk en veelkleurig, dan is “For Wendy, In Her Girlish Years” veel ingetogener van aanpak en heeft “A Geranium For Mano-A-Mano” een slependere melodie gekregen.
Natuurlijk blijven de songs in de eerste plaats gitaar-aficionado’s aanspreken en zal het gros van de luisteraars niet eens horen dat Jones op “1337 Shattuck Avenue” (een ode aan Robbie Basho) met een andere gitaar speelt en dat dit mee het warmere geluid van de weemoedige song bepaalt. “Redwood Ramble Misremembered” is dan weer een cover van Basho die er geen is, Jones inspireerde zich op “Redwoood Ramble” maar verkoos het nummer op herinnering en ingeving te spelen waardoor het net zo goed zijn nummer werd als dit van Basho.
De liner-notes die niet alleen een kort verhaal vertellen bij de songs maar ook (en vooral) de vermelding bij elk nummer welke gitaar gebruikt werd alsook de stemming, doen vermoeden dat Jones een album voor gitaristen (in spe) geschreven heeft. Maar ook zal de technische rijkdom van zijn gitaarspel niet-muzikanten grotendeels onberoerd laten, het betekent niet dat Barbecue Bob In Fishtown geen plaat voor hen zou kunnen zijn. Want al staan er dan geen simpele popsongs op de plaat, voor Jones blijft bovenal het gevoel primeren of zoals hijzelf instemmend Robbie Basho aanhaalt: “Soul first – technique later”.