Een moderne hervertelling van een verhaal uit de bijbel dat zich
afspeelt in een orthodoxe joodse gemeenschap: het is waar, echt
sexy klinkt dat niet. De Coen brothers zouden de Coen brothers
echter niet zijn als ze uit dit vertrekpunt geen pijnlijk geestige
en vervaarlijk swingende familiekroniek zouden kunnen puren. De
heren stellen met ‘A Serious Man’ dan ook – alle dybbuks
en gets nog aan toe – geen seconde teleur. Trouwe kijkers
worden opgezadeld met een gezonde dosis gepatenteerde
weirdness, terwijl de toevallige, beduusde voorbijgangers
ongetwijfeld verward zullen achterblijven. (U hoort het die mensen
ongetwijfeld al zeggen: “Ja, het was wel… speciaal, hé?”) Joel en
Ethan laten immers al hun persoonlijke demonen los en kanaliseren
herinneringen aan hun eigen jeugd in een tragikomische en vooral
hoogst coeneske interpretatie van het boek Job. ‘A Serious
Man’ houdt het midden tussen een existentiële parabel en een
onderkoelde farce, maar mikt ondertussen ook ongegeneerd op het
hart. Het resultaat is één uur en drie kwartier pure cinefiele
bliss.
‘A Serious Man’ is bevreemdend, bezwerend en uiterst moeilijk te
doorgronden, maar voor het eerst in een komedie van de Coens komt
van achter haar ironische masker ook melancholie, tristesse en
weltschmerz binnensijpelen – een gevoel van onderdrukt onbehagen
dat u wellicht ook voelde aan het slot van ‘Fargo‘ en ‘No Country For Old Men‘.
Aan het verhaal op zich zal het echter niet gelegen hebben. De
synopsis laat zich lezen als de joodsorthodoxe versie van ‘Burn After Reading‘,
waarin één loser (in plaats van een hele cast aan losers) alle shit
van de wereld op zijn schouders gedropt krijgt in een film die bol
staat van de gortdroge galgenhumor en zelfspot. Ook op dat niveau
werkt ‘A Serious Man’ – de film is duivels grappig – maar er is
meer aan de hand.
Michael Stuhlbarg is Larry, een doodbrave huisvader die de kost
verdient als wiskundeprofessor. Het leven gaat zijn gewone gangetje
en Larry is zich van geen kwaad bewust, tot zijn vrouw opeens van
hem wil scheiden en hij noodgedwongen naar een motel moet verkassen
omdat haar nieuwe liefde, Sy Ableman (Fred Melamed), bij hen komt
intrekken. Intussen leeft zijn broer (Richard Kind) al maandenlang
op zijn kap, steelt zijn dochter (Jessica McManus) geld uit zijn
portefeuille om te sparen voor een nose job en spendeert
zoonlief Danny (een geweldige Aaron Wolff) zijn tijd liever aan het
experimenteren met marihuana dan aan het bestuderen van de Thora.
Alsof dat nog niet genoeg is, worden zijn hormonen op de proef
gesteld door een naakt zonnebadende buurvrouw, komt zijn vaste
benoeming in het gedrang wanneer kwade brieven de directie bereiken
en kunnen zelfs de drie rabbi’s waarbij Larry ten rade gaat over
zijn problemen geen enkel zinnig antwoord bieden.
Hoe moeilijk het is om een analyse te maken van ‘A Serious Man’,
zo makkelijk is het om op een puur zintuiglijk niveau te genieten
van de geweldige cinema die de Coens op het scherm toveren. De
geweldige Roger Deakins – de cinematograaf van zowat alle
Coen-films – bewijst nog maar eens wat voor een klasbak hij wel
niet is en excelleert net als de broertjes zelf in de kunst van het
understatement. Net zoals pathos te allen tijden netjes vermeden
wordt (het zijn de Coens hé, remember?), kiest ook Deakins
zelden voor nadrukkelijke beelden of weelderige composities. Het
kleurgebruik is subtiel – een mix van bruine, grijze en
pastelkleurige tinten – en het camerawerk meestal sober en zuinig,
maar toch blijven de beelden plakken. Voorbeelden om steil van
achterover te slaan zijn de beginpassage waarin de camera zich op
de tonen van Jefferson Airplane een weg door Danny’s gehoorgang (!)
baant (goed voor een eerste kippenvelmoment) en de bar
mitzvah-scène, waar de randjes van het scherm vaag worden,
verkleuren, en lichtjes naar buiten bollen; een poëtisch effect dat
Deakins ook al toepaste tijdens het draaien van het – ik zal het
nog maar eens zeggen – grandioze ‘The Assassination of Jesse
James’.
Verder is de aandacht voor details vaak even adembenemend als de
oplichtende plantjes van Pandora. De koddige, maar o zo saaie
pastelhuisjes uit de voorstad roepen weemoedige herinneringen op
aan ‘Edward Scissorhands’, het eindshot is een briljant, welhaast
onvergetelijk slotmoment – zij het een dat u met nog meer vragen
achterlaat dan dat van ‘No Country For Old Men‘
– en zelfs het geluid valt op door z’n kwaliteit. Carter
Burwell verzorgt net als bij datzelfde ‘No Country For Old Men‘
de muziek en ook wanneer er helemaal geen nummers te horen zijn op
de klankband houden subtiele geluidjes, krakende stoelen, tikkende
klokken, maakt niet uit wat, je op het puntje van je stoel. ‘A
Serious Man’ bezit een enorme geladenheid en hoewel er in geen
mijlen een spanningsboog te bespeuren valt, bekijkt de prent zich
toch als een ijzersterke thriller, die je maag voortdurend in een
driedubbele houdgreep houdt.
Het is altijd al moeilijk geweest om de cinema van de Coens te
begrijpen. Mensen die hen een zeker nihilisme verwijten, hebben
ergens wel een punt. Hun personages zijn vaak (zoniet altijd)
losers die als moderne Don Quichotes tegen een of andere
onzichtbare vijand (de wereld?) vechten, zonder dat er op het eind
ook maar iets veranderd is. Maar het gevecht van Larry is een
persoonlijk gevecht dat draait om het bewaren van zijn eigen
waardigheid, zijn principes en zijn eenvoudige, goedhartige ziel.
Da’s gelukkig een gevecht dat hij, ondanks al zijn enorme
tegenslagen, glansrijk wint, en dat maakt hem des te aandoenlijker,
des te sympathieker en – helaas – des te meer tragisch. Stuhlbarg
is – net als de rest van de cast – indrukwekkend. Hij maakt van
Larry een figuur die we kunnen geloven, die zijn machteloosheid met
toenemende overgave accepteert, maar die in dat proces – hoeveel
miserie hij ook te verwerken krijgt – nooit zielig
wordt.
Voor de snelle scrollers: ‘A Serious Man’ is een van de
allerbeste films uit de steeds indrukwekkender wordende Coen
brothers-catalogus. Joel en Ethan weigeren nog steeds halsstarrig
duidelijkheid te scheppen en nemen er genoegen mee om de kijker te
verdwazen, in plaats van ‘m uit zijn stoel te schoppen, maar de
emotionele impact van deze prent is er eentje met terugwerkende
kracht. Een paar dagen nadat je ‘A Serious Man’ hebt gezien,
blijven bepaalde details nog steeds hangen – de anekdote van een
rabbi, de mysterieuze proloog, of een lichtjes hartverscheurend
telefoontje op het eind van de film – en word je terug even stil.
‘A Serious Man’ is het grappigste drama dat u dit jaar zal zien, en
ook de treurigste komedie. Wie zin heeft in een vleug melancholie,
een shot kurkdroge humor of simpelweg een bijna louterende
cinema-ervaring, weet nu waarheen hij moet. We all
“need somebody to love“, nietwaar? Wel, Larry: wij houden
van u. ‘A Serious Man’ is een klein, maar prachtig meesterwerk van
een film.