Het blijft toch altijd een beetje met klamme handjes afwachten wanneer een band na x aantal jaar opnieuw besluit op te treden en er dan meteen maar een nieuw album achteraan gooit. Want waar het eerste nog op een golf van nostalgie en oude glorie drijft, maakt een nieuwe plaat meteen duidelijk of de groep “het” nog heeft, dan wel schaamteloos zijn pensioenkas spijzen wil.
De glorieuze terugkeer van Anti-Pop Consortium in 2007, vijf jaar na zijn Warp-debuut Arrhythmia, beperkte zich tot intensief toeren en talloze optredens zonder ook maar een enkele belofte van een nieuwe plaat. De band erkende wel dat een vierde album mogelijk was, maar bleef verder vooral op de vlakte. Naar eigen zeggen dienden de leden elkaar opnieuw beter te leren kennen vooraleer ze met materiaal naar buiten zouden komen, waardoor de druk nog net dat beetje hoger werd.
Fluorescent Black is aldus niet louter de vierde Anti-Pop Consortiumplaat geworden, maar ook het antwoord op de vraag of de band er goed aan gedaan heeft om na al die tijd uit de schaduw te treden. Opener “Lay Me Down” lijkt luidkeels nee te antwoorden: een gruwelijke heavy metalpastiche barst open tot na een halve minuut de mc’s het overnemen en een lome baslijn de teringherrie vervangt. High Priest mag als eerste de honneurs waarnemen alvorens Beans en M. Sayyid hun duit in het zakje doen.
De valse start mag als een duidelijke knipoog gelezen worden door een groep die maar al te zeer beseft dat zijn nieuw album met argusogen en –oren beluisterd zal worden. Dat het nummer na de intro meteen de draad en het geluid van Arrhythmia oppikt, is alvast een positief teken, want ook zeven jaar na haar release blijft die plaat buiten tijd en ruimte staan. Anti-Pop Consortium heeft nooit kleur bekend of zichzelf binnen een (hiphop-)stroming geplaatst. De mix van kille electro (Suicide en Kraftwerk) en pure hiphop (old en new skool) zorgde voor een herkenbaar maar ook niet-tijdsgebonden geluid.
Een update van het geluid was met andere woorden nodig noch gewenst. De unieke klankkleur van de band gekoppeld aan de metafoorrijke teksten weet nog evenzeer te begeesteren, wat het op uitbarsten staande “Volcano” duidelijk maakt. De mix van electro en funk (nooit hoorbaar maar onmiskenbaar aanwezig) is typerend voor de band, wat een song als het stotterende “Apparently”verder onderschrijft. Ook een futuristisch jaren tachtiggeluid maakt deel uit van het idioom van Anti-Pop Consortium, getuige het kille “The Solution” of het aan horrorsoundtracks refererende “Shine” (een primus inter pares op het album).
Een absoluut hoogtepunt van de plaat, naast “Shine”, is zonder twijfel “Timpani”, waarop de band voor rollende en donderende pauken kiest als ondersteunend percussie-instrument. De aparte keuze is typerend voor de band die het in “Ping Pong” aandurfde om het geluid van een stuiterende pingpongbal als startpunt te nemen voor een indrukwekkende hiphoptrack. Maar zelfs zonder deze opvallende experimenten (zie ook “Born Electric”) laat de groep andere bands mijlenver achter zich.
Op de zeventien nummers tellende plaat valt er niet een mindere song te horen, laat staan dat de verzuchting dat het oudere werk toch beter was, opgeld zou kunnen doen. Negen jaar liggen er tussen Arrhytmia en deze plaat, negen jaar waarin de bandleden niet alleen solo in het spotlicht traden (met Beans als meest succesvolle van de drie) maar ook de mogelijkheid hadden om een waardige opvolger voor hun “doorbraakalbum” te schrijven. Fluorescent Black is niet alleen die opvolger, maar ook het auditieve bewijs dat Anti-Pop Consortium na meer dan tien jaar nog steeds een van de meest vooruitstrevende en unieke hiphopbands is.