AB, Brussel, 30 januari 2010
Er zijn weinig (radio)formats die zo goed werken als datgene dat de
laatste twee weekuren mag afsluiten op Studio Brussel. Recent
onderzoek toonde aan dat geen enkel ander radioprogramma in
Vlaanderen zo’n hoge tevredenheidscijfers scoort als Duyster. Als
dat geen pluim op de hoed van Eppo en Ayco is. Niemand die het dan
ook verbaasde dat de AB in maximumcapaciteit volliep voor het
mini-festivalletje waarmee Duyster zijn tiende verjaardag
vierde.
Liefst zes bands hadden de eer mee te feesten, op een party die al
om 17 uur begon. Iets te vroeg voor ons schema, waardoor we
Brown Bird moesten skippen en onze avond inzetten
met de grootste Belgische indiesensatie van het laatste half jaar:
Isbells. Het was de eerste keer dat we het viertal
rond Gaëtan Vandewoude live aan het werk zagen, maar twijfel was
nergens nodig want toen de band ‘B.B. Chevelle’ inzette, viel alles
eensklaps mooi op zijn plaats. Heel mooi zelfs want het werd direct
een van de hoogtepunten dankzij een heerlijke samenzang en
sfeerschepping. ‘Without A Doubt’ kreeg een “Italiaans tintje”, wat
voor ons niet echt had gehoefd. Ook ‘As Long As It Takes’ bracht
Isbells in een licht alternatieve versie en beslist een goede.
‘Reunite’ werd zelfs twee keer gebracht, met een leuke,
interactieve versie in de bisronde. Toch was het ‘Time’s Ticking’
dat met zijn eenvoud en falsetstemmen voor het hoogtepunt van de
set zorgde. Jep, ook live zit Isbells bijzonder snor.
Met Lou Barlow stond zelfs een bescheiden legende
op de affiche, al is zijn werk met pakweg Sebadoh, The Folk
Implosion of Dinosaur Jr. wellicht bekender dan zijn soloproject.
Barlow, krullen voor de ogen, begon er alleen aan met Sebadoh-song
‘Skull’ en bracht ons solo drie heerlijke folksongs, waaronder ook
‘Too Pure’, die schitterenden in al hun soberheid. Het ging er soms
wat steviger aan toe wanneer zijn begeleidingsband The Missing Men
zich bij Barlow had gevoegd, iets wat niet door iedere Duyster-fan
in onze omgeving in dank werd afgenomen. Onterecht want Barlow liet
niet merken dat het zijn eerste halte van de Europese tournee was
en maakte indruk met songs als ‘Gravitate’ en ‘Don’t
Apologize’.
Omdat we hadden gehoopt Fanfarlo in de Club te
kunnen meepikken, hadden we naar Ayco’s raad geluisterd en waren we
wat vroeger uit de grote zaal vertrokken om aan de trap naar
Fanfarlo een kleine volksmassa aan te treffen. Verder dan vier
meter zijn we niet geraakt dus hebben we enkel van horen zeggen dat
we dit beter niet hadden gemist. Gelukkig kon iedereen beneden wel
binnen, want The Low Anthem bracht een hemelse set
die we niet snel zullen vergeten. Die was heel wat ingetogener (en
ook wel wat beter) dan enkele maanden geleden op Crossing Border,
alsof de Amerikanen aan het thema van de avond hadden gedacht.
Naast een greep songs uit ‘Oh My God, Charlie Darwin’ bracht The
Low Anthem ook verschillende traditionals, waaronder een
fantastisch mooie versie van ‘Sally, Where’d You Get Your Liquor
From?’. Ben Knox Miller hield het hoogtepunt aan door zijn kopstem
te testen op ‘Charlie Darwin’, waarin de band nogmaals de kracht
van samenzang onderstreepte.
Toen het ernaar uitzag dat The Low Anthem hun bluesrocksongs in de
kast zouden laten, werd de contrabas ingeruild voor basgitaar en
brachten ze er toch twee. Jocie Adams kreeg haar gesmaakt
solo-zangmoment in ‘Home I’ll Never Be’ en ook ‘The Horizon Is a
Beltway’ bracht de AB aan het bewegen, net als de basdrum die aan
de druk tenonder ging. Niet getreurd want de band had in de
bisronde nog twee ballads op het programma: een geweldig ‘Cage this
Songbird’ en een al even overweldigend ‘This God Damn House’, mét
originele gsm-interactie. Kwestie van deze Duyster-viering
bijzonder gepast af te sluiten (als we even vergeten dat we niet
meer bij De Portables binnen konden).
Topavond!
Meer afbeeldingen TLA – Lou Barlow – Isbells