‘Lost’ knettert nog steeds. Het vijfde seizoen van mijn favoriete entertainmentreeks schopt als vanouds behoorlijk keet en raast na enkele aarzelende openingsafleveringen weer aan een heerlijk sneltreintempo voorbij. Voor de zoveelste keer stellen de makers – J.J. Abrams heeft er allang niets meer mee te maken; Damon Lindelof en Carlton Cuse runnen dit beestje – het geduld van hun kijkers behoorlijk op de proef, maar de personages stáán er, de scenario’s zitten onvoorstelbaar straf in elkaar en alle restjes vet zijn er naderhand helemaal afgetraind; dit seizoen levert all killer and no filler. De flash forwards en flashbacks van de vorige reeksen werden daarenboven achterwege gelaten en vervangen door een – Joost mag weten hoe ze het voor elkaar krijgen – nog meer verwarrende en ingewikkelde structuur.
In de finale van seizoen vier zagen we het eiland immers verdwijnen in het niets. De clou is echter dat het eiland niet zozeer verdwenen is in de ruimte, als wel in de tijd. Oho! Het bioritme van onze favoriete jungle is in het vijfde seizoen helemaal het noorden kwijt en de achterblijvers (Sawyer, Juliet, Faraday, Miles en Charlotte) ondervinden al snel de hinderlijke, misschien zelfs dodelijke gevolgen van hun buitenproportionele jetlags. De Ocean Six (Jack, Kate, Hurley, Aaron, Sayid en Sun) hebben ondertussen drie jaar lang in de gewone wereld vertoefd, maar kunnen het verleden niet achter zich laten. Was het misschien een vergissing om te vertrekken? Een terugkeer naar het eiland lijkt voor sommigen onmogelijk en voor anderen onvermijdelijk, terwijl Locke’s lotsbestemming steeds mysterieuzer wordt en de machtsstrijd tussen Ben en Whitmore onverbiddelijk verder woedt.
De eerste afleveringen zijn nogal desoriënterend. Op het eiland verschijnen af en toe verblindende lichtflitsen, vergezeld van een vervaarlijk piepend geluid dat op een – toegegeven – nogal kige manier een tijdssprong moet aangeven. Faraday heeft in die afleveringen veel dialoog, aangezien hij de Einstein van het gezelschap is en zodoende zijn theorieën voor de andere overlevenden (en de kijkers) uit de doeken moet doen. Even is het nogal ongemakkelijk vertoeven in dit lichtjes aangepaste ‘Lost’-universum, maar gelukkig worden we ondertussen wel om de haverklap getrakteerd op absolute kleppers van scènes en enkele (het zou ‘Lost’ niet zijn zonder) mind fucks van jewelste. Dat tijdreizen zat er overigens al lang aan te komen en levert unieke, geweldig fascinerende inzichten op in de geschiedenis van het eiland.
Op het thuisfront is het aanvankelijk ook even zoeken. Een bepaalde scène wordt vanuit wel erg veel verschillende standpunten getoond – een zeldzaam moment dat de plot haperingen vertoont – en het duurt ook even vooraleer de personages uit hun natuurlijke habitat zijn getrokken. Die opbouw is noodzakelijk en wordt effectief in beeld gebracht, maar enkele verhaallijnen (zoals die van Kate en Aaron) voelen daarom ook soms een tikje geforceerd aan.
De nieuwe ‘Lost’-formule is gedurfd, origineel en uitdagend, maar om die redenen ook behoorlijk moeilijk om te volgen. Je moet er ondertussen al bijna met een notitieboekje gaan bijzitten om alle plotdraden aan elkaar te kunnen linken. Als je bereid bent om de inspanning te leveren – nu ja, inspanning – om simpelweg elke aflevering te zien en je aandacht er een beetje bij te houden, valt echter al snel op hoe sterk de hele ‘Lost’-saga in elkaar zit, met plotelementen uit de vorige seizoenen die af en toe de kop opsteken, ingewikkelde chronologische sprongen die – vooral achteraf gezien – perfect steek houden en karaktertekeningen die geen moment te lijden hebben onder het complexe verhaal. De grootste verrassingen in de laatste paar afleveringen en de belangrijkste ontwikkelingen doorheen het hele seizoen lijken dan ook niet meer dan logisch voor iedereen die wat heeft opgelet.
De acteurs zijn ondertussen zowat vergroeid met hun personages en leveren opnieuw fantastisch werk. De ensemblecast van ‘Lost’ is wellicht de sterkste die ik ooit ben tegengekomen in een reeks die niet geschreven is voor betaaltelevisie. Dat geldt nog wel voor meer aspecten van ‘Lost’: de reeks ademt kwaliteit uit en mag nog steeds zonder problemen naast de grote kanonnen van HBO gaan staan. Dat is op zijn minst opmerkelijk te noemen voor een reeks die loopt op prime time TV. ‘Lost’ is een enorme onderneming die in theorie onvermijdelijk toegevingen moet doen naar het grote publiek, maar zich daar in praktijk weinig of niets van aantrekt.
Al wie ‘Lost’ voor seizoen vijf maar niks vond, zal ook nu weinig redenen vinden om zich opeens te bekeren. Voor de doorbijters onder ons is het echter weer smullen geblazen. Dit voorlaatste seizoen – het einde is in zicht en ik heb mijn vingernagels alvast aan een spoedige groeicursus onderworpen – is een van de meest consistente jaargangen tot nu toe en hoewel het begin iets te verwarrend en fragmentarisch is, groeit het ook vrijwel onmiddellijk uit tot een hyperspannende rollercoaster die de concurrentie opnieuw mijlen achter zich laat. Of ‘Lost’ ook daadwerkelijk alle vragen zal kunnen oplossen, valt nog te bezien, maar het valt niet te ontkennen dat de moeder aller mysteriereeksen na vijf ijzersterke jaargangen haar plekje in de tv-geschiedenis al ruimschoots verdiend heeft. Al is het maar omdat een populaire reeks voordien – en sindsdien – nooit zo’n complexiteit en diepgang wist te bereiken. Hulde!