Suburban, 2009
Oasis is
dood. Dat is jammer voor de Gallagherfanaten, maar het heeft ook zo
zijn voordelen denken wij dan. Het staat namelijk in de sterren
geschreven dat er van het handvol groepen die zich in de ontstane
leemte zullen gooien, een paar ook daadwerkelijk zullen beklijven.
Deze Exile Parade verstuurde met ‘Fire Walk With Me’ begin 2008
alvast een aardige CV. Daarop etaleerden ze met een aanstekelijk
enthousiasme hoe goed ze wel hadden geluisterd naar
semi-klassiekers ‘(What’s the Story) Morning Glory’ en ‘Defenitely
Maybe’. Goed voor enige fuzz aan de overkant van het kanaal, en een
contract met producer Owen Morris (Oasis, New Order, The Verve, Ash) die
hun eerste ep’tje nog vóór de release al de nodige luister
gaf.
Dat ep’tje is er nu met ‘Brothal Ballet’, en het resultaat is – het
moet gezegd – lichtjes overweldigend. Exil Parade blijft namelijk
ver weg van het gestroomlijnde geluid dat Morris aan veel van z’n
platen meegeeft, en kiest resoluut voor de rawk-n’-roll.
Amper ‘Bittersweet Symphony’-geluidstapijten of onaards poppy
Ash-deuntjes hier, maar wel overstuurde ritmes, gejaagde gitaren en
een zanger wiens stembanden elk moment lijken te zullen scheuren,
we horen zelfs enkele nummers die wij enkel van PiL zouden
verwachten. Geen nieuw voer voor de MTV-generatie dus, maar wat die
ervan vindt laat ons eigenlijk koud.
Het verdient gewoon enorm veel lof dat een gehypet bandje durft uit
te pakken met dingen als ‘Man Is Sick’ of ‘Son of God’. Het zijn
fundamenteel atypische probeersels die toch danig blijven hangen,
zodat je er enkele dagen later nog niet helemaal uit bent wat het
precies moet voorstellen. Maar ze staan er. Hierdoor moeten we
datgene waarmee we onze recensie begonnen al meteen nuanceren, want
ja: deze jongens klinken bij wijlen akelig Oasisiaans. Op heel wat
andere momenten hebben ze het echter gedurfd om een eigen gezicht
te zoeken.
Let wel, veeleer dan een geheel andere definitie aan de term
gitaarrock te geven, tracht Exil Parade zich een weg te banen
tussen reeds bewandelde paden. ‘Heart Into Suicide’ heeft
bijvoorbeeld wat weg van de bezwerende gruisrock van Deerhunter, in
een bizarre omwenteling met de zwartgalligheid van de vroegere
Black Rebel Motorcycle Club. Toch wordt erin geslaagd te klinken
als meer dan een hybride experiment.
Door heel wat bekende geluiden in de mix te gooien, creëert de band
op ‘Brothel Ballet’ toch een heel apart landschap in een haast op
voorhand tot clichématigheid gedoemd genre. Nu is het slechts
wachten op de eerste volwaardige plaat.