Robert Zemeckis is nooit echt een belangrijke regisseur geweest,
maar er was een tijd, zo medio jaren tachtig, dat hij op z’n minst
altijd garant stond voor twee uur dikke fun in de cinema. De ‘Back
to the Future’-trilogie en ‘Who Framed Roger Rabbit’ waren
fantastische amusementsfilms, die spectaculaire effecten wisten te
combineren met sterke verhalen en geslaagde humor. Jammer genoeg is
dat onderhand alweer twintig jaar geleden. Tegenwoordig lijkt
Zemeckis zodanig geobsedeerd te zijn door techniek – en dan vooral
door peformance capture animatie, liefst geprojecteerd in
3D – dat al de rest bijna irrelevant is geworden. ‘The Polar
Express’, ‘Beowulf’ en nu ook deze ‘Christmas Carol’, lijken dan
ook niet zozeer speelfilms, als wel uit de hand gelopen
showreels van de speciale effectenafdeling, zonder inhoud
en zonder ziel. Films die niet werden gemaakt om een verhaal te
vertellen, maar gewoon vanuit een jongensachtige prestatiedrang:
“Kijk eens wat ik kan! Mooi, hè!” Waarvan akte. Geef Zemeckis een
blue screen, een acteur in een spandex pakje vol stippen
waar later de animatie overheen gelegd kan worden en een degelijke
laptop, en hij is vertrokken. Alleen kunnen we het nu na drie
artistieke flops op rij wel zeker zeggen: dat is allemaal niet
genoeg. Tegen een flets scenario is immers geen digitaal kruid
opgewassen.
Het probleem zit ‘m voor een groot deel al in de keuze van het
bronmateriaal. Alle respect voor Charles Dickens en zijn
kerstklassieker, maar eerlijk: zat u er, na meer dan honderd
filmversies, nog op te wachten? Zelfs The Flintstones, Mr Magoo,
Blackadder en The Muppets hebben al hun eigen variant op het
verhaal gebracht. Er komt een punt waarop een verhaal gewoon óp is,
en al na een half uur van Robert Zemeckis’ futloze, angstvallig
eerbiedige adaptatie werd het duidelijk dat dat punt al lang
geleden bereikt werd. Jim Carrey speelt de hoofdrol (om nog maar te
zwijgen van een flink deel van de bijrollen) als Ebenezer Scrooge,
een vrekkige zakenman die kerstmis beschouwt als een dag verloren
winst. Vanzelfsprekend wordt hij gehaat door iedereen, inclusief
zijn familie, personeel, zakenpartners en toevallige
voorbijgangers. Tot hij op kerstavond bezoek krijgt van drie
geesten, die hem confronteren met zichzelf zoals hij vroeger was,
zoals hij nu is en zoals het later met hem zal aflopen. De moraal:
er is meer in het leven dan geld.
Die boodschap was relevant toen Dickens het verhaal schreef in
1843: de industriële revolutie had gezorgd voor een scherpe
tegenstelling tussen rijk (de fabriekseigenaars) en arm (de
arbeiders), waarbij menselijkheid het al snel moest afleggen tegen
de winstmarge. ‘A Christmas Carol’ was een aanklacht tegen het
soort tomeloos kapitalisme dat ervoor zorgde dat de armenhuizen
volliepen terwijl een kleine elite zich schaamteloos verrijkte. Zo
zie je maar dat er op 160 jaar tijd nu ook weer niet zoveel
verandert. Het probleem is wel dat die hele plot onderhand al zó
dikwijls werd gebruikt, dat het haast onmogelijk is geworden om er
nog iets zinvols aan toe te voegen of er een frisse draai aan te
geven.
Zemeckis probeert dat dan ook niet: hij volgt het originele
verhaal verrassend trouw op, inclusief archaïsch klinkende
monologen over de spirit of christmas, waarin het
belangrijker is om te geven dan om te krijgen, en uiteraard de
haast ondraaglijk melige subplot rond Tiny Tim, het manke zoontje
van een werknemer van Scrooge, dat zal sterven tenzij Scrooge zijn
leven betert en eens diep in zijn buidel tast. Zemeckis presenteert
ons dat alles zonder ook maar een zweempje ironie, met alle
oprechtheid van een plechtige communicant die een stukje uit de
bijbel moet voorlezen. Humor is dan ook ver te zoeken in deze
‘Christmas Carol’ – Zemeckis heeft hier een opvallend sombere,
duistere film gemaakt, die zich aan een slakkengangetje van de ene
overbekende scène naar de andere sleept. Is dezelfde energieke,
eindeloos vindingrijke en geestige regisseur die ons ‘Roger Rabbit’
gaf echt verantwoordelijk voor dit lamlendig filmpje, dat al
uitgeput lijkt nog voor hij goed en wel begonnen is?
Waar Zemeckis zich dan toch aan creatieve interpretatie waagt,
loopt dat ook niet altijd goed af. The ghost of
christmas past ziet er godbetert uit als een zwevend
theelichtje en aan het einde wordt Scrooge plots verkleind tot de
omvang van pakweg een muis, allicht om geen enkele andere reden dan
om een bij de haren gesleurde actiescène in te kunnen lassen.
Maar dat alles is natuurlijk niet het punt van ‘A Christmas
Carol’. Waar het de regisseur echt om te doen is, is zijn visuele
trukendoos. In navolging van ‘Beowulf’ heeft Zemeckis het hele ding
alweer in performance capture gedraaid, zodat alle acteurs
er uitzien als griezelige, bewegende wassen beelden met dode ogen,
waarbij je kunt kiezen tussen een 2- en 3D versie. Niet dat die
derde dimensie ooit al echt iets heeft kunnen toevoegen – een
slechte film wordt niet plots boeiender omdat je de indruk hebt dat
de sneeuw ergens tussen het scherm en je zeteltje invalt. Is het
technisch allemaal goed gedaan? Ja, natuurlijk wel. Zemeckis laat
de beschuldigend wijzende hand van the ghost of christmas yet
to come het scherm uitpriemen en hij laat Scrooge regelmatig
aan een rotvaart over Londen en omgeving vliegen om het publiek
heel even de illusie van echte beweging te geven. Hen de illusie
geven dat ze naar een degelijke film aan het kijken zijn, is echter
nog wat anders.
Het is lastig om de acteurs te beoordelen in een dergelijke
film, omdat minstens de helft van hun werk wordt beïnvloed (indien
niet geheel overgenomen) door een computer. Zo “speelt” Gary Oldman
hier niet alleen klerk Bob Cratchit, maar ook diens zoontje, de
pakweg tienjarige Tiny Tim. Kun je dan zeggen dat de 41-jarige
acteur een geloofwaardig kind neerzet? Of is acteerwerk al even
onbelangrijk geworden als het script, in een filmuniversum waarin
letterlijk àlles wordt ingezet op de visuele effecten, en de acteur
gewoon het individu is dat toevallig in het performance
capture-pak zit? Enfin, één ding dat ik wel kan zeggen: Jim
Carrey laat zijn tongpunt-r rollen als de neten, maar weet zich
voor het overige goddank in te houden als Scrooge. Dat had dus nog
heel wat erger gekund.
Maar laat dat geen reden zijn om naar dit hoogtechnologisch
staaltje zelfbevrediging te gaan kijken. Als ik naar de cinema ga,
dan wil ik geen anderhalf uur naar techniek zitten staren, ik wil
een film zien. Desnoods heel ouderwets, met analoge
acteurs en een origineel verhaal, waarom niet?