“I’m the last of my kind / still standing”, zo triomfeert Alice In Chains op Black Gives Way To Blue, het comebackalbum van het jaar. Gerechtvaardigde hoogmoed heet zo iets.
Het lijkt wel alsof Alice In Chains een thuismatch komt spelen in het afgeladen Trix. Vanaf de eerste noot worden de (nochtans niet bepaald opwekkende) nummers met uitzinnige blijdschap onthaald en enthousiast meegebruld als waren het voetbalhymnes. Zelden zo’n uitgelaten publiek gezien bij een gewoon zaalconcert, maar daar is dan ook alle reden voor. De band had in 2006, bij zijn doortocht op Graspop, al laten zien dat hij nog heel wat in z’n mars had. Hij komt vanavond naar Antwerpen om dat te bevestigen, met het nieuwe en uitstekende Black Gives Way To Blue onder de arm.
En de grungers uit Seattle laten er geen gras over groeien. Met een fenomenaal “Rain When I Die” legt nieuwe zanger William DuVall de laatste twijfelaars het zwijgen op. Nee, natuurlijk is hij geen Layne Staley, maar hij haalt wel met verbazingwekkend gemak alle hoge noten van de meester, een prestatie die hij later op de avond nog eens dubbel en dik zal overdoen met een verbluffende versie van “Love, Hate, Love”. Kippenvel is het, niet meer en niet minder, terwijl de band zich door enkele klassiekers van het tijdloze Dirt ploegt. Het beukende “Dam That River” en het al even weinig subtiele “Them Bones” geven het publiek weinig tijd om naar adem te happen, en ook “Again” geeft geen duimbreed toe.
Het is genieten geblazen wanneer de gitaartandem DuVall – Cantrell de omgegorde Gibsons ongegeneerd laat ronken, al laat die laatste geen kans onbenut om te tonen dat hij en niemand anders de meester is wanneer hij, in witheet tegenlicht, weer eens een naadloos scheurende solo aflevert. Alice In Chains is een evenwichtigere band geworden, en ook nieuwe nummers als het moddervette “Check My Brain” (een snelcursus moordriffen met twee en een halve noot) moeten niet onderdoen voor de klassiekers.
Het tempo ligt hoog, en het spreekt vanzelf dat Alice In Chains de teugels ooit eens zal moeten vieren — al was het maar omdat de talrijke midtempo klassiekers van de band de revue nog moeten passeren. Bassist Mike Inez straalt van achter zijn dikke krullenbos tijdens de volledige lengte van het akoestische trio “Down In A Hole” — “No Excuses” — “Black Gives Way To Blue” terwijl het publiek uit de hand van de band eet, maar daarna is het vet even van de soep. “God Am” luidt een dood kwartiertje in de set in, terwijl het publiek zichtbaar even op adem komt en de onvermijdelijke “Would?” en “Rooster” afwacht.
Het ligt dan ook volledig in de loop van de verwachtingen dat het dak er finaal afgaat tijdens de bisronde. Euforische taferelen wederom, en ook Jerry Cantrell lijkt het maar moeilijk te geloven wanneer hij afscheid neemt van het loyale Antwerpse publiek. “Thanks, we needed you” stamelt de zichtbaar verouderde gitaargod voor hij zich een weg baant naar de coulissen. Iets wat evenzeer voor ons gold, terwijl we ons voldaan maar hees geroepen en nogal onvast wankelend richting buitenlucht begeven. We waren die vervloekte griep, die ons een week aan het bed kluisterde, even helemaal vergeten. Met dank aan de triomftocht van Alice In Chains, de band die maar niet dood wil gaan.