Christopher Clark heeft een nieuwe missie. Na vele jaren lang op zijn zolderkamer aan koptelefoon-elektronica te priegelen, verlegt de Britse artiest zijn ambities naar de dansvloer: "Zonder als Paul Oakenfold te klinken, wil ik de mensen aan het dansen brengen."
Jarenlang werd de muziek van Christopher Clark gecatalogeerd onder "dance". Vreemd, en bovendien volkomen onterecht, want dansen moet zowat het laatste geweest zijn wat je op ’s mans muziek kon doen. In de vroege uurtjes, met een dikke spliff tussen de lippen kleine donzige wolken tellen, dat wel. Maar dansen? No way. Clark genoot zijn opleiding namelijk aan de Warp-school, waar leermeesters als Aphex Twin en Squarepusher hem leerden om in de eerste plaats het experiment op te zoeken. Op zijn vorige plaat Turning Dragon ging de Brit al wat strakker en dancegerichter te werk, en de nieuwe Totems Flare is haast volledig op maat van de clubs geschreven.
Zo zullen tracks als "Rainbow Voodoo", "Luxman Furs" en "Look Into The Heart Now" de komende maanden ongetwijfeld op menig draaitafel gespind worden. Wellicht wel vooral op die van de avontuurlijke DJ, want in Clarks geval sluit zelfs "dansbaar" het experiment nooit volledig uit.
"Rainbow Voodoo" bijvoorbeeld ontleent zijn tempowisselingen bij de trashmetal (!). Uit de sampler worden klanken getoverd die razende gitaren nabootsen en na drie minuten duikt er plots een vreemd interludium op dat lijkt weggelopen uit een of ander consolespel. Knotsgek, maar bijzonder inventief en vrij verslavend.
Nieuw op Totems Flare is dat Christopher Clark voor het eerst ook zelf op enkele nummers te horen is. Hierop blijkt de Brit niet meteen de meest getalenteerde zanger, maar zijn donkere, haast onderkoelde zangstijl sluit wel perfect aan bij de erg grimmige nummers. Op "Growls Garden" draagt Clark de tekst "Winter, sunbeam, break the, cold ship of light" ijzig uit over vrachten distortion en hompen noise. Zo mogelijk nog killer gaat het er aan toe op "Talis", dat het zwartgallige van Joy Division oproept: "I will find you, winter, tough smile… beside me in the snow, falling".
Ondanks de aanwezigheid van vocalen, mist Totems Flare toch een portie tederheid. Het klinkt allemaal nogal zwaar, gedrongen en gedeprimeerd. Hierdoor is Clarks vijfde langspeler geen makkelijke om in één keer uit te zitten. Pas in de meesterlijke, verstilde afsluiter "Absence", neemt hij voor het eerst wat gas terug en maakt hij plaats voor harmonie en sereniteit. Een welgekomen verademing tussen al het gitzwarte beatgeweld.
Toch is Clarks missie geslaagd. Zijn hyperkinetische dance begeeft zich ver van de platgelopen paden van Paul Oakenfold. Als de Brit zich de volgende keer iets kwetsbaarder opstelt, en net wat meer subtiliteit in zijn nummers krijgt, dan wordt zijn zesde plaat misschien wel dat ultieme meesterwerk waar hij stilaan maar zeker naartoe groeit.