Shit Scared waren ze volgens gitarist Chris Urbanowicz om te spelen in Vorst Nationaal, de grootste zaal tijdens deze tour. Niets van gemerkt: Editors bewees dat het na drie platen klaar is voor de échte top met een imponerende en niets ontziende triomftocht.
Neen, het meesterwerk dat we na An End Has A Start hadden verwacht uit het Editors-kamp is In This Light And On This Evening niet geworden. Wel een creatieve ommezwaai zoals we er van deze band ongetwijfeld nog mogen verwachten. Op deze plaat laten ze de pure rock achter zich: nu alle remmen weggeschopt zijn, experimenteert de band met synthesizers en andere texturen, wat hen een benijdenswaardige vrijheid oplevert voor de nabije toekomst. Anders, maar toch herkenbaar: dat was het devies.
Maar vanavond draait het toch vooral om de herkenbaarheid. De nieuwe nummers worden slim over een set vol oude nummers gestrooid, zodat al die mopperaars over het nieuwe elektronische Editors — hoewel die een verwaarloosbare minderheid lijken uit te maken vanavond — snel de mond worden gesnoerd. Dit voelt vaker aan als een greatest hits-set dan als het presenteren van een nieuw album, hoewel dat zo goed als volledig wordt gespeeld. Zelfs al bij al obscure albumtracks als “Camera” worden ingehaald als hadden ze minstens twee weken de eerste stek in de Ultratop gehaald.
Dat deden ze niet. “Papillon” wel: uit het niets kwam Editors ermee op één binnen en bivakkeert er nog steeds mee bovenaan, iets waar zelfs Coldplay nog nooit in geslaagd is. Je voelt dan ook dat de groep de overstap naar een ánder, groter publiek aan het maken is. Een publiek waarvan iemand tijdens het fantastische “Lights” van op debuut The Back Room vertwijfeld vraagt aan omstanders of “dat een nieuw nummer is”, om vervolgens toch mee in de handjes te klappen. Morgen naar de platenwinkel, brave man. Een publiek ook dat de band een zeldzaam open doekje geeft, alsof het hele concert op zich al een bisronde is.
Het heeft de groep allemaal niet veranderd. Anderhalf uur lang heerst Editors ongenaakbaar over Vorst. Van bij de nog wat flauw gezongen opener — die zanglijn veranderen van de albumversie was geen goed idee — “In This Light And On This Evening” tot het afsluitende “Papillon” is dit af. De groep speelt hecht, verspilt geen tijd aan stroop om de baard smerende bindteksten, noch aan al te lange instrumentenwissels. Dit is anderhalf uur lang in een verschroeiend tempo met elke song als een vuurpijl raak schieten.
Het beukende “An End Has A Start”, bijvoorbeeld, dat kort door de bochten scheurt en al vroeg in de set alle “vrees” voor een volledig elektronisch Editors van tafel veegt. Een groep die dit nummer na drie jaar nog altijd met zoveel drive en onverstoorbare intensiteit speelt, raakt de gitaar niet beu. Dat blijkt ook uit “Bones”, “The Racing Rats” en “Blood” die brandwonden in de derde graad bezorgen. Toch wordt daarmee duidelijk wat een terechte koerswijziging die nieuwe plaat is: meer van hetzelfde had het spook van de eentonigheid opgeroepen, vooral door het trucje om voorbij de helft van de song telkens even het tempo de hoogte in te jagen. Dat spook verjagen lijkt dan ook de mission statement van deze groep te zijn.
Bovendien komen de nieuwe songs nu al uitstekend uit de verf: vooral “You Don’t Know Love” en “Eat Raw Meat = Blood Drool” worden door drummer Ed Lay (ontegensprekelijk de ruggengraat van deze band) naar zinderende orgelpunten gestuwd. Wat nog opvalt, is de algehele soberheid van het podium: een LED-scherm mag flitsende beelden spuwen, maar blijft tijdens enkele songs gewoon technisch werkloos. Het gaat om de muziek, meneer, en ook de flitsende lasers en lichteffecten zijn op de tekentafel gestrand: de stem van Smith of de gitaareffecten van Urbanowicz volstaan om verschillende sferen op te roepen. Uitgaan van de eigen sterkte heet dat, we schreven het eerder al.
Nog een verschil met die andere stadionacts (in spe): de groep (vooral Smith) is niet vies van weidse gebaren, maar houdt steeds een hand in de broekzak: hetzij door Urbanowicz, die in zijn donker hoekje rechts op het podium de muzikale focus scherp houdt, hetzij door Lay en bassist Russell Leetch, die Vorst tijdens pakweg “Munich” verkleinen tot een broeierige, zweterige, donkere club waar alleen de eerste twintig rijen van vanavond binnen kunnen. Houden zo. Een groep die met een weliswaar uitstekend B-kantje als “You Are Fading” de finale aansnijdt, kiest ook live niet altijd de meest evidente weg.
“Papillon” als overdonderende afsluiter is dan weer wel evident. Die mooie akoestische versie ten spijt, het is gemáákt om te beuken en te knallen, waarbij het publiek als woelige baren op en neer golft. Dat gebeurt zelfs effectief met pyro’s — we hopen dat de groep een grapje maakt en dat het geen gewoonte wordt. Single van het jaar? Welja. En maak er in een ruk ook maar het Werchtermoment van volgend jaar van.
“Papillon” is de geweldige kers op de taart die dit concert was, een extra snoepje, de ontlading. Het bewijs dat Editors op een intelligente manier populistisch kan zijn. En onontkoombaar zal zijn de komende jaren. Dat wordt het Sportpaleis na de volgende plaat.
Editors staat op 30 april in de Lotto Arena in Antwerpen. Dat concert is ondertussen uiteraard ook uitverkocht.