Zorgvuldig uitgebalanceerde songkeuze, exquis ingekleurde uitvoering en van het podium spattende overgave. Wilco toverde de AB gisteren twee uur lang om in het sanctus sanctorum van de rockmuziek.Wilco. Wilco, a sonic shoulder to cry on.
Ook al valt er over smaken en kleuren urenlang te disputeren, toch staat de jongste plaat van Wilco, om een of andere reden gewoonweg Wilco (The album) gedoopt, niet geboekstaafd als een van hun beste. Te weinig verrassend, te veel doorslagjes. Ondanks de immer puike songs. Tijdens hun concert vrijdag in de reeds lang uitverkochte AB bewees Wilco echter met verve waarom het al jaren meedraait in de topklasse van de rockmuziek.
Tijdens het meer dan twee uur durende concert incorporeerde Wilco vrijdag de meest essentiële elementen van een outstanding rockconcert: zorgvuldig uitgebalanceerde songkeuze, exquis ingekleurde uitvoering en van het podium spattende overgave. Wilco spreidde dit alles bovendien met een aan vanzelfsprekendheid grenzende flair, dat we nadien prompt durfden gewagen van een concert hors catégorie.
Beginnen deed Wilco — weinig verrassend — met het uit het tien jaar oude Summerteeth geplukte “Via Chicago” (een vaste waarde live en met al zijn onvoorspelbare bokkensprongen vintage Wilco) om alras het beste nummer van de nieuwe plaat, “I’ll Fight”, prijs te geven. Na een eveneens akoestisch gebracht “Company In My Back” omgordde Jeff Tweedy de elektrische gitaar, wat resulteerde in een overweldigend “Wilco (The Song)”.
In deze aanstekelijke beginselverklaring ontpopte Wilco zich tot een hoogsteigen amalgaam van Sonic Youth (de immer molenwiekende gitarist Nils Cline), The Band (de toetsen en achtergrondzang van Pat Sansone, Mikael Jorgensen en bassist John Stirrat) en Neil Young (Jeff Tweedy zelve neigt steeds meer naar zijn grote voorbeeld, zowel vocaal als fysiek). “Wilco, A sonic shoulder to cry on.”
Veel interactie met het publiek ambieerde Tweedy niet. Al zorgde het handgeklap tijdens klap op de vuurpijl “Spiders (Kidsmoke)” en de fluisterversie van “Jesus Etc.” wel voor een gepaste intimiteit. Slag om slinger doorspekte Tweedy zijn bindteksten bovendien met spitante oneliners, genre “I heard you voted yourself the most boring people in the world. Is that Belgium?” of “Thanks a lot for your lovely… health care system, we used it today.”
Doorheen de setlist bewees Wilco nogmaals waarom het de enige ter zake doende groep is die het al te vaak als passe-partout uit de kast gehaalde predikaat “bitterzoet” mag claimen. Als geen ander verstaan Tweedy & co immers de kunst om het hart eerst te verscheuren alvorens het enigszins te lijmen. Wilco slaat en zalft, vaak binnen een tijdspanne van nauwelijks enkele minuten, en doet dat steevast met een overrompelend overtuiging.
Bewijzen, vraagt u? Stonden we tijdens het heerlijk stomende “Spiders (Kidsmoke)” nog uit volle borst te brullen dat “It’s good to be alone”, dan treft Tweedy ons enkele songs later vol in het hart met een quasi integraal door het publiek gezongen “Jesus Etc.” (“Jesus, don’t cry/You can rely on me honey/You can combine anything you want/I’ll be around”). En of Wilco plus én min naadloos weet te verenigen!
De twee onvervalste hoogtepunten van het concert waren tevens de twee langst uitgesponnen songs: “Impossible Germany” — magnum opus en 2.0-versie van het monumentale “Marquee Moon” — en “Spiders (Kidsmoke)” — minutenlang opgebouwde climax als parel aan de kroon. Telkens met gitarist Nils Cline in een glansrol. Al verdienen ook pianist Mikael Jorgensen (alleen al omwille van zijn subtiele intermezzo’s in een overtuigend “Bull Black Nova” en het glasheldere “One Wing”) multi-instrumentalist Pat Sansone en bassist John Stirrat (altijd weer garant voor puike backing vocals) zeker een pluim. Wilco is een echte Groep, en dat merk je op het podium.
Andere hoogtepunten situeerden zich in het heerlijk jeremiërende “Reservations”, het immer beklijvende “I’m Trying To Break Your Heart” en het snerpende “I’m The Man Who Loves You”. Met een aan Velvet Underground schatplichtig “I’m A Wheel” sloot Wilco een uitgebreide bisronde en een ronduit briljante optreden af. Wilco kon vrijdag nog uren doorgespeeld hebben, en nog zouden ze het niveau van zo goed als alle platgehypte bandjes die na 40 minuten in angstzweet uitbreken, moeiteloos overtreffen. “Wilco, we love you baby!”