Eerder dit jaar verlegde U2 voor de derde keer de grenzen van het stadionconcert met zijn 360°-tour. Muse is de enige band die nog kan aanklampen, dat bewees het belachelijk virtuoze trio in het Sportpaleis met aan waanzin grenzende bravoure.
Een even indrukwekkend als merkwaardig fenomeen, dit Muse. Wat een divers publiek ook. Veel ouders met hun puberende of de rest van de week op kot zittende kinderen, die het ongetwijfeld enkele jaren geleden nog op een zeuren zetten wanneer vader met z’n Queen-cd’s de autovakantie verprutste of in hun ogen het avondeten met z’n muziek van Debussy en Rachmaninov op een wake deed lijken. Muse combineert dat alles steeds baldadiger in een granieten wall of sound en bouwt zo bruggen die de Lange Wapper tot Playmobilspeelgoed degraderen.
Het heeft iets aandoenlijks om vader en dochter samen Bellamy’s paranoïde leuzen als "They will not control us" en "I want the truth" mee te zien scanderen, terwijl het dak van het Sportpaleis steeds meer op een paddenstoelenwolk begint te lijken — maar morgen iedereen terug achter de studeertafel, op de stageplaats of braaf op de trein voor die vergadering van 9 uur. Dit is voor velen twee uur lang opgaan in een muzikaal apocalyptisch escapisme dat tien jaar geleden zelfs ondenkbaar was. Muse is een genre geworden ondertussen.
Meer dan ooit op The Resistance, de plaat waaraan deze tour is opgehangen en die de luisteraar met pompeuze klassieke muziek nog meer uitdaagt en vooral diens gevoel voor humor test. Wie daarin meegaat, wordt verzwolgen in een de perfectie uitdagend spektakel dat ook visueel ronduit af is. De band speelt aanvankelijk van op drie in twee gehakte torens: de onderste delen zetten de groep af en toe op de begane grond, de drie bovenste delen worden groot uitgevallen tetrisblokken die als schermen dienen. Visuals tonen bijwijlen hoe een popconcert in The Matrix er zou kunnen uitzien. Zelfs U2 moet even gefloten hebben toen ze de beelden zagen.
Bovendien heeft de lichtshow het effect op de ogen zoals de muziek op de oren. Overdaad schaadt? Die fase is Muse al lang voorbij. De setlist heeft de allures van een festivalset en is een aaneenrijging van singles — terwijl Muse absoluut geen singlesband is — die zich sluiks als hymnen van deze eeuw ontpopt hebben. Tijdens een zinderend "Knights Of Cydonia" — nog steeds een van de onwaarschijnlijkste singles van de noughties — lijkt het Sportpaleis even in Liverpool of Manchester te liggen. Na amper tien minuten begint het dak al te kraken tijdens "Newborn", waarin Bellamy de riffs als prikkeldraad onder hoogspanning je oren in ramt. "Starlight" klinkt steeds meer als de "With Or Without You" van deze generatie.
Opvallend is wel dat Bellamy slechts tijdens twee nummers de vleugelpiano beroert, in de schaduw van al het geweld speelt een toetsenist mee. De band smijt zich echter wel als een groepje dat z’n eerste festivals aandoet. Bellamy glijdt meermaals over het podium tijdens meerdere protserige solo’s, met de tong steeds dieper in de wang over de jaren. Muse blijft erin slagen geen parodie van zichzelf te worden, maar pasticheert erop los. Na de Queen-pastiche "United States Of Eurasia", grotesk in al zijn facetten, tonen de visuals tijdens "Feeling Good" bloemetjes en bijtjes tegen een staalblauwe hemel. "Knights Of Cydonia" wordt aangekondigd door bassist Chris Wolstenholme die "The Man With The Harmonica" van Morricone speelt. Wie Muse overdreven sérieux toedicht, maakt zich belachelijk. Wie beweert dat er wel héél veel op tape moet staan, doet dat echter niet. Met zijn drieën maakt Muse ontzettend veel lawaai, maar het is niet min wat er ook vocaal extra wordt opgesmukt. De groep tast zo de grenzen van het aanvaardbare af.
Tijdens "Unintended" komt even de Muse van tien jaar geleden terug, toen de groep nog met Radiohead werd vergeleken (lachen!). Het toont alleen maar fijntjes aan hoe deze band is geëvolueerd, de steeds minder evidente weg heeft gekozen maar toch z’n aanhang nog steeds ziet aangroeien. Wie na bommen als "Time Is Running Out" en "Natural Selection" met het symfonische "Exogenesis: Symphony Part One" komt aanzetten, valt bezwaarlijk van gemakzucht te betichten. Een verwijt dat je de fanatieke Muse-bashers mooi wel kunt maken. We zijn al zeven paragrafen bezig.
Volgend jaar op Werchter? Ongetwijfeld, maar daar heeft deze groep eigenlijk niets meer te zoeken. Nou Camp, Stade de France, een paar avonden meer kamperen in Wembley, dat moet en zal de marsrichting wel zijn. En dat voorprogramma van U2 spelen mag ook stilaan als een toonbeeld van valse bescheidenheid gezien worden. In stadiontermen is Muse de enige groep die de rol van U2 niet moet lossen. Luidens goede bronnen was Coldplay tijdens de 360°-tournee van U2 al zwetend rond de tekentafel gesignaleerd. Al die ontwerpen mogen nu al linea recta de prullenmand in.