
‘I Can Be A Frog’ duurt 2 minuten en 12 seconden, is de leukste
spielerei die we sinds een half lustrum aan levenservaring hebben
gehoord, doet ons denken aan Pirandello’s Sei Personaggi (en dan
vooral aan de man die we het liefst gestalte zien geven aan De
Vader), is het beste nummer van de cd en fluistert je daarnaast nog
eens enig lief een eind de Elyzeese velden in. En o ja, Karen O
doet mee! Om maar te zeggen dat we ook vriendelijk kunnen zijn.
Veel meer goodwill hoef je van ons niet te verwachten in de komende
alinea’s van dit stuk, want merde, wat hebben The Flaming Lips ons
hier bijwijlen een gedrocht voorgeschoteld!
18 nummers en meer dan 70 minuten duurt ‘Embryonic’, en we weten
nog niet goed of we moeten lachen – dat ambiëren de Lips altijd –
of diep snikken. Ondanks de titel is ‘Embryonic’ een erg ambitieus
dubbelalbum. Maar waar ambitie en dagdromen elkaar kruisen, is het
altijd gevaarlijk toeven. Dat ‘Convinced of the Hex’ (donker,
asgrauw), ‘The Sparrow Looks Up At The Machine’ (chaotisch, maar
ten minste consequent) en ‘The Ego’s Last Stand’ (Western, maar
b-western) er nog mee wegkomen, heeft vast te maken met onze liefde
voor Coynes capriolen, want al te vaak gaat de band gewoon snedig
uit de bocht.
Anders dan devote fans die in ‘Gemini Syringes’ vast meer vinden
dan er inzit, vinden wij het een niet exquis doch een doodsaai
nummer, is ‘Your Bats’ niet om over naar huis te schrijven en gaat
‘Worm Mountain’ (met MGMT) snel vervelen.
En dan hebben we het nog niet over de écht slechte nummers gehad.
‘Scorpio Sword’ is gewoon lawaai, ‘Sagittarius Silver Anouncement’
deed ons nóg minder dan Estland-België en ‘If’ is even boeiend als
kijken naar de heiligverklaring van Damiaan. Dat het niet aan het
soort nummer ligt maakt de band ons diets op ‘Evil’, dat eveneens
een aardig stukje weg croont, maar wel tegelijk vluchtig als ether
en breekbaar als Wasilewski overeind blijft.
Goed, als Wayne Coyne en co. niet hadden besloten om alle
capaciteit van de drager te benutten, dan zat er vast meer in. Op
‘Powerless’ tonen The Flaming Lips dat ze een chaotisch nummer vol
tegendraadse geluiden nog steeds perfect kunnen afwerken (zie ook:
‘Yoshimi Battles The Pink Robots pt. 2’). ‘Silver Trembling Hands’
is leuk en wisselt quasi weergaloos van tempo zoals Frank
Vandenbroucke van bewustzijnstoestand. De song presenteert
eindelijk weer die bezeten Coyne waar we in de A.B. zo van zullen
houden, en werkt af met een drum die zo aanstekelijk is als wijlen
Felice. (Maar dan helemaal anders.) De energetische afsluiter
‘Watching The Planets’ probeert alsnog het dode paard dat we de
afgelopen 70 minuten geworden zijn te kickstarten, maar
tevergeefs.
Gelukkig kunnen we ons met vereende krachten optrekken aan juli
2007. The Flaming Lips concerteerden in een zonovergoten Brugge de
cactusweide het delirium in, en staafden ondergetekendes mening dat
de band live een waar curiosum is dat op plaat niet altijd even
goed tot haar recht komt. Een excuus mag het niet zijn, maar we
vonden ‘Embryonic’ dichter aansluiten bij de eighties Lips, terwijl
het genoegzaam bekend is dat het hoogtepunt van de band rond de
eeuwwisseling lag. Laat dit u echter niet aan het weifelen brengen
wanneer u een aanbod krijgt om de band in de A.B. te aanschouwen,
want los van de aardig- en onaardigheden op deze dertiende worp kan
je er van op aan dat ze je casbah een aardig eindje zullen
wegrocken op negen november!
The Flaming Lips spelen op 9 november in de Ancienne Belgique
(Brussel).