Met Gulag Orkestar fietste Zach Condon zich als jonge belofte uit het niets naar de kop van het op Balkan-invloeden voortjakkerende muziekpeleton. Na de nieuwste tussenspurt van de heer Barnes en mevrouw Trost — beter bekend als A Hawk and a Hacksaw — zal Condon met zijn volgende album de ketting op het buitenblad moeten leggen, wil hij het gat ooit nog dichtrijden.
De plof waarmee Lucifer van de hemel naar de hel stortte, zal hoogstens half zoveel irriterende decibels hebben geproduceerd als de smak waarmee Beirut — dankzij een draak van een EP — van zijn muzikale piëdestal viel. En zoals in alle mythologische verhalen staat ook nu iemand klaar om de nieuwe hemelse fakkeldrager te worden. Enter A Hawk and a Hacksaw.
Jeremy Barnes, vroeger drummer van Neutral Milk Hotel en een van de bezielers van het AHAAH-project, zocht niet alleen de muzikale mosterd in Oost-Europa, hij verhuisde zijn ganse gevolg telkens naar de regio. En hoewel, na tussenstops in Roemenië en Hongarijë, dit vijfde album is opgenomen in het vertrouwde Albuquerque, New Mexico, slaat de scherpe geur van Oost-Europa ook nu meteen in de neus.
In opener “Foni tu Argile”, een song weggeplukt uit de Griekse folklore, smeert een dikke klodder bouzouki een onorthodox laagje over een anders op en top Slavisch instrumentenpallet. Ook de volgende nummers tintelen als tierentijn uw virtuoze verhemelte en prikkelen uw zinnen met swingende accordeons, betoverende cimbalom en aangrijpende violen. Wie bij “Kertèsz” of “Hummingbirds” stoïcijns in de zetel blijft zitten om De Tijd te doorbladeren, gaat best op zoek naar de dichtstbijzijnde defibrillator. En na het horen van “Turkiye” boekt u allicht meteen een last minute richting Bodrum, schaft u zich een sjaal van Galatasaray aan en zweert u de rest van uw dagen bij kebab als middagmaal.
En dan is er nog “Vasalisa carries a flaming skull through the forest”. Qua songtitel moet dit nummer enkel onderdoen voor enkele Pet Shop Boys-excrementen, maar u hoeft allicht niet beneveld te zijn om luidop toe te geven dat u van dit muzikaal goudklompje houdt. Wie dacht in Beirut de mistroostige Weltschmertz van het Oosten te horen, kijkt best eens onder deze schedel naar binnen.
Kritisch als u — als trouwe goddeau-lezer — ongetwijfeld bent, schuifelt u ondertussen echter wat ongemakkelijk op uw stoel bij het lezen van dergelijke lofzang. En terecht. We kunnen niet anders dan betreuren dat een aantal van de nummers met weinig bijbrengende Engelstalige teksten werden gelardeerd. Al kunnen we best even glimlachen met de naïeve kijk op de kredietcrisis in “I am not a gambling man”: “In the cities and the towns, All the banks have been closed down, The bankers have all gone home, To make love to their wives, Like they were twenty-five.”
Al vijf platen tapt A Hawk and a Hacksaw uit hetzelfde Oost-Europese vaatje als Zach Condon. Daar waar Zach met zijn laatste een stinker van een wijnazijn afleverde, krijgen we hier ook deze keer een ferme grand cru geserveerd. Faites vos jeux, monsieur Condon.