Eenzame antihelden die al dan niet gewild buiten de maatschappij
staan. Religieuze symbolen. Zelfkwelling. Obessies. Yup,
schrijver en regisseur Paul Schrader is nooit een lachebekje
geweest – zijn verhalen zitten vol zware thema’s en personages die
zichzelf en de mensen in hun omgeving kwetsen, omdat ze op zoek
zijn naar een soort Bijbelse verlossing. Op z’n best geven zijn
scripts aanleiding tot onvergetelijke films (vaak in samenwerking
met Martin Scorsese): ‘Taxi Driver’, ‘Raging Bull’, ‘The Last
Temptation of Christ’. Wanneer hij zelf regisseert, zijn de
resultaten minder consistent: ‘Blue Collar’, ‘Hardcore’ en ‘Auto
Focus’ behoren tot zijn betere worpen, maar wie ooit zijn (door de
studio geweigerde) versie van de Exorcist-prequel ‘Dominion’ heeft
gezien, weet dat het ook niet altijd raak is. ‘Adam Resurrected’ is
wellicht zijn vreemdste film tot nu toe: een bizar drama over de
mentale littekens die de holocaust achterliet bij zijn
slachtoffers, met een neiging om weg te zakken in het groteske.
Jeff Goldblum speelt Adam Stein, een joodse circusartiest die
heel wat succes kent in het Berlijn van voor de oorlog. In de jaren
veertig wordt hij echter met zijn vrouw en twee dochters naar een
concentratiekamp overgebracht. Bij zijn aankomst daar wordt hij
herkend door commandant Klein (Willem Dafoe), de overste van het
kamp, die dan ook besluit om Adam bij zich te houden als zijn
persoonlijke huisdier. Letterlijk. Klein verplicht Adam om op
handen en voeten rond te kruipen en te blaffen als een hond. Hij
leeft van restjes vlees en slaapt in een hondenhok. Op die manier
slaagt hij er in om de oorlog te overleven, terwijl zijn
gezinsleden sterven. Het trauma en de schuldgevoelens waar hij mee
blijft zitten, zijn echter genoeg om hem uiteindelijk in een
psychiatrisch ziekenhuis in Israel te doen belanden, waar we hem
anno 1961 terugvinden. Adam verschuilt zich achter zijn charme en
het theatrale gedrag dat hij vroeger als artiest ook had – hij zit
stiekem aan de fles, houdt er een kinky affaire met een
verpleegster op na en windt zelfs zijn dokter (Derek Jacobi) rond
zijn vinger. Maar onder dat alles liggen de wonden van vroeger nog
altijd wijd open. Wanneer Adam in het ziekenhuis kennismaakt met
David, een jongetje van een jaar of twaalf dat zich volledig
gedraagt als een hond, ziet hij zijn kans om ook met zijn eigen
demonen af te rekenen.
Da’s een fascinerend gegeven, maar ook een zeer verraderlijk. In
een boek (de film werd gebaseerd op de roman van Yoram Kaniuk uit
1968) werkt zoiets zonder al te veel problemen, maar als je het
gaat visualiseren in een film, zit je in de praktijk natuurlijk wel
naar mensen te kijken die over de grond kruipen en blaffen. De
grens tussen het tragische en het grotesk lachwekkende is al snel
bereikt. Paul Schrader flirt eigenlijk de hele film lang met die
grens, en gaat er soms een eind over: Adam kan bijvoorbeeld alleen
nog seksueel opgewonden raken wanneer verpleegster Gina (Ayelet
Zurer, bekend uit ‘Angels & Demons’) letterlijk een hondje voor
hem speelt – handen en benen opgetrokken als pootjes, gaat ze op de
grond liggen om te beginnen hijgen en blaffen, vooraleer Adam haar
omdraait om haar (op z’n hondjes, dat spreekt voor zich) te nemen.
Dergelijke scènes zijn tragisch bedoeld, maar lopen ook heel wat
risico op een bad laugh. Om nog maar te zwijgen over een
scène waarin Adam een wandelingetje gaat maken met David aan een
hondenleiband, of één waarin hij in de woestijn rond het ziekenhuis
plots een brandende braamstruik ziet die tot hem spreekt. Schrader
bedoelt het allemaal doodernstig, en misschien is het makkelijker
om het serieus op te vatten als je het leest in een literair werk,
maar film heeft nu eenmaal de neiging om gebeurtenissen
letterlijker, concreter te maken. En daar zijn de gebeurtenissen in
‘Adam Resurrected’ niet altijd tegen bestand.
De regisseur heeft nochtans zwaarwichtige thema’s genoeg om drie
films mee te vullen. Er is het verlies van menselijkheid dat
plaatsvindt onder extreme omstandigheden: Adam wordt letterlijk
gedegradeerd tot een hond, en spendeert de volgende 15 jaar van
zijn leven aan pogingen om terug menselijk te worden. Wat maar
gedeeltelijk lukt (zie zijn eigenaardige seksuele voorkeuren),
totdat hij iemand anders ontmoet met hetzelfde probleem. ‘Adam
Resurrected’ is een film over al wat het bestiale in mensen naar
boven brengt, zoals oorlog en ook seks. Die ontmenselijking wordt
op een ander niveau ook gevoed door Adams schuldgevoel; het idee
dat hij op de één of andere manier medeplichtig is aan de misdaden
die tegen hem gepleegd werden. Hij had immers ook nee kunnen zeggen
tegen de commandant, die hem vervolgens zou hebben vermoord, zodat
Adam hetzelfde lot zou hebben ondergaan als zijn gezin. Maar hij
speelde het spelletje mee, bleef in leven, en veroordeelde zichzelf
tot een levenslange survivor’s guilt.
En dan zijn er de religieuze beelden. Adam kan zichzelf doen
bloeden zonder dat daar een aanleiding voor is, maar meestal
gebeurt het wanneer zijn schuldgevoel sterk opspeelt. ’t Is
onmogelijk om niet aan stigmata te denken. Adam twijfelt expliciet
aan het bestaan van God, wat uiteraard een oud moreel vraagstuk
oproept (dat verder niet bijster origineel is): als God bestaat,
waarom laat hij dan dingen als de holocaust toe? In de woestijn
komt hij zijn kwelgeest, commandant Klein, opnieuw onder ogen, in
een scène die sterke herinneringen oproept aan de verleiding van
Jezus in de woestijn in ‘The Last Temptation of Christ’ (met dat
verschil dat Willem Dafoe toen Jezus was, en nu de Satansfiguur).
En alsof dat allemaal niet genoeg is, ziet hij een brandende
braamstruik, en we weten allemaal wie dat ooit eerder heeft
voorgehad. Het valt trouwens op dat Schrader (een calvinist) vaak
nieuw-testamentische referenties gebruikt, in een verhaal over een
jood. Een brandende struik: ja. Stigmata: dat weet ik nog zo net
niet. Schrader lijkt de suggestie te willen wekken dat Adam een
soort Mozes is die zijn volk (de holocaustoverlevenden) uit de
woestijn van hun mentale problemen wilt leiden, maar hij slaagt er
niet in om de religieuze verwijzingen echt te laten samenkomen tot
een helder inhoudelijk punt.
Jeff Goldblum wordt alom geprezen om zijn vertolking als Adam,
maar ik vond ‘m over de top. Goldblum zet een ”Allo, ‘Allo’-accent
op van ik-zal-je-daar-gaan-hebben en gesticuleert alsof hij elk
woord dat hij zegt simultaan aan het vertalen is voor doven.
Gedeeltelijk valt zo’n theatrale vertolking te rechtvaardigen door
het personage (die altijd een circusartiest is gebleven, ook na al
wat gebeurd is), maar na een tijdje begon Goldblum behoorlijk te
irriteren. Willem Dafoe houdt zich meer in als commandant Klein,
hoewel zijn rol veel te beperkt is om de meubelen te redden. Ayelet
Zurer is goed (en bovenal bloedmooi) als Gina en Derek Jacobi hoeft
zich geen seconde in het zweet te werken om in alle waardigheid
door de film heen te slenteren.
‘Adam Resurrected’ is een film van extremen: extreme emoties,
extreme scènes en zelfs extreme acteerprestaties. Schrader heeft
interessante dingen te zeggen en zijn film is te fascinerend om een
totale mislukking te kunnen noemen, maar hij balanceert wel erg
onevenwichtig op het randje van de silliness.