Decor, 2009
Amerika lijkt vaak te bestaan uit glitter en glamour,
starlets en knappe binken, waar iedere dromer met veel
inzet de American Dream kan bereiken. Maar er is ook een
schaduwzijde, met miserie en eenzaamheid, doorsnee mannen en
vrouwen en dromers die enkel een American Nightmare hebben
verwezenlijkt. Richmond Fontaine verzorgt de soundtrack bij hun
leven, songwriter Willy Vlautin is hun chroniqueur.
Voor feelgooddeuntjes moet je dus duidelijk niet bij deze band
aankloppen. De focus van Willy Vlautin op de lagere sociale
klassen, op hen die het niet gemaakt hebben in het leven, bereikte
een summum op het machtige ‘The Fitzgerald’ (2005). Op die plaat
werden de ruigere rootsgitaren van hun eerste albums aan de kant
geschoven, en ingeruild voor een intimistische begeleiding van de
miniatuurverhalen die de lyrics vormen. Frontman Vlautin
schopte het sindsdien ook tot gevierd auteur met twee publicaties
op zijn naam. Zijn beide romans bieden eenzelfde milieuschets als
zijn songs.
‘We Used To Think The Freeway Sounded Like A River’ ligt in de lijn
van voorganger ‘Thirteen Cities’ uit 2007. De albums worden nog
steeds bevolkt door dezelfde figuren uit ‘The Fitzgerald’, maar de
instrumentatie is rijker. De invloeden die gastmuzikanten Calexico
op ‘Thirteen Cities’ aanbrachten zijn nog steeds voelbaar: hier en
daar duikt een blazerssectie op en de slide wordt op de
juiste momenten op de gitaar geplaatst. De muziek wordt daardoor
sfeervoller en weidser en minder beklemmend dan op ‘The
Fitzgerald’, waardoor de miserie misschien iets minder
confronterend en hard overkomt.
Toch serveert Vlautin nog steeds lappen diepdroef menselijk
ongeluk. In de opener ‘We Used To Think The Freeway Sounded Like A
River’ vertaalt hij op een poëtische manier het naïeve gevoel van
twee mensen, dat zich in hun belabberde woning inbeelden dat de aan
hun deur voorbijrazende snelweg een kabbelend riviertje is. De
uitzichtloosheid van het bestaan krijgt gestalte in ‘Ruby and Lou’,
een uitgebeende akoestische songs over een koppeltje dat wegvlucht
uit hun grijze bestaan en gedoemd is om tot het einde van hun dagen
te blijven vluchten.
Een melancholische blazerssectie uit de Calexico-school begeleidt
het refrein van de knappe song ‘The Boyfriends’, over een
alleenstaande moeder en de mannen die ze mee naar huis brengt. Dit
zijn het soort songs waar Richmond Fontaine het sterkst is: de
muziek is subtiel en zorgt voor een mooie inkleuring van Vlautins
teksten. ‘You Can Move Back Here’ en ‘Maybe We Were Both Born Blue’
zijn daarentegen twee rockers die liggen tussen Neil Young en
Wilco. Het lijken vooral songs die er bij optredens het tempo
kunnen inhouden, maar het zijn daarom zeker niet de nummers waarin
het grote talent van de band tot uiting komt.
Hoewel dit album niet het torenhoge niveau haalt van meesterwerk
‘The Fitzgerald’, maakte Richmond Fontaine met deze ‘We Used To
Think The Freeway Sounded Like A River’ al weer een even mooie als
mistroostige plaat. Nog steeds zullen Willy Vlautins aangrijpende
kortverhalen de songwriterfans bekoren en zullen de subtiele
country en americana arrangementen de rootsfans behagen. Zij die
van beiden houden hebben een koesterplaat in handen.
www.myspace.com/richmondfontaine