Soundtracks horen bij films zoals boter bij vis. Ze vormen een haast broodnodig ingrediënt, maar worden nauwelijks voor het eigen genot genuttigd. De muziek is slechts achtergrond, aangenaam maar niet opvallend. Een enkele keer is er echter sprake van een visie en staat de soundtrack tezelfdertijd ten dienste van de film en op zichzelf.
Vaak betreft het hier albums van componisten als Danny Elfman en — Noblesse Oblige — Ennio Morricone die voor een klassieke aanpak kiezen. Nick Cave en Warren Ellis bewezen echter (zij het niet als eersten) dat ook rockers in staat waren de filmwereld te recreëren met louter geluiden. Na de vingeroefening die The Proposition ondanks alles bleef, sloegen ze de wereld met verstomming met het prachtige en adembenemende The Assasination Of Jesse James By The Coward Robert Ford.
De droefenis en melancholie alsook het verlangen naar rust die elke seconde van de film voelbaar was, sijpelde uit de plaat en tekende het verhaal voor wie de film nog niet gezien had. Het nieuws dat Cave en Ellis de soundtrack zouden verzorgen voor The Road, een film gebaseerd op Cormac McCarthy’s gelijknamige boek, zorgde dan ook voor enkele overgeslagen hartslagen. Wie anders zou de desolaatheid en de strijd om te overleven in weerwil van een bestaan zonder hoop beter weten te omlijsten dan Cave en Ellis? Helaas geeft White Lunar daar geen antwoord op, de dubbel-cd is namelijk een compilatie van soundtracks geworden.
Naast enkele nog steeds bloedmooie tracks uit The Assasination Of Jesse James By The Coward Robert Ford, alsook een fors aantal songs van The Proposition zijn er op de eerste plaat toch nog zes nummers geschreven voor The Road terug te vinden. De desolate klanken slagen er perfect in de dystopische wereld op te roepen zonder zich te verliezen in een groteske apocalyptiek. De twintig minuten vormen een weemoedig geheel die het verlangen naar meer alleen maar aanwakkeren, een volwaardige soundtrack verschijnt in de nabije toekomst.
Op de tweede plaat zijn niet alleen nummers van twee documentaires The Girls of Phnom Pehn en The English Surgeon te horen, maar ook vier niet eerder uitgegeven songs. In tegenstelling tot de eerste plaat, vormen de nummers een onverwacht geheel, al is dit in belangrijke mate te danken aan het feit dat de rustieke, voorzichtig georchestreerde songs van de vorige platen, alsook The Road, na plaats geruimd te hebben voor een mix van “geluidsexperimenten”, aanzetten tot nummers en een enkel streepje melancholie, waardoor ze een minder uitgesproken en van elkaar onderscheiden sfeer uitdragen. Toch mag het zonde heten dat hier geen volwaardige releases uit voortvloeien.
In interviews mag Ellis graag beweren dat hij noch Cave zich wensen te reduceren tot klankmannen die het gepaste streepje muziek bij een bepaalde scène verzorgen. Ze beschouwen een soundtrack als een op zichzelf staand iets dat toevallig bij een film hoort. White Lunar klinkt hierdoor als een snelle cash-in die gek genoeg liefhebbers tracht te lokken met songs van de eerste cd maar vooral op de tweede als meer dan een goedkope smaakmaker klinkt.
Het had van meer lef getuigd indien de verzamelde songs op het tweede album beiden een volwaardige release gekregen hadden. Door op de eerste cd enkele succesnummers van de voorbije platen alsook een teaser voor The Road te plaatsen, heeft White Lunar zichzelf in de hoek van goedkope, nutteloze compilaties geplaatst en dat terwijl de songs die er op staan, meer verdienen.