anticon, 2009
Yoni Wolf op een eenvoudige manier introduceren is geen sinecure.
Wolf is onder andere bekend van eerder werk onder de pseudoniemen
Hymie’s Basement en clouddead. Hij is eveneens één van de stichters
en boegbeelden van het Anticon record label. En ondertussen is hij
met Why? na een handvol ep’s ook al aan zijn vierde full
length album toe. ‘Eskimo Snow’ is de naam en zoals dat
tegenwoordig hoort, is er aan het ontstaan van dit album ook een
verhaal verbonden.
Tijdens de opnames voor ‘Alopecia‘ groeide het
gevoel bij Wolf dat niet alle nummers op één en hetzelfde album
pasten. Er was een verschil in gevoel dat de nummers opwekten,
zodat het idee ontstond voor een aparte release voor deze songs.
‘Eskimo Snow’ was geboren. Het is echter geen verzameling b-sides
geworden of nummers die niet goed genoeg waren voor ‘Alopecia’. Het
verschil tussen beide platen steekt vooral in de vibe die
beide albums oproepen. ‘Alopecia’ stond vol bijtend sarcasme, de
instrumentatie klonk zomerig, en de plaat was harder en aggresiever
maar vooral strakker dan zijn opvolger. Wolf omschreef het toen
zelf nog als ‘elektro funk folk hop for the 21st century (that
you can dance or die to)‘. ‘Eskimo Snow’ is stiller,
donkerder, minder groots, subtieler en introverter.
Net als op alle vorige Why?-releases is de belangrijkste rol
weggelegd voor Yoni Wolf zelf. De vage beeldrijkheid en
levendigheid van de teksten, doorweven van onzekerheden, seks,
angst voor de dood, sarcasme en gewoon weirde shit tillen
de muziek op ‘Eskimo Snow’ naar een hoger niveau. Wolf weet als
geen ander in zijn teksten via vage poëzie, metaforen, sarcasme en
absurde humor rake oneliners af te vuren. Op die manier slaagt hij
er ook op ‘Eskimo Snow’ opnieuw in de luisteraar te boeien.
Op ‘Eskimo Snow’ wordt met de trage opener ‘These Hands’ meteen de
toon gezet. Vanaf de eerste noot is het al duidelijk dat dit geen
nauwkeurig afgemeten, pompende plaat wordt zoals ‘Alopecia’ dat
was. De instrumentatie is trager en lijkt meer vrijheid te krijgen.
Na deze opener volgt met ‘January Twenty Something’ een nummer dat
gebaseerd is op een deuntje dat Wolf vroeger pleegde te gebruiken
als bericht op zijn antwoordapparaat. Hij begroet de luisteraar met
‘If you called, and I didn’t answer/ There’s a chance I’ll get
back to you’. De intro van ‘January Twenty Something’ doet
trouwens heel erg denken aan ‘A Sky For Shoeing Horses Under’ van
op ‘Alopecia’, een nummer waarvan de geest wel meermaals rond
dwaalt op ‘Eskimo Snow’. Zo herneemt Wolf ook een stuk van dat
nummer op ‘One Rose’.
Wolf vervolgt ‘January Twenty Something’ met ‘Against Me’, waarin
hij de moodswings aan elkaar rijgt: breekbaarheid en angst
voor de dood (‘And when will someone swing a scythe against
me?’), humor (‘And they say electricity, can travel up
your piss stream’) en ontwapenende eerlijkheid (‘That’s
right, I’m like everybody else is/ Ashamed of sleep/ I lie when a
phone call wakes me’). Het broeierige, onregelmatige ‘Even the
Good Wood Gone’ bouwt op wat in ‘Into the Shadows of My Embrace’
uiteindelijk tot uitbarsting komt. Wolf laat volgend pareltje op
ons los: ‘They said sex will keep you young and make you older
at the same time/ They said sex will have left you aged normally/
and so I guess it’s sorta like smoking and walking at the same
time/ In that it will have left you aged normally’. De
ingehouden begeleiding laat ook voor de eerste keer echt de teugels
vieren wanneer Wolf ‘I wish I could feel close to somebody but
I don’t feel nothing’ huilt.
Nadien wordt op ‘One Rose’ de ingehouden pose terug aangenomen en
volgt met ‘On Rose Walk, Insomniac’ het zwakste nummer van de
plaat. Op dit nummer toont Wolf nergens zijn talent voor het
schrijven van een geweldige lyric of een meeslepende hook zoals hij
dat in het verleden wel al zo vaak gedaan heeft. ‘Berkeley By
Hearseback’ kabbelt op zijn beurt rustig voort, is best wel
aangenaam, maar toont ook opnieuw nergens de punch die we van Why?
gewoon zijn.
Op ‘This Blackest Purse’ beschrijft Wolf nog maar eens zijn angst
voor de dood (of is het morbide fascinatie?), het mag stilaan een
centrale thematiek in zijn teksten genoemd worden (‘and when a
thing starts finishing around me, I faint or fake a moustache, an
accent, or flee, in fear my expired license be pulled by sheer
proximity’). ‘Eskimo Snow’ sluit af met het nummer waar het
album zijn naam aan ontleent. Het is een gepaste afsluiter voor een
album dat behalve op ‘Into the Shadows of My Embrace’ nooit echt
een versnelling hoger kon schakelen, maar desondanks met momenten
toch kon bekoren met zijn ingetogenheid.
‘Eskimo Snow’ mag dan wel opgenomen zijn in dezelfde periode als
‘Alopecia’ (het vergelijken ermee is dus onvermijdelijk), toch komt
het qua eindresultaat niet in de buurt. Ondanks dat deze plaat
eigenlijk wel zijn merites heeft, vonden we de instrumentale
begeleiding vaak te braaf en wat punch missen, iets waarop
‘Alopecia’ wel hoog scoorde. Wolf toont een aantal keer zijn
kunsten als tekstschrijver, maar het is allemaal toch wat braver en
minder scherp dan we van hem gewoon zijn. Het is een onregelmatige
plaat met een aantal hoogtes maar toch ook wat laagtes die de
kwaliteit van ‘Eskimo Snow’ negatief beïnvloeden.
www.anticon.com/index.php?section=artist&target=Why&js=yes
www.myspace.com/whyanticon