Archive is een moedige band. Bracht de groep met Controlling Crowds afgelopen lente een massieve, 78 minuten durende brok muziek uit, dan haalden archivarissen Darius Keemer en Danny Griffiths het in hun hoofd om die live ook zo goed als volledig te spelen. Veel echt bekende nummers moest het publiek dus niet verwachten, een lange, bijwijlen briljante trip wel.
Is Archive al eens het Pink Floyd van de triphop genoemd? Neen? Dan is dat bij deze rechtgezet. Niet dat het bulkt van de opgeblazen varkens of andere groteske onzin in de Hallen, maar enige zin voor megalomanie is de groep niet vreemd. Nummers mogen al eens een kwartier duren, platen worden volgestouwd tot het gaatje, en dat die ook al eens als een echte suite in drie delen worden verdeeld is een evidentie. Drie delen? Tel daar nog maar eentje bij: binnenkort verschijnt op een aparte cd Controlling Crowds IV, een aanvulling op dat magnum opus van deze lente.
Net als op de tour rond Lights in 2007, kiest de groep ook deze keer voor een erg gestileerde aanpak, maar het concept lijkt minder strak. Dit Archive, ooit begonnen als het project van twee studiotovenaars met wat hired guns, is een echte groep geworden en dat zorgt voor een iets lossere aanpak dan voorheen. Er kan al eens wat commentaar van af tussen de songs, de muzikanten mogen zich iets meer tonen. Griffiths en Keeler kijken elk van een kant van het podium van achter hun toetsen toe, terwijl de groep in “Dangervisit” even helemaal loos gaat.
Met “Controlling Crowds” heeft Archive alvast de perfecte opener. Het begint met een eenzame synthklank, tot de beats over het publiek golven om tien minuten lang af en aan te wellen, terwijl zanger Pollard Berrier afwisselend slaat en zalft. Meteen volgt single “Bullets”, en het vermoeden dat de hele plaat er aan moet geloven daagt langzamerhand. “Hits” moeten we niet verwachten. Geen “Fuck You”, geen episch “Lights”, maar wel op een paar van de laatste nummers na, de hele monstrueuze zwik van hun laatste album.
Dat is goed — we hebben de plaat hierboven niet voor niets een meesterwerk genoemd — maar niet gemakkelijk. Controlling Crowds is geen plaat vol singles, en ankerpunten zijn moeilijk te vinden. Een echte trip wordt het ook niet helemaal, daarvoor vloeien de nummers niet genoeg in elkaar over. Maar de allesoverheersende sfeer houdt dit optreden recht: dit gaat niet om individuele songs, maar om het groepsgeluid. Niet dat het publiek daar erg om maalt. Dat gilt zich de longen uit het lijf en fluit de rest doof bij elke beweging die de groep maakt. De Franstalige wereld ging als eerste plat voor deze groep en blijft hondstrouw.
Een aantal songs krijgt dan toch wat meer gezicht dan de andere. “Quiet Time”, bijvoorbeeld: twaalf jaar nadat hij bij de groep vertrok, de triomfantelijke terugkeer van rapper Rosko John. Vaste zangeres Maria Q mocht dan wel niet mee op tour voor één nummer, “Collapse/Collide”, dat ze de band voorzingt op scherm, is één van de hoogtepunten van dit optreden. Begonnen met een eenzame piano waait het over archetypische triphopbeats almaar meer uit tot het als een wollige deken de Hallen inpakt. En plots valt op hoeveel warmer Archive tegenwoordig eigenlijk klinkt.
Het is weer Rosko John die zorgt voor de laatste uitschieter, met een fiks knallend “Bastardised Ink”: hevige, harde rap zoals Eminem die op zijn beste momenten kon afvuren. De groep voorziet er een licht industriële achtergrond bij, die naadloos past. Daarna laten twee nummers uit dat vierde deel van Controlling Crowds op het eerste gehoor niet het beste verhopen voor dat addendum. Zo zakt dit optreden in de staart nog heel even in, zodat setsluiter “Funeral” vooral nog even rekken lijkt, zelfs al is het mooi hoe de bandleden één na één het podium verlaten.
Bissen gebeurt met een heel oudje: “Londinium”. “Omdat het met dit nummer ooit allemaal begon”. Rosko John rapt alsof het slechts gisteren was dat hij samen met Keeler en Griffiths debuteerde. En dan toch een hit. Eentje. Vijftien minuten lang scheurt en zweeft het bittere “Again” over Les Halles, als een daverend orgelpunt. Een kleine toegift. Geen gemakkelijke dobber, dit concert, maar met zijn twee uur ook geen half werk. Sterke, maar eigenzinnige groep, dit Archive, en muzikaal allesbehalve uitverteld.