Relapse is goed op weg om een opvangtehuis te worden voor geluidsterroristen die na jaren van inactiviteit of gebrek aan wapenfeiten terugslaan met hernieuwde moed. Net als de grindcorehelden van Brutal Truth laat ook Coalesce van zich horen met een uitstekend werkstuk dat zijn status onaangetast laat.
Samen met een handvol andere bands stond Coalesce midden jaren negentig aan de wieg van een stroming binnen de extreme muziek die tot op de dag van vandaag nog steeds niet helemaal uitgemolken is. Het is die van de progressieve hardcore, een moeilijk te categoriseren variant tussen metalcore, sludge en mathcore. Bands als Dillinger Escape Plan en Converge worden dan wel vaker bedacht met het krediet, een band als Coalesce mag echter ook rekenen op aanzien. Van de originele line-up blijven intussen enkel gitarist Jes Steineger en zanger Sean Ingram over, maar de unieke, instant herkenbare stijl is nog steeds intact.
’Makkelijk verteerbaar’ is een begrip dat niet in het woordenboek staat bij de heren van Coalesce: hun muziek blijft een tegendraads, grillig monster, een explosieve cocktail van hoekige wendingen, dissonante gitaaraccenten en woest gebrul. Ingrediënten die zwaar op de maag liggen. Wat daarbij meteen opvalt: de opmerkelijk organische aanpak. Hebben veel bands uit het extreme hoekje de muziek zo geperfectioneerd dat ze uiteindelijk belandden bij een zielloos boeltje zonder enige schwung, dan zijn die van Coalesce erin geslaagd om de boel vitaal te houden. Ox getuigt van technische begaafdheid en innovatie, maar dan zonder te verzanden in klinisch geplingel en mét een hartslag.
Met hun vijfde studioalbum, het eerste in een decennium, breit Coalesce een vervolg aan de productieve tijden van eind jaren negentig. Conservatieve hardcorefans hebben weliswaar niets verloren bij Ox: de band weigert halsstarrig om maar één eenvoudige, rechtlijnige, meteen herkenbare song te schrijven. Je krijgt nu en dan wel toegankelijke stukken, midtempo brokken die je met wat goede wil een groove kan toedichten, al is het vooral de concentratie en volharding van de luisteraar die het werk moet verzetten. Van meebrullen is geen sprake, geen mens verstaat immers meer dan een paar woorden van Ingrams schreeuwtherapie, en dat geldt eigenlijk ook voor herkenning tout court. De songs zitten zo contrair en onvoorspelbaar in elkaar gestoken, dat de eerste luisterbeurten volledig gespendeerd worden aan het vertrouwd raken met de stijl van de band.
Ondanks enkele buitenbeentjes, zoals de aaibare instrumentals "Where Satires Sour" en "We Have Lost Our Will" en de bluesy intro van "Wild Ox Moan" (een eerste hoogtepunt), is het vooral de brute kracht, gestuurd via precisiebombardementen, die ronduit verbluffend blijft doorheen deze taaie vijfendertig minuten. Songs als "The Villain We Won’t Deny", "The Purveyor Of Novelty And Nonsense" en "In My Wake, For My Own", mooi gegroepeerd in het midden van het album, laten een band horen die zich door niets of niemand laat tegenhouden, resoluut kiest voor de moeilijke route en tekeergaat als een hysterische pletwals van gehamer en gekeel.
Meest opvallend is daarbij het gitaarspel van Steiniger, die de alombekende hardcoretrucjes vaak laat voor wat ze zijn en de songs opvult met bluesy gekrabbel, dissonante accenten en onverwachte licks die ook perfect op hun plaats zijn binnen de wereld van de experimentele muziek. Mooi voorbeeld: "By What We Refuse", dat doet vermoeden dat iemand Steineger vroeg een Beefheart-element in de muziek te steken. Het trekt aanvankelijk als een tang op een varken, maar het wérkt wonderwel binnen de ideeënsoep van de band.
Naar het einde toe wordt het allemaal wat veel, ben je wat sufgebeukt door al die wendingen, breaks en het nogal monotone gebrul van Ingram, maar je kan er niet omheen: Coalesce klinkt springlevend en energieker dan ooit op Ox en bewijst dat het vaatje nog niet is leeggetapt. Net zoals Brutal Truth onlangs uithaalde met een ziedende genreplaat, zo ook geeft Coalesce de jongere generatie het nakijken met een complexe en vitale knaller die bewijst dat zijn houdbaarheidsdatum nog niet overschreden is.