"Geweeklaag en tandengeknars weerklonken in de betere rockkringen toen in 2005 de Welshe band Mclusky ophield te bestaan. Uit de asse herrees Future Of The Left die op zijn eersteling Curses met dezelfde rauwheid, energie en chaos de wereld een poepje liet ruiken. De ’sossen’ zullen het graag horen, maar ook na Travels With Myself And Another is er nog toekomst voor links.
Na de venijnige breakup van de compromisloze indieband Mclusky ging bassist Jonathan Chapple verder met Shooting At Unarmed Men (prachtige tongue-in-cheek groepsnaam), zanger-gitarist Andy "Falco" Falkous en drummer Jack Egglestone haalden Jarcrew-lid Kelson Mathias aan boord en lieten hun fragmentatiebommen los onder de naam Future Of The Left.
Future Of The Left heeft zijn oor goed te luister gelegd bij Pixies, The Jesus Lizard, Big Black, Shellac en cultband Les Savy Fav. Muzikaal ligt de groep in het verlengde van Mclusky en dat is een huizenhoog compliment. De songs op Curses hapten als bitsige pitbulls naar de kuiten van de nietsvermoedende luisteraar. Nieuw was de passionele vrijage met synths maar vergis u echter niet, hier geen Mel & Kim-toestanden (yep, we weten iets af van eighties bagger). De Future-synth is even doeltreffend als een machete of baseballknuppel.
"C’mon Rick – I’m not a prize. I’m not a cynic or one of those guys", sneert frontman Falco in het openingsnummer en de toon is gezet: ADHD-punkrock met hoekige en kloeke staccato riffs, onweerstaanbare, hooliganeske refreinen met nonsensicale, bijtend absurde teksten, puike breaks, drums en lage, verwrongen bassen die aankomen als een kopstoot van een Albanese buitenwipper, en dit 33 minuten lang.
Hystericus Falco — men neme het zaad van Jello Biafra, Black Francis en Johnny Rotten en de wetenschap doet de rest — schreeuwt, spuwt en blaft, ja hijgt ("It doesn’t look like a man, it doesn’t talk like a man but does it fuck like a man?”) met het schuim op de lippen zijn lyrics. De Welshman zou je schaamteloos grijnzend aankijken terwijl zijn rottweiler een dampende drol op je drempel achterlaat (om daarna gauw met een schalks "Just kidding, mate" het hondenzakje te voorschijn te halen). Hij post trouwens hilarisch vileine bijdrages op zijn blog.
Zuivere prijswinnaars zijn "Arming Eritrea", "Chin Music", "I Am Civil Service" en het beste nummer "Drink Nike": ze staven een vlekkeloze instrumentale interactie met ziedende lyrics en mikken ongegeneerd naar het kruis.
Briljant is ook de antileuze "Come join come join our hopeless cause, come join, come join our lost cause" in het stampende, militaristische "The Hope That House Built" dat prima de postmoderne erosie van ideologische bevlogenheid lijkt te bezingen.
Sluitstuk "Lapsed Catholics" begint mijmerend akoestisch met krankzinnige gedachtesprongen over onder andere Morgan Freeman en Skynews om in een vernuftige lawaaityfoon te ontaarden.
De teksten bestaan trouwens vaak uit inside jokes en messcherpe absurditeit en ook wij, die onvervaard het meest hermetische werk van Peter Verhelst ter hand durven te nemen, begrijpen niet alles. Wie "Those tans are a curse cos they promise so much health and how far can you rise on borrowed sellotape" kan verklaren, mag het de goddeauredactie per gele briefkaart laten weten.
Toegegeven, het is spijkers op laag water zoeken, maar we voelen dat sommige nummers ("Yin/Post-Yin", "That Damned Fly") wel waren gevaren bij wat verrassendere en morsigere gitaaruitbarstingen en hooks. Het debuut Curses was een tikje snediger, energieker en
had meer een attitude, met songs als "Small Bones Small Bodies".
Dit is muziek zonder franjes, subtiliteit is ver te zoeken en dat is maar goed ook.
Het scheppend nihilisme van Future Of The Left heeft op Travels With Myself And Another meer dan voldoende parels afgescheiden.
Het staat vast: wanneer de apocalyps aanbreekt, zullen Falco en de zijnen zich doodvreten, -zuipen, -neuken, of –snuiven. Die laughing dus.