
Ninja Tune, 2009
De Britse Fin Greenall, beter bekend als Fink, is in de afgelopen
jaren uitgegroeid tot een van de paradepaardjes binnen de stal van
indielabel Ninja Tune. Zijn typische akoestische escapades, die we
al uitgebreid op ‘Distance Time’ konden horen, zijn dankzij de
opvolger ‘Sort of Revolution’ terug van weggeweest. De voormalige
deejay uit Brighton werkte ditmaal samen met soulartiest John
Legend en schotelt ons wederom een mix voor van akoestische nummers
met heel wat van jazz- & soulinvloeden.
Met opener en titelnummer ‘Sort of Revolution’ geeft Fink een
ingetogen indruk, die heel wat gelijkenissen vertoont met zijn
oudere werk. Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van enkele
achtergrondzangers om de melodie beter in de verf te zetten. Fink
weet bij aanvang al de juiste snaar te raken en slaagt erin om met
zijn zachte en licht hese stem deze rustige kleinkunstmuziek
boeiend te houden. De collaboratie met John Legend heeft zijn
vruchten afgeworpen, onder andere bij ‘Move on Me’ en ‘Maker’.
Beide zijn gekenmerkt door een prikkelende soulinvloed (vooral
‘Maker’, door de zeer aantrekkelijke sfeeropbouw), hoewel Fink er
altijd in slaagt om zijn eigen stempel op de muziek te drukken.
Zijn stemtimbre past ook wonderwel bij het iets uitbundigere
werk.
Bij ‘Six Weeks’ weet Greenall met zijn pure en onversneden
gitaarmuziek de luisteraar meermaals te raken. Daarbij zijn goed
doordachte teksten, die zich tevens uitstekend lenen tot een
ingetogen luistermuziek, significant. Fink overstijgt geregeld de
afstand tussen muzikant en luisteraar, zodat het lijkt alsof hij
zijn songs live in de huiskamer brengt. In ‘Nothing Is Ever
Finished’ gaat hij verder op datzelfde elan. De vaak terugkerende
diepmelancholische toon verraadt een (onbewust?) verwantschap met
bluesartiesten uit de 20e eeuw, waardoor we Finks muziek
gerust kunnen beschouwen als een moderne (maar geslaagde) variant
op de blues.
De overige nummers gaan verder in dezelfde stijl, maar weten met
kleine variaties altijd een nieuw element toe te voegen. Opvallend
is dat het ritme altijd goed benadrukt wordt door middel van
gedempte strums op de gitaar. Bij ‘Q & A’ krijgen we
nog een kleine verbroedering tussen muziekstijlen – let vooral op
het neuriën op de achtergrond – en een leuke wisselwerking tussen
Fin Greenall en de andere zangers. Het nummer bevat echter net iets
te weinig slagkracht om volledig te overtuigen.
De finale climax laat op zich wachten tot afsluiter ‘Walking in the
Sun’. Oorspronkelijk geschreven door Jeff Barry, maar herwerkt door
Fink, ontpopt het nummer zich tot de onverwachte verrassing op
‘Sort of Revolution’. Zowel het ritme als het gevoel zitten goed
vanaf de eerste seconde, en de muziek bouwt zich geleidelijk op om
in een drietal minuten enkele serieuze prikken uit te delen. Een
sterk staaltje van soulpower met een eigenzinnig vleugje
Fink. Een uitstekende ontbolstering die na het afspelen altijd de
hunker versterkt om ‘Sort of Revolution’ nogmaals te
beluisteren.
Weinigen bezitten het talent en vakmanschap van Fin Greenall om
slechts met een handvol teksten en een akoestische gitaar een
boeiend muziekalbum te construeren. ‘Sort of Revolution’ verschilt
in vele opzichten weinig van zijn voorganger, maar dat is in elk
geval geen nadeel. Deze onconventionele pop weet de echte fans
zeker te bekoren en bezit de mogelijkheid om ook de modale
muziekliefhebber te verleiden. Benieuwd wat we in de toekomst nog
mogen verwachten.
http://www.myspace.com/finkmusic
http://www.finkworld.co.uk/