Crazy Horse is voorlopig met pensioen gestuurd, maar met de toepasselijk genaamde Electric Band gaf Neil Young zaterdagavond een zinderend concert. Zo eentje dat bewees dat hangende huidkwabben het rocken hoegenaamd niet in de weg staan.
Zou het Neil Young zijn opgevallen dat de arena waar hij zaterdagavond aantrad wel heel klein leek? Was de nood aan Neil Young-optredens bevredigd met het knappe optreden op Werchter vorig jaar? Is het recente Fork In The Road — Youngs slechtste plaat in meer dan een decennium — iedereen slecht bevallen? Of waren het misschien de ticketprijzen die "Cough Up The Bucks"-gewijs de pan uitswingenden? Hoe dan ook moest het podium van het Sportpaleis tot bijna de helft worden opgeschoven om de zaak goed gevuld te krijgen. Maar wie het geld opgehoest kreeg, mocht zijn beide pollekes kussen: dit concert was er eentje om in te kaderen.
Sinds zijn ticketprijzen Frank De Winne-gewijs de hoogte inschoten, levert Dinosaur Sr. gelukkig ook waar voor zijn geld. Liefhebbers zullen de songkeuze nogal voorspelbaar vinden, voor hen is er de recente verschenen Archives-reeks. Wie een Sportpaleisje speelt, weet dat hij de doorsneefan moet plezieren, en dat deed Young met een setlist die verdacht hard op een greatest hit leek. Enkel het wat drammerige "Spirit Road" misstond hier.
Young heeft te veel gezichten om allemaal aan bod te komen, maar van het akoestische "Old Man" tot woeste gitaarjams als "Like A Hurricane" was het variatie troef. Knus op elkaar, als stonden ze samen te spelen in een huiskamer, levert de band met onder andere Youngs oude fellow traveller Ben Keith en vrouw Pegi Young knap werk.
Van bij opener "Love And Only Love" viel trouwens op hoe goed de klank zat, zeker naar de normen van het anders zo rommelige Sportpaleis. "Hey Hey My My (Into The Black)" passeert nog iets te log, maar vanaf "Everbody Knows This Is Nowhere" en "Pocahontas" is de band opgewarmd en ronkt en knarst alles zoals het moet. Een lang uitgesponnen en machtig "Cortez The Killer" volgt. Al kan het ook eens foutlopen. "Comes A Time" begint met een valse start ("too fast for the way I feel now") en moet opnieuw ingezet.
Hartverwarmend is het onverwoestbare "Heart Of Gold", waar de akoestische Neil Young nog eens bovenkomt. Met een mooi ingetogen "Old Man" volgt nog wat werk uit de knappe singersongplaten waarmee Young doorbrak. En dan is het tijd voor een grootse finale met een heerlijk "Mansion On The Hill", "I've Been Waiting For You" en een scheurend "Rocking In The Free World". Met een lang "Like A Hurricane" volgt nog één bis, maar wat voor één: Young wekt de ene na de andere gitaarstorm op, rekt het nummer tot het uiterste, om dan toch met een dreunende gitaarstoot te eindigen. Indrukwekkend.
""Old Man" indeed", smst collega (pf) ons na afloop. Op de close-ups op de videoschermen viel het grote opagehalte van Young inderdaad behoorlijk op. Maar ondanks al die wapperende keelflappen heeft Neil Young nog niets aan vitaliteit ingeboet. Dertien jaar geleden spoorde het optreden van Neil Young op Rock Torhout ons aan om zijn hele werk eens te gaan exploreren. Het gevoel dat we meer Neil Young nodig hebben in ons leven, hebben we ook vandaag nog eens.