Dit voorjaar gelastte Deerhunter zijn Europse tournee af wegens “niet nader gespecificeerde ziekteverschijnselen”. Goddank: de zieken genazen en nieuwe concertdata rezen als paddenstoelen uit de grond. Voor onze landgenoten die in februari op hun honger bleven zitten kwam een herkansing op 28 mei. Althans voor de snelle beslissers, want het concert was in een oogwenk uitverkocht.
De gelukkigen verzamelden zich in een eivolle Rotonde, waar de viermansformatie (deze keer geen Whitney te bespeuren) krachtdadig van wal stak met de intro en het titelnummer van Cryptograms. De rest van het concert bestond — niet geheel onverwacht — vooral uit nummers van het fel bejubelde album Microcastle / Weird Era Cont. “Never Stops” en “Nothing Ever Happened” — met die opwekkende drumpartij — konden al meteen bekoren.
Het werd even muisstil toen frontman Bradford Cox met heldere stem het ingetogen “Microcastle” inzette, gebaad in een witgeel licht; voor alle duidelijkheid: het werk van de spots, niet zijn aura of religieuze uitstraling. In de daaropvolgende nummers wisselde de band moeiteloos af tussen de experimentele en meer toegankelijke partijen uit zijn oeuvre, in een aaneenschakeling van hoogtepunten. Het nieuwe nummer “Rainwater Cassette Exchange” van de gelijknamige EP was verrassend aanstekelijk en ook “Circulation” kon rekenen op veel bijval uit het publiek.
Naar het einde van de set vroeg Bradford weifelend of het publiek zich wel vermaakte: “Wake up guys, rock concert! Happy face, excitement. We're trying.” Misschien wordt het toch eens tijd dat we buitenlandse artiesten erop attent maken dat ze bij een Belgisch publiek beschaafd hoofdgeknik en microscopische heupbewegingen mogen vertalen als enthousiasme. Niettegenstaande deze uitspraak kwam de band toch terug voor een half uur durende bisronde, beginnend met het psychedelische “Cover Me (Slowly)” en het bijwijlen poppy “Agoraphobia”.
Op aanvraag van het publiek volgde daarna “Saved By Old Times” en de groep gooide er nog een zeer uitgesponnen versie van “Calvary Scars” bovenop. Naar het einde van dat nummer bleef Bradford alleen op het podium achter en zorgde hij — gewapend met zijn gitaar en versterker — voor een noisy outro van maar liefst tien minuten. Dit ontlokte na afloop gemengde reacties in het publiek, gaande van “Wat een belachelijk einde.” tot “La fin était géniale!”. Toegegeven, die outro was misschien wat overdreven, en niet meteen een massage voor de trommelvliezen, maar wie zijn wij om je-m'en-foutisme en zin voor experiment tegen te gaan?