Even verpozing op Les Nuits Botanique zondagavond: tussen de knalharde electropop van Telepathe en de gepolijste country van Charlie Winston was daar Clare & The Reasons, verscholen in het rood fluweel van het Museum. De New Yorkse bezingt de liefde met een hang naar jazz, chanson, zwart-wit films en Van Dyke Parks.
{image}Het overzeese debuut The Movie — twee soloalbums uitgebracht in eigen beheer zagen hier nooit het licht — is ondertussen al twee jaar oud. Eerder stond ze al in de Botanique als voorprogramma van My Brightest Diamond.
“Ze” is Clare Muldaur, dochter van Geoff en Maria Muldaur — singer-songwriter-vrienden van Bob Dylan — en zus van Jenni Muldaur, achtergrondzangeres bij Rufus Wainwright. Clare’s subtiele liefdesliedjes werden opgepikt door het Franse platenlabel Fargo en vervolgens doodgeknuffeld door Frankrijk. Muldaur sprong onlangs nog op de tourkaravaan van vrouwenfestival Les Femmes S’En Mêlent.
De liefde is wederzijds. Clare & The Reasons verbergt haar adoratie voor alles wat Frans is niet. Single “Pluto” krijgt drie nummers later al een Franse versie (“Pluton”) aangemeten. Een zingende zaag neemt het, een paar maten trager, over van de pizzicato-strijkers van het origineel. Ook het brugje waarin ze overschakelt naar een versnelling die ze van The Carpenters gestolen kon hebben, wordt weggelaten. Het nieuwe “Perdue à Paris” flirt met de taal en de typische Parijse sfeer die aantrekkelijk lijkt te zijn voor Amerikanen. De povere tekst (“Dans les rues de Paris il y a des fromageries”) en de tijdelijke wens Edith Piaf te zijn werken niet echt in haar voordeel.
Maar ook de ware liefde pikte Muldaur in Frankrijk op. In de straten van Parijs ontmoette ze violist/multi-instrumentalist Olivier Manchon. Ze werden verliefd, verloofd, trouwden en Manchon werd een van haar Reasons. De veelbetekenende blikken zijn alom aanwezig op het podium. Manchon voelt zich bovendien geroepen om met zijn bindteksten en ludieke intermezzo’s — een blokfluitcover van Rocky’s “Gonna Fly Now”, een partijtje Rubiks-gooien,…– de entertainer van dienst te zijn.
Clare & The Reasons wil het vooral gezellig maken: van de rekwisieten op het podium –lampen, iedere muzikant verantwoordelijk voor een deel van de percussie — tot de eigen outfit, van kop tot teen in het rood. Ondanks het uitgekiend schouwspel slaagt ze er toch in meer authenticiteit in de nummers te nestelen dan op plaat. De strijkers — verzorgd door een cellist en Manchon op viool — behouden de sfeer van arrangeur Van Dyke Parks — die ook op het album hulp aanbood — maar zwellen minder dik aan. Muldaurs stem kweekt een eigen karakter in plaats van voortdurend te verwijzen naar Rickie Lee Jones of Stina Nordenstam.
“Alphabet City” vindt zijn plaats in een donkere jazz-club, waar ook The Reasons’ versie van klassieker “Georgia On My Mind” uiteraard niet misstaat. “Love Can Be A Crime” en heimwee naar een overleden partner “Cook For You” (met de ontroerende zin “And I like to talk to you / While I brush my teeth / Because I have so much to say”) flirten dan weer openlijk met filmklassiekers als Casablanca of Breakfast At Tiffany’s. De perfecte vierstemmige koortjes nemen ons terug naar het balkonnetje waar Audrey Hepburn haar Moon River zong, ook al waren die in die scène afwezig. Speelser zijn “Nothing/Nowhere”, “Rodi” of Tears For Fears-cover “Everybody Wants To Rule The World”, die ze een Fleetwood Mac-tintje meegeeft. Ook het nieuwe materiaal — een nieuw album is in de maak — leunt aan bij dromerige, subtiele, maar nooit te serieuze melodieën.
Te klasseren bij eigenzinnige stadsgenotes Joan As Police Woman en Regina Spektor en wachten tot het mondaine trekje afslijt.