Ferret
Records, 2009
De neo-thrashgolf blijft ongenadig inbeuken op de dijken van
metalland. Zo komt samen met de briesende schuimkoppen dit schijfje
aangerold vanuit de desolate schrootoceaan Detroit. In de
Noord-Amerikaanse motor city is het namelijk NIET
aangenaam toeven: er is geen werk, geen geld, geen beleid, geen
toekomst, en enkel nog een Mc Do’ om aan je dagelijkse calorieën te
komen. Het is dan ook niet onlogisch dat de Detroitians in
het algemeen en de lokale punk- en metalgemeenschap in het
bijzonder de leuze ‘Destroy everything, Worship nothing’
huldigen.
Een van die bands is Hellmouth. De groep werd ongeveer anderhalf
jaar geleden opgericht, en na een demo (vorige lente) bracht het
gezelschap deze winter al een eerste album uit. Recessie of niet:
je moet het ijzer smeden als het heet is en dat weten ze in de stad
van de roestige staalindustrie ook wel. Hypes zijn immers net zo
vergankelijk als een hoogconjunctuur. Toch menen we dat de furie
die uit deze 14 songs knalt niet helemaal ingegeven is door de
economische malaise, of dat het kwartet plots gefascineerd werd
door de metal van 20 jaar geleden, zoals zoveel jeugdige bands.
Nee, hun woede is oprecht, en bovendien verdienden de leden van
Hellmouth in het verleden al hun sporen in andere punk-, hardcore-
en metalbands.
De cd begint met ‘Pick a Coffin’ en ‘Overtime in a Shark Cage’,
twee korte maar krachtige woede-uitbarstingen die de twee minuten
niet halen. Vooral het eerste nummer is een hevige wervelstorm, die
zo snel mogelijk korte metten wil maken met de eventuele
terughoudendheid of scepsis bij de luisteraar. In het tweede nummer
laat de band al even horen ook andere interesses te hebben dan
razende oude school punk/thrash-crossover. Niet dat u hierna hoeft
te stoppen met moshen, want nummer drie – het langere ‘Pawnshop St.
Christopher’ – mag dan wel melodieuzer klinken, nog steeds blijven
het tempo hoog en de gemoederen verhit.
De volgende track is slechts een half minuutje lang en eigenlijk
overbodig. Sommige bands kunnen in minder dan een minuut naar je
strot vliegen en littekens nalaten, maar Hellmouth heeft er toch
moeite mee. Behalve dit staan er nog drie nummers van minder dan
twee minuten op, en ook zij horen eerder thuis in het vakje
‘vullertjes’ dan onder het kopje ‘kort maar krachtig’.
Hoewel de band zich duidelijk het meest verwant voelt met de
punk/metal-crossover bands van de jaren ’80, kunnen de jongens niet
verstoppen dat ze opgroeiden in de jaren ’90. En welke band werd in
dat decennium op handen gedragen door de Amerikaanse white
trash metalpubers? Juist, f*cking Pantera! Hellmouth dikt zijn
nummers dan ook graag aan met lompe grooves, waarin ook
die Texaanse bourbonslurpers gretig grossierden.
Soms mag het echter nog zwaarder en drammeriger en dan komen we al
gauw uit bij sludge toestanden zoals die in de jaren 90
ook al werden geproduceerd door enkele ingezeten van New Orleans.
Zo worden in ‘Oblivion and Utopia’ snelle stukken thrash
afgewisseld met lompe grooves, en is ‘Blackest of Voids’
een midtempo rompestomp die je als een gek doet
vuistzwaaien. Niet al die grooves komen echter even goed
tot hun recht. De muur van feedback en samples die wordt
opgetrokken in het laatste nummer is er gewoon veel te veel
aan.
In twee nummers van deze plaat komt al het sterke van Hellmouth
bijeen. ‘Dust’ is een nihilistische tirade tegen de hele wereld,
waarin de rauwe schreeuwvocalen duelleren met de gierende gitaren
en een vettige, ronkende basgitaar met de kracht van een
kettingzaag de illusies van de luisteraar bruut trancheert.
‘Crooked Teeth’ is misschien iets minder wereldschokkend, maar deze
scheldpartij combineert wel op erg efficiënte wijze een degelijke,
standaard thrashriff met een groovy ritme waar we maar
niet genoeg van krijgen.
‘Destroy Everything, Worship Nothing’ is zeker geen essentiële
metalplaat. De vier leggen wel passie in hun songs en weten er
genoeg mee te doen om het interessant te houden, maar jammer genoeg
lukt dat niet iedere keer. Opvallend is wel dat vooral de langere
nummers, waarin een verscheidenheid aan invloeden wordt
tentoongespreid, meer beklijven dan de korte, hevige
thrashpunkaanvallen. Daarom zijn we er na deze plaat van overtuigd
dat Hellmouth een band met potentie is. We mogen immers niet
vergeten dat de groepsleden nog geen twee jaar samen
musiceren.
Wanneer Hellmouth op deze manier verder aan de weg timmert, zou het
ons niet verbazen wanneer dat binnen het jaar al een stevige kraker
van een plaat oplevert!