De titelloze EP was zo goed dat we al een plaatsje in onze Top3 van 2009 gereserveerd hadden voor het hipste sextet van het moment. Net iets te voorbarig zo blijkt. Tentacles mist immers de energie, de chaos én de songs die zijn voorganger zo onweerstaanbaar maakten.
Toch is het geen slechte plaat. Als dit het debuut geweest was, dan hadden we ongetwijfeld goedkeurend geknikt en de groep een paar dagen het woord laten voeren op onze iPod. Maar kijk, een mens sleept nu eenmaal een verleden met zich mee en de tomeloze creativiteitsexplosie van de woeste EP staat nog veel te fris in ons geheugen gegrift om even enthousiast te gaan kwijlen voor Tentacles. Die plaat zou de laatste release worden van het legendarische Touch & Go records (ooit thuisbasis van culthelden als Shellac, Slint, Butthole Surfers, The Jesus Lizard, Mekons en The Ex!), maar gelukkig doen geruchten de ronde dat het T&G-verhaal nog niet helemaal voorbij zou zijn. Tentacles klinkt dan ook niet als een gepaste finale, idealiter een groep op de piek van zijn kunnen.
Het blijft intussen een hekele zaak om de sound van Crystal Antlers te omschrijven. Die situeert zich nog steeds tussen een overstuurde variant van garage/psych uit de mid-60s en een omweg via soulpunk en prog, al wordt bij het album een iets gepolijster werkstuk afgeleverd. De zeurderige toetsen en de schreeuwerige zang, die een beetje doet denken aan Titus Andronicus, staan deze keer centraal. Het komt de toegankelijkheid van de muziek ten goede, maar zorgt er ook voor dat de band een stuk van zijn charme verliest, want die gierende feedbackgolven en constant met de chaos grenzende aanval op het gehoor, maakte EP net zo spannend.
Er vallen nochtans een aantal prima songs te rapen op Tentacles. Na de wat lange intro zorgt het een-tweetje van "Dust" en "Time Erased" meteen ervoor dat de toon gezet wordt. Je hebt er geen idee van wat zanger Johnny Bell allemaal loopt te kwelen, al maakt het allemaal niet zo veel uit. De songs staan immers bol van zo veel creativiteit en energie dat een gebalde drie minuten, slechts bereikt door de helft van de songs, volstaan om indruk te maken. En even lijkt het er op dat het album toch een straffe impact gaat hebben, want de theatrale ballad "Andrew" zet de kwaliteit verder. Helaas valt het album daarna ten prooi aan een frustrerende ongelijkheid die bijna-momenten afwisselt met overbodige of teleurstellende songs.
De titeltrack is een fijne lap gierende psych (maar waarom worden die jankende gitaren zo ver weggestopt?), met baldadige King Crimson-verwijzing, maar het zit wat verloren tussen "Vapor Trails", dat even gewichtsloos is als de titel doet vermoeden, en "Until The Sun Dies (Part 1)", dat het kansloos moet afleggen tegen zijn opvolger, die al op de EP terechtkwam. En als er als iets bestaat als Crystal Antlers-volgens-het-boekje, dan komt die terug als "Memorized" en "Glacier": kinderlijke riedels en ietwat vreemde structuren die nergens weten te verrassen. Net zo bij gerekte afsluiter "Several Tongues", die nergens half zo spannend is als "Parting Song For The Torn Sky", een finale die ons wél murw geslagen achterliet.
Eerlijk? Tentacles bevat één (twee, als we "Andrew" meetellen op een goeie dag) song die moeiteloos het niveau haalt van de debuut-EP, en dat is "Swollen Sky", een verslavende popsong Grand Cru die weggemoffeld is aan het einde van het album. Zonde! Op die manier slaagt een vrij goeie plaat met een schone hoes er in om toch voor een van de teleurstellingen van het voorjaar te zorgen. We geloven nog steeds in Crystal Antlers. Tentacles bulkt immers van de ideeën, al blijft de groep voorlopig ergens hangen in het niemandsland tussen ’enorme belofte’ en ’net niet’-band. Voorlopig houden we het dus bij EP en "Swollen Sky" en rekenen we op een monsterlijke revanche, ergens in 2010.