"Who says a rock band can’t play funk?", dacht Erlend Øye toen hij enkele jaren geleden als indierock-kidhet dansbare The Whitest Boy Alive opstartte. Op zijn nieuwe album Rules optimaliseert de bebrilde Noor zijn gestileerde funkformule: "We just got started, you can’t end this now."
Was het uit heimwee naar het groepsgevoel van Kings Of Convenience, het fluisterrockduo waar Øye samen met Eirik Glambek Bøe deel van uitmaakt? Feit is dat Rules bij een eerste luisterbeurt vooral als een coherente groepsplaat klinkt. Steeds verder weg van de geprogrammeerde beats heeft The Whitest Boy Alive een uitgebalanceerd evenwicht gevonden tussen gitaar, keyboard, drums en bas. Hierdoor klinkt het nieuwe album niet alleen een pak organischer dan zijn voorganger, het onzekere, aftastende karakter van het debuut Dreams maakt hier ook plaats voor een meer vrijgevochten, vinniger geluid. "Freedom is a possibility only if you’re able to say no", poneert Øye ruiterlijk in het uptempo "1517".
Rules klinkt bovendien vrij minimaal, zeker voor een plaat die zonder elektronische ondersteuning opgenomen is. Erlend Øye heeft zijn bekende Quiet is the new loud-gedachte op een unieke manier naar de dansvloer vertaald. "When I woke up the second day, all the noises have disappeared", klinkt het in afsluiter "Island". De funk zit ditmaal verscholen in de details. In het sobere gitaartje en in de prikkelende synthesizertonen van "Courage" bijvoorbeeld, een even spaarzaam als efficiënt nummer waardoor je beseft dat er aan Rules best lang gesleuteld is . Elk geluid heeft zijn eigen functie; zo gedoseerd en tegelijk zo dansbaar als in "High On The Heels" klonk The Whitest Boy Alive nooit eerder.
Was 2008 het jaar dat Jamie Lidell de blanke funk terug onder de aandacht bracht, dan is het dit jaar aan de licht ontvlambare variant, The Whitest Boy Alive, om het genre een nieuwe dimensie te geven. Hier en daar wordt wel openlijk in de vijver van Jamiroquai, Kraak & Smaak en Jamie Lidells Super Collider gevist, maar toch klinkt het geheel veel gebalder en verslavender dan voorgenoemde artiesten. Øye’s grootste troef tegenover dat trio is dat hij in de eerste plaats een meesterlijk tekstschrijver is. "It’s better that we build on the dreams in our own world/ Than a bridge in between the two/ That could never hold our weight", klinkt het fijnzinnig in "Rollercoaster Ride", een van de weinige nummers waarop de groep even gas terugneemt.
De belangrijkste conclusie is echter dat The Whitest Boy Alive zijn funk niet langer exclusief op maat van mannen met een bril en/of witte kousen maakt, maar evengoed op die van die sexy serveuse van uw favoriete bar. Rules is een verfijnde, en bovendien een uiterst efficiënte plaat die schreeuwt om hete en op het einde van de rit ongetwijfeld bezwete lijven. Om het met Erlend Øye’s eigen woorden te zeggen: "You only need to be more certain what it is you’re living for". The Whitest Boy Alive rules.
The Whitest Boy Alive stelt Rules op 14 april voor in de Ancienne Belgique in het kader van het Domino-festival.