Het is haast even verleidelijk als Nina Persson zelve om haar voor te stellen als een mooi melancholisch meisje dat mooie melancholische liedjes onder de sneeuwbol van haar stem stopt. Het wisselvallige werk met The Cardigans brengt daar echter heel wat nuances in aan; de tweede plaat van haar A Camp doet dat veel minder.
Ligt The Cardigans momenteel of zelfs voorgoed in de ijskast, dan lag A Camp achteraan in het vriesvak. Elf september was nog een datum als een andere toen de eerste plaat van Perssons soloproject verscheen. Aardig plaatje, daar niet van, maar A Camp miste een smoel, een beetje zonde als een gracieuze verschijning als Nina Persson het gezicht van je band is. Daar kon zelfs producer Mark Linkous van Sparklehorse niets aan veranderen.
Maar kijk eens aan: Persson blaast dat project nieuw leven in, en hoe. Voortaan is A Camp écht een driekoppige band (Niclas Frisk en Perssons echtgenoot Nathan Larson vervoegen haar), en Colonia tagt het debuut zelfs bijna als een valse start. Colonia is deze keer tenminste een geheel en telt enkele verrukkelijke songs die de stem van Persson als gegoten zitten, en omgekeerd. Het is een verrassend warme plaat die per luisterbeurt nog aan graden wint. Persson is zowaar enkele potten mosterd gaan halen in dezelfde winkel waar de Last Shadow Puppets al koopjes hebben gedaan, maar uiteraard gaat het er bij haar wat beheerster aan toe. Zie Colonia daarom veeleer als een zonsopgang na de platen van Richard Hawley.
"The Crowning" opent zachtjesaan de blinkende, goudkleurige gordijnen van de plaat met elegante arrangementen (blazers, piano, strijkers en achtergrondkoortjes) die soms schuifelend, soms zelfzeker om meerdere luisterbeurten vragen. En krijgen. Alleen al omdat ze altegader de perfectie bereiken in het majestueuze "Love Has Left The Room" — een nummer waarop ook uw ouders elkaar hadden moeten leren kennen bijna veertig jaar geleden. Heeft Persson ooit al een betere song geschreven? Gebruik de stilte die op die vraag volgt om het nummer nog eens te spelen. En nog eens. Wat een zanglijnen, wat een blinkend refrein, wat een glitterende weemoed.
Want "weemoedig" is een eigenschap die de bedrieglijk lieflijke Persson bijna op haar identiteitskaart moet hebben staan. In de eerste en gewoon degelijke single "Stronger Than Jesus" bekleedt ze de liefde weer met pek en veren ("It’s a curse, it’s the hammer that will break you/It’s a poison hidden in a bon-bon)" en in het sierlijk mooie duet "Golden Teeth And Silver Medals" laat ze de helaas ontzettend lullig klinkende Nicolai Dunger op de vraag "Do you think you’re happy, Nicolai?" antwoorden: "I don’t know the answer, Nina". Neenee, een panellid in de Zweedse versie van HT&D zal Persson niet snel worden.
Vierde bandlid bij de Ronettes bijna een halve eeuw geleden had haar dan beter afgegaan, te horen op "Here Are Many Wild Animals" waarin ze aan het einde het krols sluipende beest in haar even de redelijk vrije loop laat. Dat beest begint daarna helaas aan een winterslaap, want voorbij de helft heeft de plaat haar beste momenten gehad. "Chinatown" en "I Signed The Line" belanden met teveel van Perssons songs in uw vergeetput, hoe hard u ook uw best doet; "Eau De Colonia" en "It’s Not Easy To Be Human" zijn meer steriele sfeer dan song. Alleen "My America" haalt nog eens, welgekomen, steviger uit en pikt aan met het hoge niveau van de eerste zes songs.
Meer dan een aangename verrassing dus, deze tweede A Camp. "Stronger Than Jesus" is deze verrijzenis vooralsnog niet, maar op paaszondag 12 april zal in Trix tenminste een band staan die mooiere dingen belooft dan The Cardigans’ laatste plaat. "If you will forget me/I’ll slip your mind", zingt Persson in "My Love Has Left The Room". Die tijd is tóch nog niet aangebroken. Oef.