Weinig mensen weten het, maar wij hebben hier in Vlaanderen een Ricky Gervais van eigen bodem rondlopen. Zijn naam is Bart De Pauw en hij is de geestelijke creatie van niemand minder dan Bart De Pauw. De eerste is de meest talentloze narcist sinds David Brent onze beeldbuis teisterde en de tweede is de meest getalenteerde tv-maker sinds Mark Uytterhoeven ervan verdween. Hoe erg ‘Het Geslacht De Pauw’ qua opzet ook op ‘The Office’ lijkt, De Pauw is slim genoeg om niet de copycat uit te hangen en kiest voor een resoluut eigen toon. Waar ‘The Office’ even tragisch als grappig was, gaat ‘Het Geslacht’ meer voor de ongedwongen hilariteit en de scherpe satire. En voor de trage verstaanders: já, de reeks is dus wel degelijk helemaal in scène gezet.
Bart is een BV op zijn retour, die enkele vroege succesjes heeft gekend, maar in zijn thirties al volledig creatief uitgeblust lijkt te zijn. Hij woont samen met zijn vrouw, zotte doos Maaike (gespeeld door de immer fantastische, nog zottere doos Maaike Cafmeyer), hun kinderen, zijn broer Benny (de vleesgeworden – en dat mag u heel letterlijk nemen –artistiekerigheid) en zijn moeder. Komen ook regelmatig over de vloer: broer Tom, een gladde crimineel met een zwak voor vrouwelijk schoon, en diens vriendin Tine, een betoverend, maar dodelijk naïef waternimfje. Wat Tim en Dawn voor ‘The Office’ waren, dat zijn Tom en Tine voor ‘Het Geslacht’ – een emotionele houvast temidden van al dat komische geweld.
Wat hoogst origineel is aan de opzet, is dat de reeks gepresenteerd wordt als zijnde een echte celebrity reality soap – vandaar ook dat er aanvankelijk heel wat verwarring bestond over Bart, die als mens lichtjes teleur leek te stellen. Al vanaf de eerste scène, waarin Bart de eerste verwelkoming van de cameraploeg tracht te orchestreren, is het echter overduidelijk dat dit satire van het zuiverste water is. De ironie wordt meteen bevestigd door het hilarische introfilmpje en vanaf dan neemt De Pauw op geen enkel moment gas terug – en maar goed ook. De banaliteit van de roem, de trend van het sms’en voor televisieprogramma’s die evenveel met gsm’s te maken hebben als Amy Winehouse met een glas Fristi, en het instituut van ‘de Bekende Vlaming’ krijgen hier allemaal enkele stevige vegen uit de pan. Kijk maar eens naar die bekende scène waarin Bart gaat winkelen, op zoek naar ‘sponsors’ en ‘BV-korting’, of naar die waarin Bart zelf een fandag in elkaar steekt, en lách!
De finales van beide seizoenen doen er nog een schepje bovenop door met heel specifieke zaken de draak te steken. De parodieën werken op zich wonderwel, maar op een bepaalde manier zijn ze ook te betreuren. Deel één eindigt met een reeks onwaarschijnlijke, dramatische en vooral ironische cliffhangers en deel twee met de commercialisering van een belangrijk familiemoment. Op zich is de geleverde kritiek geestig en terecht, maar het staat wel een verdere betrokkenheid van het publiek in de weg. Van die laatste aflevering hadden ze echt een pareltje kunnen maken, maar nu worden enkele cruciale gebeurtenissen in het verhaal snel-snel afgehaspeld om er vooral een scherpe sneer naar (sommige) media van te maken. Natuurlijk valt dat wel te begrijpen – De Pauw is op zijn best als hij voluit voor het komische effect gaat – maar een iets meer nauwkeurige en subtiele karakterschets had het geheel zonder twijfel ten goede gekomen.
Geweldige hoogtepunten: Tom die met valse snor naar de cinema trekt om zijn lief niet te lang alleen te laten met haar nieuwe collega, Maaike die op een BV-receptie rondloopt met de achterkant van haar kleed in haar onderbroek, diezelfde Maaike die onwetend op de set van een pornofilm belandt, Benny die vastzit in een gipsen standbeeld en – onze noodles komen nú al door onze neus – Bart die enkele bedlegerige patiënten tracht op te vrolijken met zijn nieuwe typetje, de nazicliniclown. “WO SIND DIE JUDEN?” Ja, de “don’t mention the war“-sketch heeft een wáárdige opvolger gekregen. Ook altijd enorm geestig: Bart die het niet kan laten om terug te vallen op zijn vroegere successen, zoals vooral de man van Melle – zonder enig succes. Zelden iemand zijn eigen publieke persona zo te kakken weten zetten. Dat getuigt op z’n minst van een stevig paar kloten.
De Pauw en co hebben de kunst van de timing in het genre van de komedie volledig begrepen. Net als in ‘The Office’ zeggen de benepen stiltes meer dan de langste speeches en zorgt een opgetrokken wenkbrauw vaak voor een hilarischer effect dan een rondslingerende bananenschil. Subtiele trekjes, visuele gags en traditionele situatiehumor komen allemaal aan bod, wat een dynamisch en gevarieerd geheel tot gevolg geeft. Nergens blijft De Pauw stilstaan om een grap uit te melken en elke aflevering getuigt van een bewonderenswaardige creativiteit. Een iets duidelijkere lijn in de ontwikkeling van de personages had misschien een aangrijpender relaas opgeleverd – als je achteraf terugdenkt aan ‘Het Geslacht’, denk je vooral aan fragmenten – maar de reeks draait natuurlijk hoofdzakelijk rond de humor. En die is venijnig, gedurfd en toch ten allen tijde opvallend sympathiek. Er worden geen individuen te kakken gezet – de satire is duidelijk gericht op instituties, niet op mensen – en er valt geen vleugje bitterheid te bespeuren. Iets meer finetunen was misschien niet slecht geweest – de figuur van de opdringerige fan hadden ze er bijvoorbeeld gerust uit mogen laten – maar details als dit doen weinig af aan de kwaliteit van de reeks.
Het niveau van het Vlaamse drama is – enkele uitzonderingen niet te na gesproken – niet echt om laaiend enthousiast over te worden, maar we hebben hier wel enkele komische genieën rondlopen. Ricky Gervais mag van geluk spreken dat het Engels van Bart De Pauw niet fameus is, of hij had er een grote concurrent bij. De meeste van de scènes uit ‘Het Geslacht’ kunnen probleemloos naast het beste van ‘The Office’ gaan staan, hoewel het subtiel aanwezige zwarte randje van de Britse comedyreeks die laatste toch nog altijd een trapje hoger doet staan. Om maar te zeggen: dit is wel degelijk entertainment van internationaal niveau, gemaakt met een lef waar ze in het buitenland vaak nog een poepje aan kunnen ruiken. De volgende keer dat er een Bart De Pauw-fandag wordt georganiseerd staan wij, in glorieuze Man Van Melle-outfit, op de eerste rij, ondertussen uit volle borst slogans meebrullend, gaande van “’t Es ni voor mij, ’t es voor m’n eenzaamheid!” tot “PAPIEREN, BITTE!” U mag die dag gerust thuisblijven.