Botanique,
Lichten uit en zwarte jassen aan was de boodschap in de Botanique,
want daar stonden niemand minder dan White Lies op het podium, een
van dé revelaties voor 2009 en ook steevast genoemd in het rijtje
Joy Division-adepten à la Interpol, Editors en The
Bravery. Sterren als Nick Cave, Morrissey en Ian
McCulloch zijn naar verluidt reeds fan, het was nu aan de Britten
om ook het kritische Belgische publiek overstag te krijgen.
Wie daar redelijk onverwachts in slaagden, waren de mannen van het
voorprogramma Haunts. Deze Londense band zag er
dan misschien wel even duister uit als de hoofdact, ze tapten voor
de nummers die ze tijdens hun set ten gehore brachten alleszins uit
een heel ander vaatje. Niet dat ze vies waren van wat stevige
post-punk, maar deze werd steeds duchtig in de mix gegooid met een
flinke dosis broeierige new rave. De bassectie kampte misschien net
iets te uitdrukkelijk met een Michael Jacksoncomplex (toch wel een
vijftal nummers die redelijk onsubtiel naar de King of Pop
refereerden), maar dat is niet meer dan een druppel op een hete
plaat. Een wel erg hete plaat, want Haunts werd aan het einde van
hun optreden met een hartelijk applaus naar de coulissen
verwezen.
White Lies zetten hun set temidden van de sobere,
witte lampen stevig in met ‘Farewell to the Fairground’. Harry
McVeigh kan je moeilijk een imposante verschijning noemen, maar
zijn diepe stem stond er van bij de eerste noot als een huis. Dat
en een prima versie van ‘To Lose My Life’ ten spijt, leek het alsof
de band nog een beetje aan het opwarmen was en het duurde dan ook
nog wel even eer we er helemaal inkwamen.
Dit gebeurde pas bij de uiterst mooie uitvoering van ‘A Place To
Hide’, wat dan ook één van de knapste nummers op de debuutplaat van
de groep uit Brighton is. De song wordt gedragen door hunkerende
vocalen en naar Joy Division verwijzende synths en baslijntjes. Al
deze elementen vonden ook hun plaats op het podium van de Rotonde,
wat tot misschien wel het intiemste moment van de avond
zorgde.
Het was net de aan- of afwezigheid van die intimiteit die
doorslaggevend was in het bepalen van welke nummers een miss of een
hit bleken te zijn. Qua performance zat het altijd wel snor – White
Lies is beslist een professionele band – maar soms ontbrak het de
set nog wat aan emotionele diepgang. Daar waar een Tom Smith
(Editors) of wijlen Ian Curtis van de eerste tot de laatste noot
voor een diepe intensiteit garant staan/stonden, blijft Harry
McVeigh geregeld nog teveel op de oppervlakte drijven.
Desalniettemin hebben we zeker een fijne avond beleefd met White
Lies. Ze hebben ondanks hun prille carrière al heel wat knappe
nummers achter hun naam staan en hebben er geen problemen mee deze
feilloos uit te voeren op het podium. Bovendien hebben ze met
‘Death’ ook al meteen een instant klassieker te pakken, getuige het
woord voor woord meezingende publiek. Het is zo’n nummer dat er
altijd al geweest lijkt te zijn, maar dat de luisteraar toch nog
keer op keer naar de keel weet te grijpen.
White Lies mag dan wel de ultieme revelatie van het moment zijn,
een echte wereldband hebben we er nog niet in kunnen ontwaren. Wat
hun optreden in de Botanique wél heeft aangetoond, is hun
onmiskenbare talent en de grote potentie die ze overduidelijk met
zich meedragen. Misschien dat ze tegen het festivalseizoen alweer
een stukje van die groeimarge hebben weten in te vullen – wij
zullen alvast een kijkje gaan nemen.
Meer afbeeldingen White Lies – Haunts.
White Lies staat op 31 mei op Pinkpop en op 3 juli op Rock
Werchter.