Hoe dìt omschrijven? Psychedelische powerrock, of klinkt dat té niche? Feit is dat All The Saints zijn gitaarmuziek uit graniet lijkt te houwen, zonder dat dat —godzijdank — leidt tot vervelend notenneuken. Nu alleen nog doorgroeien tot een band die niet gewoon goed is, en we hebben een nieuwe favoriete no nonsens luide gitaarband.
Als het aankomt op psychedelica en stoner zijn we moeilijke klanten. Het eerste genre is te onlosmakelijk verbonden met ver vervlogen tijden en van het tweede wordt al eens beweerd dat het simpelweg niet bestaat, een theorie die je geneigd bent te volgen bij het aanschouwen van menig gezelschap dat zich onledig houdt met het in den treure herkauwen van het oeuvre van Kyuss. Meer dan de sporadische imposante geluidsmuur valt doorgaans dan ook niet waar te nemen bij dergelijke, niet zelden ellendig lange concerten en dito albums.
Een van de weinige bands die er wel in slaagt behoorlijk imponerend uit de hoek te komen, is All The Saints, een uit het diepe zuiden van de VS afkomstig trio dat loeiharde, compromisloze, hypnotiserende gitaarmuziek produceert. Maar dan wel op een heel gewone manier.
All The Saints klinkt immers niet gekunsteld en heeft, afgaand op debuut Fire On Corridor X, ook een broertje dood aan moeilijkdoenerij. Het trio beperkt zich tot de essentie: rocken. Geen onnodig zenuwslopend aanhouden van één noot. Neen mijnheer: All The Saints valt, na de plagerige intro "Shadow, Shadow", met "Sheffield" met de deur in huis. En meteen is daar de neiging om op rewind te duwen en het volume naar rechts te draaien.
En dat is dan meteen ook de grootste kwaliteit van All The Saints. Want let wel: verwacht geen geniale plaat. Dit is immers het soort band dat je niet overbluft, maar louter van de sokken blaast. En dat is soms al voldoende. Zelf al doorzie je na enkele luisterbeurten de formule die aan de basis ligt van Fire On Corridor X, dan nog kan dat de pret niet drukken. Zeker niet wanneer het album over de juiste capaciteiten blijkt te beschikken om nachtelijke, saaie autoritten van net iets meer spanning te voorzien. Neem wat dat betreft bijvoorbeeld "Outs", een nummer dat met de vingers in de neus slaagt in iets waar veel metalbands alleen maar van kunnen dromen: je opzadelen met een immens gevoel van onbehagen en een lichte vorm van achtervolgingswaanzin.
En daartoe heeft dit gezelschap alleen maar een sterk ontwikkeld gevoel voor songstructuur en enkele uit de kluiten gewassen versterkers nodig. De monotonie die in zo’n geval makkelijk de kop opsteekt, wordt handig omzeild door met "Hornett" een akoestisch intermezzo in te lassen. Het houdt de luisteraar niet alleen bij de les, maar breekt even goed de spanning, en doet bovendien de granieten titeltrack eens zo hard aankomen.
Alles welbeschouwd is Fire On Corridor X uiteindelijk niet veel meer dan een plaat van dertien in een dozijn — nergens op hun debuut blijken All The Saints in staat tot een écht memorabel moment. Maar deze plaat is tenminste niet de zoveelste oeverloze worp van enkele THC-grootgebruikers. Eens Fire On Corridor X opstaat, wil je de rit dan ook uitzitten, elke keer opnieuw. En wees maar zeker dat je daar geen spijt van hebt. Alleen: dit mag voor All The Saints geen eindpunt zijn. Op een volgende plaat is het aan de band om te tonen wat ze écht waard zijn.