
Samen met de nacht vallen de maskers. Gert Keunen mag dan al een
paar keer muzikaal verveld zijn, maar met zijn derde studioplaat
onder nom de plume Briskey klikken de legoblokjes pas echt
naadloos in elkaar. De composities van de muzikale matroesjka
verlaten de zonovergoten boulevards van ‘Cucumber Lodge’ en
‘Scarlett Road-house’ en slaan een klein, donker steegje in. De
schaduw steekt het licht voorbij en de bronstige blazersstoten
transformeren tot grootstedelijk wolvengehuil. Vormde het vroegere
werk van Briskey nog de soundtrack bij een nazomerse cocktailparty,
dan verklankt deze plaat de eenzame wandeling naar huis. De
muzikale smog kruipt in de kleren én onder de huid op ‘Before –
During – After’, een zwarte dahlia van een plaat die gestadig
openbloeit om de luisteraar te bedwelmen met haar duistere
pracht.
Net als Nick Cave is Gert Keunen een onverzadigbare culturele
veelvraat die aan twee walletjes niet genoeg heeft. Auteur,
popdocent, muzikant, producer en ga maar door: ’s mans
productiviteit is niet meer van deze tijd, maar de kwaliteit lijdt
allerminst onder z’n creatiedrang. Op z’n vorige twee platen
verknipte de man subtiele elektronica en bigbandsamples tot een
broeierige collage en op ‘Before-During-After’ past hij hetzelfde
procédé toe, alleen is de sfeerschepping er gitzwart op geworden en
heeft de man een fijne band ter zijner beschikking. Buena Vista
Social Club in een door David Lynch geregisseerde film noir, of
zoiets.
Opener ‘The Wire’ laat de schimmige sferen en schaduwrijke toetsen
alvast onmiddellijk uit elke kier en schacht kruipen met een
asbestsmog van lome hiphopbeats, logge pianoklanken en mysterieuze
strijkers en blazers. Net als in de briljante HBO-serie worden
beelden van door drugs en criminaliteit geteisterde straten in het
netvlies gebrand, maar dan in een Braziliaanse cidade de
deus in plaats van in Baltimore. Single ‘Le Désir de l’Autre’
is zo mogelijk een nog straffere mix van filmische duisternis en
sinistere zwoelheid met glansrollen voor de stem van Dorona Alberti
en een stel meeslepende strijkers.
Na dit openingsduo is het recept van Keunen al zonneklaar. Hij laat
het intrigerende knip-en plakwerk van elektronica overspel plegen
met de speelse dynamiek van z’n band. De verboden vrucht die uit
deze confrontatie ontspruit, zou geboren kunnen zijn in de Ninja
Tune-stal. Vooral de sound van DJ Food is nooit ver weg.
‘Spellbound’ klinkt dan weer alsof DJ Shadow beroep heeft gedaan op
Jaga Jazzist als begeleidingsband. De blazers en subtiele percussie
van Isolde Lasoen leggen de verraderlijke straatklinkers waarover
Keunen atmosferische elektronica laat vloeien.
Ook in de tracks waarin de stem centraal staat, is de dreiging
nooit ver weg. Geen kontschuddende sambadanseressen meer, maar
verleidelijke vampen met een duister kantje. Luister maar naar
‘Ossesione’ en ‘After Hours’, waarin Alberti ons als een
grootstedelijke sirene naar de gevaarlijkste buurten van de
metropool lokt. Bijna elke track zit gevangen onder een glazen kolf
en broeit en sist dat het een aard heeft. Slechts een paar keer
verdwaalt Keunen in de grauwe sfeerschepping van z’n composities.
Zo laat ‘l’Amour Fou’ de teugels van de spanning al te zeer vieren
met nietszeggende stukjes parlando en neemt ‘Détour Obscure’ een al
te grote omweg langs doodlopende straatjes vooraleer enkele flarden
strijkerspracht te etaleren.
De tijd is doorgaans een wrede meesteres (vraag het maar aan Cher),
maar ‘Before-During-After’ ontsnapt moeiteloos aan haar grijpgrage
handen. Briskey neemt de luisteraar namelijk mee naar een muzikale
schemerzone waar de wijzers van de klok machteloos zijn. De
cinematografische, nevelige smeltkroes van hiphop, ambient, jazz en
klassiek deelt pulserende prikjes uit in het speldenkussen van het
hart en vormt daardoor het meest intrigerende escapisme dat in onze
contreien te rapen valt. Waar wacht u nog op?