Tegen het einde van de jaren 90 liep ‘The Simpsons’ al bijna tien jaar op de Amerikaanse televisie. Geen wonder dus dat bedenker Matt Groening zin had in even wat anders. Hij bedacht een gloednieuw, futuristisch concept, haalde Simpsons-schrijver David Cohen erbij en na wat juridisch getouwtrek met Fox was ‘Futurama’ een feit. In alle opzichten het kleine broertje van de legendarische hitserie, wist ‘Futurama’ toch al snel een trouwe fanbase uit te bouwen en toen het doek al na vier seizoenen viel, was er dan ook groot protest, met enkele recente tv-films tot gevolg. De oorspronkelijke seizoenen blijven echter het meest geslaagd en hoewel de reeks duidelijk schatplichtig is aan ‘The Simpsons’, blijft ze ook met gemak op zichzelf overeind.
Het verhaal – nu ja – draait rond Fry, een slacker uit de twintigste eeuw die door omstandigheden – hoe gaan zo’n dingen hé – duizend jaar lang ingevroren wordt, om weer gewekt te worden op nieuwjaarsdag van het jaar onzes heeren 2999. Daar maakt hij kennis met de vrijgevochten cycloop Leela en suïcidaal blikken gevaar Bender – Homer in robotversie, maar dan nog lomper, zeg maar. De drie gaan op zoek naar een ver familielid van Fry, de dementerende professor Farnsworth, en ze worden gerekruteerd als scheepscrew bij zijn bedrijfje Planet Express, gespecialiseerd in intergalactische leveringen en zelfmoordmissies.
Veel van de charme komt, net zoals in ‘The Simpsons’, van de grote horde nevenpersonages. De meest hilarische figuren zijn Dr. Zoidberg, een kreeftachtige alien en de grootste loser uit de geschiedenis van de – euh – mensheid, Captain Zapp Brannigan, een wandelende brok incompetente testosteron die met de meest hilarische oneliners gaat lopen (“You win again, gravity!“) en Calculon, een narcistische robotacteur met z’n eigen soap. Daarnaast zijn er nog bijvoorbeeld het hoofd van Richard Nixon, President Van De Wereld, Amy, een Aziatisch tienermeisje en Kif, de amfibische rechterhand van Zapp Brannigan. Yep, ook ‘Futurama’ is een drukbevolkte wereld en meer dan dat, een plek die in al zijn absurditeit wel echt lijkt te leven. Naast een eigen nieuwszender, soaps en reclameboodschappen, zijn er ook verschillende soorten aliens met maffe schriftvormen te vinden en is het gebruik van Suicide Booths (“Clumsy bludgeoning, please.“) erg in de mode. Hoe gek het ook mag klinken, op een bepaalde manier is de maatschappij uit ‘Futurama’ zelfs erg geloofwaardig. Of toch een beetje.
De setting van een verre toekomst laat de makers ook toe om het begrip van de rubber band reality uit ‘The Simpsons’ (een term die Groening gebruikt om aan te tonen dat het realisme hier en daar uitgerokken kan worden, maar dat echte situaties en gevoelens wel de uitvalsbasis zijn) hier achterwege te laten: alle registers kunnen worden opengetrokken, alles kan, alles mag en the only rule is there are no rules. Hoewel dat zeker ook maakt dat de hele reeks meer fragmentarisch is en dus veel meer afhangt van de kwaliteit van afzonderlijke afleveringen, zonder een consistent geheel op te bouwen, schept dit ook ruimte voor de fantasie van de schrijvers. Alles wat erover ging of te absurd was voor ‘The Simpsons’, kon hier wél en dat betekende dat Groening en co zich hier eens flink mee konden laten gaan.
Uiteindelijk heeft ‘Futurama’ wel een vrij ondankbare rol moeten vervullen. ‘The Simpsons’ was tegen de tijd van release al een culturele mijlpaal en ‘Futurama’ werd vaak gezien als niet meer dan een doorslagje van dat grote succes. Echte vernieuwing was moeilijk en de science fiction-achtige setting zorgde ervoor dat de reeks vaak veel minder serieus werd genomen. De cultaanhang die ‘Futurama’ in de loop der jaren heeft vergaard, is echter meer dan terecht, want buiten de tekenstijl (want dat blijft die van Matt Groening, natuurlijk) heeft de serie wel degelijk een heel eigen gezicht. Ze is opvallend politiek incorrect en het feit dat de familiewaarden van ‘The Simpsons’ grotendeels werden vervangen door meer en absurdere humor, zal er wel mee te maken hebben gehad dat ze zo vroeg is stopgezet. Ook het feit dat ze hier in België nog altijd geen deftige distributie heeft, is niet minder dan schandalig.
Nog een onderdeeltje dat de reeks toch een klein beetje uniek maakt, is de lichtjes verborgen melancholie die onder de grappentirades schuilgaan. In veel afleveringen komt naar voren hoe Fry uiteindelijk een eenzame ziel is, die verzeild is geraakt in een wereld die de zijne niet is, waar hij naar muziek luistert die niemand nog kent en eten lust dat niet meer bestaat. Dat de schrijvers allemaal mannen zijn die ondertussen de veertig wel gepasseerd zijn, is daarbij absoluut geen toeval: het onthult een soort triestheid, een verlangen naar een verloren jeugd en een berusting in de vergankelijkheid van het leven, om het maar eens ver te gaan zoeken. Dat wrange kantje geeft ‘Futurama’ een meerwaarde, zonder dat het ooit expliciet opvalt in de lawine aan goeie grappen.
Alle afleveringen zijn zoals gezegd helaas niet van hetzelfde niveau. Hier en daar krijg je een compleet van de pot gerukte verhaallijn voorgeschoteld, waarbij je na twintig minuten wel eens durft te denken ‘was het dat maar?’. Gelukkig zijn die afleveringen fel in de minderheid. Hoewel de liefde van Fry voor Leela een beetje een rode draad vormt, zijn de vier seizoenen toch gemakkelijk willekeurig en door elkaar te bekijken zonder dat het stoort. Buiten enkele terugkerende verwijzingen, zoals Leela die een keer naar bed gaat met Zapp (“Kif, I have made it with a woman! Inform the men!”), zal je daar niks van merken. De personages hebben ook iets minder diepgang en realisme dan in ‘The Simpsons’, maar dat past allemaal binnen het concept: ‘Futurama’ draait, meer dan zijn grote zus, rond de grappen op zich.
Wie dus op zoek is naar een kritische en bij momenten uitzinnige comedyreeks over een twintiger, een cycloop en een robot – en geef toe, wie is dat nu niet – weet waar naartoe. Actuele politieke en ecologische problemen (Al Gore geeft een paar gastoptredens; zijn dochter is een van de schrijvers) worden stevig aan de kaak gesteld en met Bender ‘Bending’ Rodriguez, Dr. “Dog food, you say?” Zoidberg en Zapp “If I said you had a beautiful body, would take your pants off and dance a little?” Brannigan hebben we er drie klassieke komische typetjes bij. Niet álle moppen zijn even geslaagd, maar ik durf wedden dat u per aflevering toch zeker een keer of drie in een deuk ligt. Daarbij wordt er een prachtig universum gecreëerd dat zo far out is dat zelfs The Flaming Lips zich er thuis zouden voelen. Zeg wat u wilt, maar zo hebben wij ze graag.