Trek de haren uit uw vieze vuile knieën en klop het gruis uit uw onderbroek, want Pieter Van Hees heeft na zijn bizarre eersteling ‘Linkeroever’ nu ook het tweede deel van zijn ‘Anatomie van liefde en pijn’-trilogie voor u klaar: sex is the game, ‘Dirty Mind’ is the name. Het is net als ‘LO’ opnieuw een gedurfde genremix geworden. Met een kruising tussen een tragikomedie en een wetenschappelijke dissectie van het menselijke brein geeft Van Hees dit keer een duidelijkere opdracht mee aan zijn kijkers: gewoon gáán! Opgaan in de even absurde als explosieve wereld van Tony T. en lekker bouncen op de blitse show en zalige dialogen uit de mond van vuurpijl van dienst Wim Helsen.
Onze vriend van de poëzie speelt Diego, een man die het leven leidt van een bang konijn. Hij is verlegen, zegt sorry nog voor hij iets misdaan heeft en kijkt liever naar de grond dan in iemands ogen. Op de sets van de politieserie waarvoor hij en zijn broer (Robbie Cleiren) de stunts doen, knutselt hij de coolste ontploffingen in elkaar, maar het is de Cisse die met de eer én de grieten gaat lopen. Wanneer Diego een zwaar ongeval krijgt, verandert alles. Door de hevige klap op zijn hoofd is de innerlijke Frostiestijger in hem wakker geworden en voelt hij zich sexier dan ooit. Hij klauwt coole oneliners in het rond, is voor niets of niemand meer bang en krijgt plots zin in lesbische trio’s. Hij wil voortaan aangesproken worden als Tony T ofwel Mr Upheavel die altijd klaarstaat voor ne shock and awe met zijn axis of evil. Tony voelt zich gelukkiger en ook zijn omgeving reageert aanvankelijk positief op zijn persoonlijkheidswissel, alleen is alles maar schijn. Eigenlijk is hij ziek en lijdt hij aan het ‘frontaal syndroom’ en dat probeert doctoraatsstudente Jaana (Kristine Van Pellicom) hem met alle mogelijke tests aan het verstand te brengen. Zo’n karakterwisseling leidt vaak tot overmoed en kan fataal aflopen voor de persoon in kwestie. Het best van al zou Tony zich laten opereren, maar hij voelt zich lekkerder dan een kip, sexier dan een Playboybunnie en verliefder dan een puber, dus waarom zou hij in godsnaam nog eens aan zijn hersenpan laten prutsen?
Na het programma, nu de film van Wim Helsen? Dat Van Hees bij het idee voor de film spontaan aan hem dacht, is niet verwonderlijk. Helsen ís Tony T en speelt de pedalen van alle sportwagens, de glitters van zijn stoere margi-outfits. De stand-upcomedian wentelt zich met groot gemak in een personage dat nauw aansluit bij zijn zaalshows en tv-optredens: zo’n typische klootzak met een eigenaardig trekje waar we toch nog sympathie voor krijgen. Al mag Helsen al rappend in het rond schieten met viertalige oneliners (J’explose, donc je suis! Yo soy una bomba de testosteron!) en de grollen aan elkaar rijgen (die van die Parkinsonpatiënt blijft de beste), toch is het geen onemanshow van Wim geworden, het scenario heeft meer om het lijf dan dat. Van Hees schreef het ditmaal zelf en vertrekt vanuit een simpel gegeven: Diego krijgt als bij een mirakel de kans om te zijn wie hij wil zijn, een formule die al vaker in what if-films van pakweg Jim Carrey aan bod kwamen (‘The Mask’, ‘Yes Man’ …), maar hier wordt het feit vanuit een ander standpunt bekeken, een wetenschappelijk haalbaar standpunt. Er bestaan écht mensen zoals Tony T die in hun eigen illusie gaan leven en hun geluk zelf kapotmaken. Met rake dialogen, personages van vlees en bloed en koddige humor kneedt Van Hees rond dit gegeven een geslaagde zwarte komedie.
Het is altijd weer bang afwachten of die Nederlandse dialogen op pellicule wel goed zullen bekken. Geen nood: Wim Helsen speelt zijn natuurlijke zelve en hij is nog eens goed omringd ook. Dat het tussen Sien Eggers (die Tony’s moeder speelt) en hem spelenderwijze goed klikt, wisten we al langer, maar ook de momenten met love-interest Jaana zijn fijn en geloofwaardig (het ‘Bailando’-moment op kop). De gastrollen van Frank Focketijn, en Adriaan Van den Hoof als tv-flikken en Koen van Impe als regisseur (en in het bijzonder ook het haar van Robbie Cleiren) zijn genietbaar, alleen het typetje van Peter Van de Begin als alcoholverslaafde psycholoog die op zijn assistente valt, is net iets te clichématig om waar te zijn.
Sterk acteerwerk en origineel scenario en toch maar zesenhalf? Wat zwaar tegenvalt aan ‘Dirty Mind’ is de dirty beeldkwaliteit. De dikke korrel geeft misschien een gezellige retrolook, maar hij blijft storen: opnames binnen zien er donkerder uit dan nodig en een helder blauwe lucht wordt een blauwe met witte stipjes. Toegegeven, meneer Helsen is een beest, maar dat zou met een knappe beeldvoering alleen nog meer uit de verf gekomen zijn. Het geld werd duidelijk ergens anders in geïnvesteerd: de geweldig coole stunts, die ons dan weer wél van ons gat wisten te blazen.
Een prettig gestoorde film dus, visueel geen echte beauty, maar wél een met ballen en brains en een sexy soundtrack. Als de eigenzinnige regisseur zo in stijgende lijn blijft presteren en een sterk scenario als ‘Dirty Mind’ weet te combineren met de visuele flair van ‘Linkeroever’, dan moet zijn derde film die de mysterieuze titel ‘The Wasteland’ meekreeg wel het summum der cinema-ervaringen zijn. We kunnen niet wachten…