Antony Hegarty heeft er zijn tijd voor genomen, maar dat is hem bij deze vergeven. Met The Crying Light krijgen we nog maar eens de bevestiging van de bakken talent die hem bij zijn geboorte ten deel zijn gevallen.
Een half decennium heeft Hegarty nodig gehad om met een opvolger voor het schitterende I Am A Bird Now voor de dag te komen: bloedmooie torchsongs vol weltschmerz schud je niet zomaar uit je mouw, zeker niet als alles rond je plots ontploft; als je van een cultheld uit de New Yorkse cabarets plots ’s werelds favoriete transgenderist wordt en je plots recitals zit te geven in de eerbiedwaardigste theaterzalen. Dan ben je muziek plots beu, sla je aan het tekenen en duurt het eeuwen voor je eindelijk die songs — waarvan sommige al acht jaar oud zijn — kunt opnemen.
Met The Crying Light krijgen we een Antony te horen die zijn blik op de wereld rondom laat rusten. Niet langer draait het om het innerlijke gevoelsleven en de worsteling met zijn seksualiteit; Hegarty bekommert zich om het lot van de aarde en de natuur. Ook klankmatig is er een en ander veranderd met meer aandacht voor de gitaar en het gebruik van een klein orkest.
De essentie blijft wél behouden; nog steeds draait alles rond die wondermooie stem waarover Diamanda Galas zei dat ze elke emotie van deze planeet bevat. Het is een warm instrument, het auditieve equivalent van de troostende arm om je schouder zoals in de mooie opener “Her Eyes Are Underneath The Ground”. De beelden van de zanger zijn cryptisch, maar intrigerend, zoals het gaat van “I saw six eyes glistening in my womb/I felt you calling me in the gloom”.
”Cut me in quadrants/leave me in the corner” is dan weer het ontregelende beeld waarmee “Epilepsy Is Dancing” even treffend eindigt als het begon. Hier wordt de piano even ingeruild voor de door Hegarty zo gehate gitaar, maar het is vooral de onnoemelijke warmte van opnieuw die stem die ons van bij de eerste zin van de sokken blaast. Hegarty gaat voort met een van de mooiste melodieën op dit album.
Leek het op de Another World EP nog alsof Antony het drama helemaal had teruggeschroefd, dat orkest dat af en toe mee aan boord mag, verhoogt bij momenten dan toch de pathos. Het soulvolle “Kiss My Name” doet zelfs wat denken aan Nina Simone met een refrein dat het zwierigste van Tindersticks in herinnering brengt. Toch is The Crying Light een stuk meer uitgepuurd dan I Am A Bird Now: meestal draait het om Antony en zijn piano, met de andere instrumenten in een subtiel ondersteunende rol. Zo zoemen de strijkers aanvankelijk slechts lichtjes in “Daylight And The Sun”, tot er dan toch wordt opgebouwd; het is samen met een passioneel “Aeon” het enige nummer op The Crying Light dat qua sfeer nog wat doet denken aan zijn voorganger met een hunkerende coda.
Het is moeilijk om de juiste woorden te zoeken voor The Crying Light, over Antony en zijn Johnsons. Er is iets zó vanzelfsprekends en puurs aan, dat het ook moeilijk te beargumenteren valt. Deze muziek is gewoon, en diepteanalyses of begeleidende interviews zijn van nul en generlei waarde. Voor een man die zo bekommerd is om deze aardbol, is Antony nog altijd onwerelds mooi.