De dag was druilerig begonnen en had maar even laten merken dat er
ook zoiets bestaat als zonnestralen. Hij besloot in dezelfde
druilerige toestand te eindigen en dreef de mensheid naar de warme
geborgenheid van hun huis, of in ieder geval de geborgenheid die
vier muren en een dak kunnen bieden. Het Stuk in Leuven
bijvoorbeeld.
Op het podium in de Labozaal verscheen een ietwat schuchtere en
vooral zenuwachtige man met enkele grijze plukjes in z’n wenkbrauw.
Hij zette z’n laptop op een tafeltje en deed iTunes open, waar 4
kleine songs verscholen zaten.
Highlife zoals hij zichzelf placht te noemen, ging zitten
op het rode stoeltje dat speciaal voor hem neergezet was en deed
zijn vreemde harmonicadoosje open. Het geluid van dit lied bracht
ons naar woestijnen waarin een eenzame minaret de mensen tot bidden
aanzet.
So far so good, maar daarna begon zowat het vreemdste concert ooit.
De man nam de gitaar ter hand en begon aan een eindeloze
stemsessie, elke keer opnieuw, bij elk nummer en nipte telkens weer
van dat bekertje met mysterieuze inhoud. Na het zoveelste plotse
einde van een even plots begonnen luisterliedje, verontschuldigde
hij zich voor het spelen van ‘niet-echte’ songs omdat zijn stem
niet meewilde. De wondervloeistof in het bekertje bleek gewoon
whiskey te zijn, dat smeert de keel, maar vormt in zulke kleine
hoeveelheden blijkbaar geen remedie tegen zenuwachtigheid. Hij
veegde z’n handen voortdurend af aan z’n broek, als een
schooljongetje dat voor het eerste een mondeling examen deed.
Zijn beste moment was wellicht het aanklikken van een nummer in
iTunes, aankondigen dat het om een ‘mindpiece’ ging en samen met
het verweesde publiek meeluisteren.
Highlife (of ook wel Sleepy Doug Shaw) bleek een vreemde vogel die
zomaar en even plots als zijn nummers van het podium verdween, maar
die ondanks zijn rommelig en totaal onprofessionele set niet anders
dan sympathiek bevonden kon worden.
Schuchterheid, zenuwachtige trekjes en korte, ruwe (als in nog niet
af volledige) nummers behoren niet tot de omschrijving die we aan
Animal Collective zouden geven. Professioneel,
rasechte podiumbeesten en nummers die ontploffen van de
verschillende geluiden die ze herbergen, lijkt er al meer op.
Ze hebben een 9-koppig leger van albums en nu al wordt gefluisterd
dat ze met de laatste in rij, ‘Merriweather Post Pavilion‘, dé plaat van 2009 gemaakt
hebben. Dé plaat van 2009 voor die kleine schare van mensen die de
moed heeft om Animal Collective te doorgronden althans. Met
Merriweather Post Pavilion komen ze gevaarlijk dicht bij het
gegeven popsong, maar laten we eerlijk zijn dat ze nog niet steeds
in de straat van hitwonderen terecht zijn gekomen.
Het nieuwe album zou geschreven zijn met een optreden op een warme,
zomerse avond onder een open hemel indachtig. Warm, haast tropisch
is de labozaal van het Stuk wel, maar doet helaas niet denken aan
een zwoele zomerse nacht, doch meer aan een louche, afgelegen
sauna.
Ze deden een kleine soundcheck en rommelden wat met knopjes en
draadjes in de jungle van kabels en elektronica die op het podium
was ontstaan. Alles gebeurde in het donker met slechts het kleine
schuchtere lichtje van een zaklamp, alsof ze wilde voorkomen dat
iemand het geheime recept van hun muziek zou kunnen ontfutselen.
Een opgave die nochtans schier onmogelijk lijkt…
Animal Collective heeft nogal last van té veel professionaliteit en
de enorme drang tot tegendraadsheid. Ze gaan zo op in het juist in
elkaar weven van alle bliepjes en akkoorden dat ze soms vergeten
dat ze voor een publiek staan en niet in de geborgenheid van hun
eigen studio. Telkens wanneer ze met een hard, vol beats gepropt
nummer het publiek op en neer doen springen en de sfeer helemaal
tot een toppunt drijven, counteren ze dit meteen met een eindeloos
traag nummer, liefst gedrenkt in het vaak ijle gezang van Panda
Bear.
Wanneer men verder kijkt dan de vijfde rij in het publiek wordt er
af en toe naar het podium gestaard als koeien in de wei naar een
trein wanneer de vaart uit het concert gehaald wordt. Hun muziek
vraagt dan ook zo ontzettend veel van het publiek, opperste
concentratie en veel moeite om zich een weg te banen door die zo
gelaagde nummers, dat men de indruk krijgt dat Panda Bear, Avey
Tare en Geologist de enige zijn die genieten van het concert.
Degenen die dapper genoeg waren om te vechten tegen de muur van
geluid en zich tot het midden van de songs konden begeven, bevonden
zich plots op een open plek waar het rustig toeven was in uiterst
genot. Een plek waar men af en toe zo in de psychedelica kan opgaan
dat ze zich met beide handen kunnen vastgrijpen aan de slurf van
die vliegende, roze olifant om samen weg te vliegen om te ontdekken
wat er zich nog achter de eindeloze muziekeinder bevindt.
Animal Collective bestaat uit fantastische muzikanten en geniale
breinen, dat staat buiten kijf, en ze kregen voor het overgrote
merendeel een terecht haast eindeloos applaus. Maar als u zich wil
wagen aan een ritje op deze trein, in de AB in maart bijvoorbeeld,
wees voorbereid want deze band laat niet toe om zich in een
concertje te laten vangen en dat zou u wel eens fataal kunnen
worden.
Meer afbeeldingen.