Aangezien Canvas zweert bij eindeloze, dodelijk saaie en
onderling inwisselbare Britse krimiseries als alternatief voor het
door comateuze patiënten zeer geapprecieerde ‘Flikken’ en VT4 ‘The
Shield’ op een onmenselijk uur uitzendt, is de kans dat veel mensen
de Amerikaanse topserie op de voet gevolgd hebben, tamelijk klein.
Toch is deze beenharde adrenalinestoot een van de weinige series
die niet uit de HBO-stal komt (ze is ontwikkeld door FX, de zender
die ook verantwoordelijk was voor ‘Nip/Tuck’ en het recente
‘Damages’), maar wel hetzelfde niveau behaalt (net als ‘Battlestar
Galactica’ en misschien zelfs het de laatste tijd schromelijk
onderschatte ‘Lost’). Mensen beweren wel eens dat ‘The Shield’
immoreel en gewelddadig zou zijn, met een door en door slecht
hoofdpersonage, dat inspeelt op de primaire verlangens van vele
mannen door constant de agressieve macho uit te hangen. Die mensen
dwalen. ‘The Shield’ gaat veel dieper en is een van de meest moreel
dubbelzinnige reeksen van het moment. Zelden krijgt een mens zoveel
gemengde gevoelens bij het bekijken van Amerikaanse prime time
tv. ‘The Shield’ zorgt helemaal niet zomaar voor makkelijk of
gratuit actie-entertainment. ‘The Shield’ rules, moet u
weten.
Verhaal en setting
Akkoord, van understatement of realistische verhaallijnen kun je
hier moeilijk spreken (daarvoor moet je bij die andere, nog
lichtjes genialere cop show ‘The Wire’ zijn), maar dat
neemt niet weg dat ‘The Shield’ pakkend, meeslepend en intelligent
tijdverdrijf is. Het verhaal, dat in grote lijnen over de vele
seizoenen doorloopt, maar je ook subplots van telkens één of een
paar afleveringen lang voorschotelt, gaat over de notoire speciale
eenheid (het Strike Team) van een politiebureau in Los
Angeles, The Farm genaamd, en de andere personages die daar hun
hoofdkwartier vinden, waaronder een detectiveduo (Dutch en
Claudette), een vrouwelijke agente (Dani), haar strengkatholieke,
maar tevens tragisch homofiele trainee (Julian) en hun
politiek ambitieuze commandant (Captain Aceveda). Naast Ronnie, Lem
en agressieve hillbilly Shane als leden van het Strike
Team, is er dan nog Vic Mackey, de leider van de groep en het
interessantste personage van de reeks, spectaculair vertrolkt door
Michael Chiklis (u misschien reeds bekend van – helaas! – de
‘Fantastic Four’ films).
Ethische dubbelzinnigheid
De reden dat mensen zo snel afgeschrikt worden door deze reeks,
ligt waarschijnlijk aan haar explosieve begin. Elke aflevering
begint met een ironisch coole gitaarriff, die initieel weleens kan
doen vermoeden dat de makers geweld cool vinden. Niet dus. De pilot
eindigt echter ook nog met een mokerslag – meteen een van de
radicaalste plotwendingen van de eerste drie seizoenen. Dat maakt
identificatie met de hoofdpersonages aanvankelijk zeer moeilijk,
maar zoals wel meer het geval is, wint de doorzetter. De reeks is
gedurfd en in your face, zoveel is meteen duidelijk, maar
het duurt een paar afleveringen voor we ook kunnen doordringen tot
de meer subtiele, emotionele laag van ‘The Shield’, die doorheen de
seizoenen steeds verder wordt ontwikkeld en tot een voorlopig
hoogtepunt komt in de radicale anticlimax van seizoen drie.
Dat veel mensen wel aanstoot nemen aan het geweld, is niet zo
verwonderlijk. Los van het feit dat er altijd wel ergens
moraalridders aan het panikeren zijn, is er hier niet altijd sprake
van poetic justice en weigeren de makers koppig hun
personages te veroordelen. Een van van de vervelendste
eigenschappen van Amerikaanse cinema en tv, is dat ze het publiek
bijna continu onderschat. In plaats van het zijn eigen mening te
laten vormen over de acties die getoond worden, moet er steevast
door middel van muziek of montage of whatever een
standpunt worden opgedrongen. Van die manipulatieve aanpak nemen ze
bij ‘The Shield’ duidelijk afstand, en maar goed ook. Het resultaat
is dat de personages mensen worden en hoewel die mensen soms
lelijke dingen doen, zijn ze wel steeds geloofwaardig. Het
hoofdpersonage bijvoorbeeld is uiteraard geen choir boy,
maar hij is complex en moreel standvastig genoeg om er sympathie
voor te voelen. Als kijker moet je dan maar zelf beslissen welke
van zijn acties je erover vindt en welke rechtvaardig.
Personages
Het duurt even voor je in de geest van Vic Mackey kan
doordringen. Vaak hangt hij de ongelooflijke klootzak uit, maar
altijd blijft hij een mens van vlees en bloed. Hij is niet alleen
een onstopbare woesteling, maar ook een devoot huisvader. Niet
alleen een scheefpoeper, maar ook een man die zijn
echtgenote doodgraag ziet en haar met veel affectie behandelt. We
zien hem winst van de drugsmarkt opstrijken, maar leren achteraf
dat hij met dat geld niets doet voor zichzelf, maar een dure school
wil betalen voor zijn autistisch zoontje. (Doorheen de hele reeks
krijgen we trouwens hints dat ook Mackey wel eens een lichte vorm
van autisme zou kunnen hebben.) Bedenker Shawn Ryan maakte van hem
een kruising tussen John McClane en Dirty Harry, waarbij je de ene
moment luidkeels mee zit te yippikayee-en, om de andere
keer vol afgrijzen je hoofd te schudden bij zijn uiterst rechtse
methodes. Maar dan wel mét diepgang en een geloofwaardig
uitgewerkte psychologie. Soms is hij een fuckin’ bastard,
maar toch blijf je als kijker voortdurend sympathie hebben. Het
best is hij te vergelijken met Tony Soprano en nu die weg is,
blijkt Mackey diens perfecte plaatsvervanger. Petje af voor de
schrijvers.
Afgezien van Captain Aceveda, die wat bleekjes uitvalt tegenover
de rest en wiens karakter meestal te omschrijven valt als ‘goed
hart, maar zeer politiek’, is ook de rest van de personages zeer
interessant. Uitschieters zijn Dutch, als de tegelijk arrogante en
met een minderwaardigheidscomplex worstelende detective die af en
toe briljant uit te hoek komt, maar de bal ook serieus kan
misslaan, en Julian, een wandelende kritiek op homofobie (zie hem
verscheurd worden wanneer hij zijn minnaar wandelen stuurt omdat
hij zijn ‘ziekte’ wil onderdrukken!). Die onverbloemdheid vinden we
dus ook terug bij het geweld. Dat is vaak confronterend en niet
voor gevoelige zieltjes, hoewel er zelden expliciet gruwelijkheden
getoond worden. Maar toch, for the record, wat Jack Bauer
soms uit zijn mouw schudt, is een stuk sadistischer en moreel
verwerpelijker dan de gebruikelijke methodes van Mackey.
Plot
Doorgaans worden er zoals vermeld grote verhaallijnen die
meerdere seizoenen duren (met het money train-verhaal van
seizoen twee en drie als roodste draad) vermengd met kleinere
subplots die meestal slechts één aflevering in beslag nemen.
Normaal gezien ben ik niet echt fan van series als ‘CSI’ en de
bovenvermelde ‘Midsummer Murders’-aanverwanten, maar hier werkt de
formule wél. Waarschijnlijk ligt dat aan het feit dat de personages
altijd centraal staan en de subplots altijd wel symbolisch of
thematisch aan de hoofdverhalen te linken zijn. Soms zijn die
kleine verhalen zelfs erg sterk, waarbij de makers er heel knap in
slagen om op een klein uur een emotionele band te smeden met
niet-terugkerende karakters. Sommige personages zijn ook zelden
betrokken bij de hoofdplot, zonder dat hun verhalen daarom minder
boeiend zijn. Zo is er Julian, met zijn homofiel-religieuze
dilemma, of Dutch, naar wie het fascinerend kijken is hoe hij
reageert op de vaak weerzinwekkende zaken die hij moet oplossen.
Bij een slopend verhoor waarbij niemand gelooft dat hij het in zich
heeft om een intelligente smeerlap te kraken en waarbij de indruk
wordt gewekt dat hij niet meer is dan een marionet van de
ondervraagde, net zoals hij vaak de pispaal van het korps is,
slaagt hij erin om een aartsmoeilijke zaak in zijn eentje op te
lossen. Hij krijgt lof van iedereen, zelfs Mackey, die hem
doorgaans niet goed gezind is. Vervolgens stort hij in als hij in
zijn auto zit. Einde aflevering.
Sommige verhaaltjes zijn misschien minder boeiend of iets te
banaal, maar geven je wél een mooi beeld van de raciale relaties in
het LA van vandaag. En daaruit kunnen we opmaken dat racisme nog
steeds welig tiert in de armere wijken. Prostitutie wordt ook
zonder verpinken in beeld gebracht, met een prachtige verhaallijn
rond een protégé van Mackey, het hoertje Connie, dat wanhopig met
drugs probeert te stoppen, maar daar nooit in slaagt, zelfs niet
als haar zoontje van haar dreigt te worden afgenomen. Niks geen
happy end. Gewoon een uiterst krachtige, emotioneel
logische en pakkende schets van the lowest of the low.
Zonder te veroordelen, dat wel. Daarvoor zijn ze te slim, daar bij
‘The Shield’.
Samenvatting
De schokkerige camerastijl past goed bij het min of meer
realistische karakter van de serie en de documentaire look met
felle kleuren in het zonnige LA werkt nog het best bij de
onderhuidse, rustige scènes, waarbij een blik voldoende is om een
gevoel over te brengen. Toegegeven, ‘The Shield’ is niet zonder
mankementen; hier en daar hangt er een draadje van de plot los te
bengelen en af en toe is het allemaal wat onwaarschijnlijk, maar
dat wordt ruimschoots goedgemaakt door de ijzersterke
acteerprestaties, de knappe verweving van hoofd- en subplots en de
onverbloemde, onveroordelende en ambigue kijk op thema’s als
geweld, racisme, prostitutie en homofilie. Daarbij wordt de reeks
steeds beter en vaak spannender (met een legendarisch gevecht
tussen Shane en een collega in seizoen twee als een van de meest
bloedstollende hoogtepunten). Hoewel het nog niet het niveau van
‘Deadwood’ of ‘The Wire’ haalt, mag ‘The Shield’ met opgeheven
hoofd bij het rijtje van de groten worden geplaatst. En Vic Mackey
is cooler dan Dirty Harry, Jack Bauer en Wilfried Pasmans samen.
‘Nuff said.