Als het soms al moeilijk is om films van sterren te voorzien, probeer je dan maar eens in te beelden hoeveel lastiger dit nog eens is voor series. Een seizoen bestaat sowieso al uit afleveringen die de ene keer heel goed en de andere keer heel slecht kunnen zijn, en dat staat dan nog eens los van de kwaliteit van een seizoen of een serie als geheel. ’24’ is wat dat betreft dan nog eens een extra lastig beestje.
Op zich is iedere aflevering van ’24’ gelijk. Er wordt iedere keer gejaagd op een terrorist, een gevaarlijk wapen of ander ongein, daarvoor moet er heel wat afgeschoten, -gefolterd en -gevochten worden, en in de laatste minuut draait alles gegarandeerd in de soep (cliffhanger time!). Omdat de afleveringen uit alle zes de eerste seizoenen zo sterk op mekaar lijken, vond ik het compleet onzinnig om zes keer dezelfde recensie te schrijven – waardoor ik het dus allemaal in één keer doe. Maar dan zit je plots met dat sterrenprobleem. De reeks volgt wel een strak stramien, dat ondertussen al 144 sterk op elkaar lijkende afleveringen produceerde, maar op een hoger niveau varieert ze wèl enorm in kwaliteit. De ’24’-formule leverde seizoenen op die ik, op basis van hun verhaallijnen, de ene keer vier-en-eenhalve en de andere keer nauwelijks een halve ster zou geven.
Die formule is ondertussen wel algemeen bekend. Ieder seizoen hebben booswichten (steeds braafjes ’terroristen’ gelabeld) een snood plan uitgedokterd om de VS, en meerbepaald LA, te teisteren. Jack Bauer (Kiefer Sutherland), agent van de Counter Terrorist Unit (CTU), heeft welgeteld 1 dag de tijd om alle plannen te verijdelen en alle snoodaards te klissen. Ieder seizoen bestaat uit 1 zo’n dag, en iedere aflevering beslaat 1 uur van die dag. Alles gebeurt dan ook “realtime”, met alle mogelijke gevolgen van dien. Zoals daar zijn: tikkende klokken, split screens, gsm-gesprekken en talloze kleine onmogelijkheden. (Wanneer gaat die man ooit naar het toilet? Of moet-ie niet omdat hij toch nooit eet of drinkt?)
De makers hebben met die manier van vertellen maar één doel voor ogen: spanning opbouwen. En dat lukt. Doordat het wegtikken van de seconden in de textuur van de serie verweven zit, voel je de tijdsdruk bij het dichterbijkomen van iedere deadline. Bij andere actiefilms en series doet het er voor de kijker vaak niet toe of het hoofdpersonage nu een halve dag of drie kwartier de tijd heeft om de wereld te redden. Alles wordt toch gemonteerd om in het resterende half uur film te passen. Hier niet. Als een bom klaargezet wordt om twee uur later af te gaan, dan heb je ook effectief nog 2 afleveringen te gaan voor het vuurwerk. En de laatste tien minuten daarvan voelen niet alleen de personages maar ook de kijkers dat het wel eens heel nipt zou kunnen worden.
Ook stilistisch is alles gericht op de spanning. In de bekende splitscreens davert de actie soms in 5 verschillende schermpjes tegelijkertijd verder, en als het even kan eindigt een aflevering dan ook op 5 gigantische cliffhangers tegelijk. Dat alles wordt getoond met een vervaarlijk heen- en weerzwaaiende reality-camera, en ondersteund door een neurotisch bliepende soudtrack. ’24’ wil de ultieme puntje-van-je-stoel adrenalinetv zijn, en daar slagen ze (in de goede seizoenen) ook met glans in.
Nu levert die formule ook wel een paar probleempjes op. Zo willen de schrijvers steeds met zoveel mogelijk verhaalballetjes tegelijk jongleren om de spanning cotinu hoog te kunnen houden. Wanneer Jack in de auto zit of een ander personage iets moet uitleggen, zappen ze gewoon even naar een andere verhaallijn. Het probleem is dat er natuurlijk geen ’tijd’ is om die verhalen op te bouwen. Ieder verhaal moet zich, zonder te veel voorgeschiedenis, op die ene dag afspelen, en liefst nog heel de tijd spannend zijn ook. Dat geeft soms onsterfelijk belachelijke nevenplots, die in de eerste drie seizoenen bijna steevast bestonden uit De Avonturen van Kim, Jack’s Vluchtende Dochter. Het meest pijnlijke voorbeeld had iets te maken met een donker bos, een berenklem en een hongerige poema. U kent het wel, die typische aflevering van de Looney Tunes.
Verhaallijnen die personages moeten uitdiepen, zijn algauw hetzelfde lot beschoren. Als je het druk hebt met bommen ontmantelen en terroristen martelen, ga je niet even je dochter opbellen om te horen of ze een beter rapport had vandaag. Toch willen de schrijvers hun personages wat meer achtergrond geven dan enkel het leven op CTU, wat dus wil zeggen dat die soaplijnen ook steeds ‘in staat van alarm’ moeten zijn: een neurotisch kind dat net die dag een aanval krijgt, de drugsverslaafde zus van een agent die om geld komt zeuren, baby’s die gedumpt worden op het hoofdkwartier… Het resultaat is meestal eerder misplaatst.
Bovendien merk je in de meeste seizoenen dat 24 afleveringen wel èrg lang is om dit soort van thriller gaande te houden. Ergens halfweg worden de verhalen gerekt met onwaarschijnlijke complicaties. Opdat de kijkers nog zouden kunnen volgen, beginnen de agenten in het CTU-hoofdkwartier plots om het halfuur te vergaderen. Allemaal een beetje spijtig. Volgens mij hadden ze de reeks beter ’20’ of zelfs ’18’ genoemd, maar iets zegt me dat dat niet even vlot geklonken had.
Het grootste gebrek van ’24’ is het feit dat ze hun uiterste best doen om alles heel serieus en ‘levensecht’ voor te stellen. De makers gebruiken hun ‘real time’ concept ook maar al te graag als bewijs voor een ‘realistisch verhaal’. Terrorismebestrijding na 9/11, dat is een heel serieus onderwerp, ziet u. Er zit niet het minste greintje humor of zelfrelativering in de reeks. In werkelijkheid is ’24’ ongeveer even waarheidsgetrouw als de plot van ‘Heroes’. En dan heb ik het niet eens over wat superman Jack Bauer allemaal kan verdragen op 24 uur. Het hoe, wie en wat van de terrorismeverhalen is er gewoon zo ver over, dat het absurd is om hier te gaan doen alsof wat dan ook realistisch voorgesteld wordt.
Met al die commentaar begint mijn recensie ondertussen vrij negatief te klinken, en dat is eigenlijk niet de bedoeling. Sommige ‘dagen’ behoren wel degelijk tot ’the cream of the crop’ van de tv-fictie. ’24’ heeft dan wel een strakke formule met zijn (ieder jaar identieke) voor- en nadelen, maar de manier waarop die formule ingevuld wordt, maakt het soms meer dan de moeite waard. Het tweede seizoen heeft een goed uitgewerkte, relatief eenduidige plot over een atoomaanslag en de mogelijke gevolgen daarvan. Het vierde seizoen heeft een Arabisch gezin als terroristen-van-de-dag en maakt daar complexe, menselijke personages van. En het vijfde seizoen draait om een heerlijke slapjanus van een president. Als je houdt van spannende thrillertv, en je hebt ’24’ nog niet gezien, haal dan seizoenen 2, 4 en 5 in huis. De rest is meer van hetzelfde, maar dan minder goed. En toch ben ik benieuwd naar het komende 7e seizoen, waar een heel positieve buzz rond hangt…