Touch, 2008
De zee is en blijft een bron van mysterie voor
verbeeldingskrachtige bovenkamertjes. Heerst er peis en vree onder
een rimpelloze waterspiegel of verhullen stille waters diepe
zonden?, Worden golven veroorzaakt door stevig feestende vissen of
is het toch gewoon de wind? Filmende diepzeeduikers proberen de
fantasie dan wel te kortwieken, maar gelukkig is er nog Christian
Fennesz. De Oostenrijkse elektronicamagiër grijpt graag naar de
metaforische kwaliteiten van water en ook ’s mans atmosferische
klankschilderijen vormen bodemloze dieptes waarin we
Cousteau-gewijs graag diepzeeduiken. Venice, zijn vorige
plaat, was een verraderlijk moeras en louterend bad tegelijk en dat
is met ‘Black Sea’ niet anders. Hoewel de plaat een minder intense
roes opwekt, komt de knetterende mix van noise en ruis opnieuw tot
aan de lippen. Wie het hoofd boven water kan houden, ontdekt echter
een emotionele odyssee zonder weerga.
In navolging van Sonic Youth en My Bloody Valentine weigert
Christian Fennesz te kiezen tussen noise en melodie. Waar de
genoemde twee acts vooral met gitaren en effectpedalen een dichte
geluidsmist creëren, bedient deze Oostenrijker zich ook van laptops
en andere elektronische snufjes om de scheidingslijnen tussen
soundscape en song te laten vervagen. Op platen als ‘Endless
Summer’ en ‘Venice’ spelen ijle gitaarmelodieën en witte noise een
spel van aantrekken en afstoten. Ze vervlechten symbiotisch met
elkaar om dan weer te ontrafeld te worden. Constructie en
deconstructie die dansen op een slappe koord. Op Cendre, zijn
collaboratie met Ryuichi Sakamoto, liet Fennesz nog een
uitgebaggerde sound horen met nevelslierten van ambient, maar op
‘Black Sea’ komen de mistbanken van ruis en glitch opnieuw
opzetten. Aan u om uw kompas niet op hol te laten slaan!
Dat kan alvast geen probleem vormen met het titelnummer, de
perfecte synthese van het geluidsidioom van deze klankenfetisjist.
Drones, ruis en knisperende elektronica knijpen de hersenstam tot
moes, maar nog voor de ogen wit wegtrekken, zorgt een akoestische
gitaar voor de verlossing. Even herinnert de track aan ‘Transit’,
het nummer op ‘Venice’ met vocals van David Sylvian. Een glimp pure
schoonheid die tergend traag weer vervaagt in een wolk van ruis en
elektronische knetters. Wie denkt dat hij aan cataract lijdt, hoeft
niet te vrezen. Dat is nu eenmaal het effect dat de muziek van
Fennesz sorteert.
In een aantal tracks ruimt verwondering echter jammerlijk plaats
voor een soort comateuze desoriëntatie. Zo maait ‘The Colour Of
Three’ de zorgvuldig opgebouwde sfeer van het titelnummer
onmiddellijk onderuit met repetitieve ambientgolven die
richtinglozer klinken dan het partijprogramma van Vlaams
Progressieven. Fennesz op reservebatterijen, quoi! ‘Glass Ceiling’
is met z’n meanderende samenspel tussen zachte ruis en
gitaarklanken in hetzelfde bedje ziek. Waar ‘Venice’ een
ononderbroken trip vormde, slaagt ‘Black Sea’ er door enkele
wisselvallige tracks niet in om de dromerige roes een plaat lang
vast te houden.
Naast deze losse flodders tekenen zich gelukkig ook de contouren
van enkele uitmuntende hoogtepunten af. De slierbaan richting de
diepste krochten van de psyche in (what’s in a name?) ‘Glide’ is
bijvoorbeeld onontkoombaar. Wat ruis, pulserende elektronica en een
doodeenvoudig synthmotiefje, meer heeft Fennesz niet nodig om tot
op het bot te ontroeren. In tegenstelling tot de zwakke broertjes
van de plaat heeft de Oostenrijker hier echter veel meer een
duidelijk doel voor ogen. Zo ook in ‘Perfume For Winter’ en
‘Vacuum’, twee tracks die door hun grilligere texturen en subtiele
details meer vormen dan louter sfeerschepping. Afsluiter ‘Saffron
Revolution’ overspoelt ons daarna finaal met een gestadig
aanzwellende vloedgolf van noise en verstild snarengepluk.
Die track had de kroon op het werk kunnen zijn, maar ‘Black Sea’ is
niet consistent genoeg om die titel te rechtvaardigen. Fennesz
maakt nog steeds de soundtrack bij dromen die niet in woorden te
vatten zijn, maar de Oostenrijker moet opletten dat hij zelf niet
verdwaalt in wazige stijloefeningen. Voorlopig gunnen we de man
echter nog met graagte het voordeel van de twijfel: ‘Black Sea’
bevat immers nog voldoende stof voor uw nachtelijke
meditaties!