Naar de apotheker gaan om een pakje pleisters en
nooit meer terugkeren. Je dagelijkse sleur, verplichtingen en oude
ik ergens onderweg in de vuilnisbak dumpen en een nieuw leven
beginnen, het liefst ver weg op een zonovergoten strand, waar
vrolijke gedachten nooit kou lijden en de zon onze geest
driedimensionaal verlicht. Iemand anders zijn. Ergens anders zijn.
Wie heeft er nog niet over gefantaseerd, misschien zelfs heimelijk
al eens een masterplan in een schriftje uitgestippeld? Effectief
ook alles achterlaten en je eigen dood veinzen is dan weer
onverantwoord en doet uiteindelijk niemand. Tomas wel. Het
hoofdpersonage uit Patrice Toye’s geslaagde existentiële romance
‘(N)iemand’ zet onze collectieve droom om in werkelijkheid, trekt
de deur achter zijn oude leven dicht en opent die naar een nieuwe,
onbekende bestemming.
Is dit nu later, als je groot bent, datgene waar we als kind van
gedroomd hebben? Volgens de maatschappij is Tomas (Frank
Vercruyssen) met zijn huisje, boompje en tuintje geslaagd in het
leven, maar hij vindt van niet. Zo’n mooie vrouw als Sara (Sara De
Roo) is hij alvast niet waard, hij verwacht elke ochtend een
afscheidsbrief van haar op de keukentafel te vinden. Wanneer de
kans zich voordoet, ontvlucht hij zijn vertrouwde bestaan en opent
hij onder een nieuwe identiteit een bar op een godverlaten
Caraïbisch eiland. Zijn droom wordt al gauw een kleine nachtmerrie
wanneer hij geen enkele klant over de vloer krijgt en er op het
eiland alleen zwaar werk voor een appel en een ei te vinden is. Hij
is bovendien op zijn zachtst gezegd niet echt geliefd onder de
plaatselijke bevolking. Zijn gedachten dwalen vaak af naar zijn
oude leven: zou hij nog kunnen terugkeren? Zou zijn vrouw hem
kunnen vergeven?
Tien jaar is het nu al geleden dat Patrice Toye’s eerste
langspeelfilm ‘Rosie’ en vooral de vertolking van Aranka Coppens
ons danig van ons stuk bracht en nog dagen door ons hoofd bleef
zwerven. In die tien jaar is Patrice Toye natuurlijk veel
veranderd; voor een ‘Rosie, the sequel’ hoeft ze dan ook niet te
vrezen: ‘(N)iemand’ is een heel andere film geworden. Zeker met de
Noor Bjorn Olaf Johannessen aan de schrijftafel, die het
existentiële zoeken van Tomas met de nodige droge humor verlucht. U
hoeft dus niet verbaasd te zijn wanneer Tomas een gesprek aanknoopt
over baarden, met de kakkerlak in zijn bierglas telefoneert of
stervende paarden blijken te bijten. Toye liet zich qua vertelstijl
bovendien inspireren door het werk van Michelangelo Antonioni.
‘(N)iemand’ drijft dan ook voornamelijk voort op een sferische
karakterstudie in plaats van plotontwikkeling en krijgt duidelijk
een metaforisch kantje mee in bepaalde droomsequenties. Scènes die
visueel niet zoveel verschillen van de rest van de film, alsof de
metaforische uitstapjes van Tomas gewoon op één lijn liggen met de
werkelijkheid. De bevreemdende fotografie van afwisselende
close-ups van Tomas en wijde shots van de (eiland)omgeving werken
de droomsfeer alleen nog meer in de hand.
Een man zoekt, maar vindt niet. Het concept van de film is
bedrieglijk eenvoudig, maar wordt in zo’n een originele verpakking
van metaforen en droge humor verpakt, dat dit allesbehalve
voorgekauwde cinema is. ‘(N)iemand’ vraagt zeker om een tweede
kijkbeurt. Ben je nog iemand wanneer je je eigen identiteit
opgeeft? Ben je alleen iemand als je graag gezien wordt? De hele
film is één grote metafoor, misschien zelfs één groot hersenspinsel
van het hoofdpersonage. Wat er ook van aan is, het is een prachtige
film, die overeind wordt gehouden door de straffe vertolkingen van
Frank Vercruyssen en Sara De Roo. Vercruyssen zet een personage
neer waarvan je niet goed weet of je nu medelijden met hem moet
hebben of hem naar de maan moet katapulteren. Hij heeft weinig
inhoud of inzichten in zijn leven, is egoïstisch als de pest en
toont weinig medeleven. Maar met zijn karakterkop weet Vercruyssen
de juiste toon aan te slaan tussen humor en sérieux.
Honderduit vrolijk word je niet van deze identiteitscrisis, maar
naast met weinig woorden veel over onze maatschappij vertellen,
gaat ‘(N)iemand’ ook over de liefde – over ware liefde en hoe daar
soms geen juiste formule voor blijkt uitgevonden. Vooral in de
derde akte is het samenspel tussen Vercruyssen en De Roo zinderend.
Sara’s onderhuidse mix van passie en kwaadheid zoemt bijna als
krekels op de achtergrond, zeker in de scène waarin ze haar ogen
dicht doet terwijl ze haar verdwenen man onder ogen komt. De op het
eerste zicht koele, afstandelijke vertolkingen van Sara De Roo en
Frank Vercruyssen geven de film een dubbele lading mee: wat we de
personages horen zeggen en wat er onder hun schedelpan allemaal
ligt te over te koken.
Ja, wij zijn fan van ‘(N)iemand’. Eindelijk nog eens een film
die op een originele manier tot nadenken stemt en toch niet te ver
van ons bed is. Patrice Toye bewijst trouwens dat gesproken
Nederlands in films niet altijd onnatuurlijk moet aanvoelen. Dat
alleen al maakt ons van kop tot teen content.