Acht jaar na het uiteenvallen van Unbelievable Truth krijgen we opnieuw een teken van leven van die andere getalenteerde Yorke. Dat is goed nieuws, want Simple knoopt opnieuw aan bij de ijzersterke songschrijfkunst van Almost Here, het debuut van zijn vroegere bandje dat we niet genoeg kunnen prijzen.
”Maar wat vind je dan niet fijn aan in een band zitten? Dan sparen we je daarvan!”, vroegen zijn bandleden bijna wanhopig toen Andy Yorke ergens midden in de jaren negentig voor het eerst wilde stoppen met zijn bandje Unbelievable Truth. “Opnemen. Vergaderen. Het idee dat we clips moeten maken. Moeten poseren voor een fotograaf.” klonk het antwoord dat weinig ruimte voor onderhandelingen bood. Yep, Andy was een echte Yorke.
Maar Andy kwam terug en Unbelievable Truth debuteerde uiteindelijk in 1998 met het erg mooie Almost Here.Dat moet trouwens één van de meest onderschatte platen van de jaren negentig zijn, want broertje Yorke werd maar wat schamper onthaald in de muziekwereld. Post-Ok Computer werd dat sublieme debuut geringschattend op de stapel “Radioheadache” gegooid; samen met onder andere Kent, mocht u zich die nog herinneren. Foutje, en een groot, want in tegenstelling tot de muziek van die Zweden staat dat debuut ook tien jaar later nog steeds als een huis.
Het voordeel aan Andy Yorke is immers dat hij het publiek wel degelijk een mooi liedje wil laten horen en geen last heeft van de acute opstoten van obscurantisme, die zijn broer zo kenmerken. Hij blinkt zijn songs tot pareltjes op, biedt ze verlegen aan het publiek aan en vlucht dan in de coulissen voor het applaus dat wel moet volgen. Want wat een stem heeft die man en wat een heerlijke melodieën verzint hij. Ook Simple bulkt opnieuw van de bloedmooie zanglijnen.
Deze plaat is vooral het relaas van iemand die enkele jaren door de wildernis is gegaan en nu opnieuw het licht ziet. “Alsof ik me na jaren dwalen realiseerde dat de weg uit het bos maar enkele meters verder lag”, verklaarde hij op De Nachten nog voor onze microfoon. Daarover gaat ook “Found The Road”. Het is dan ook geen toeval dat de plaat opent met de woorden “Know That It’s Simple”. Het is een waarheid die de zanger maar al te vaak uit het oog verloor in het verleden.
Met oud-Unbelievable Truthlid Nigel Powell in de producerstoel mag het ook geen wonder heten dat het geluid van Almost Here volledig in ere hersteld wordt. Het is een overwegend akoestisch universum, waarin arrangementen subtiel zijn, strijkers alle pathos schuwen en drums rustig op de achtergrond voor stuwing zorgen. Het is muziek die alle effecten schuwt. Noem het: de anti-Coldplaysound. Neem iets als “Lay Down”; een stapvoetse song waarin een cello voor de diepere tonen zorgt, maar er nooit naar een goedkope catharsis wordt opgebouwd. Yorke is een binnenvetter; hij houdt alles nét binnen de lijntjes zonder dat het glad aanvoelt. Daarvoor brengt hij alles toch met te veel passie.
Tussen al het rustige gesingersongwrite door, pakt Yorke ook uit met een paar ijzersterke popsongs. “Rise And Fall” heeft het soort weerhaken die zelfs chirurgisch niet te verwijderen zijn (vandaar dat we op de meest ongelegen momenten in geneurie uitbarsten, schat), en ook “One In A Million” heeft een melodie die moeilijk af te schudden is. Het zijn proeven van meesterschap, net als de langzaam aanzwellende afsluiter “Ode To A Friend”.
”Come on I tell you, be strong, come on/We’re not just where we started from/ready for another rise and fall” pept Yorke zichzelf op in “Rise And Fall”. En neen: in een tijd waarin Coldplay het mooie weer maakt, moet het voor een gelouterde Yorke ook nog mogelijk zijn om deze keer zijn draai te vinden en een publiek te scoren. Als we niet zo zeker wisten dat het wel het laatste is waar hij op zit te wachten, wensten we hem een vol Sportpaleis toe.