AB,
Brussel, 9 november 2008
Cold War Kids is zo’n band die je pas helemaal kan appreciëren
wanneer je hem live aan het werk ziet. Zowel op hun debuutplaat
‘Robbers and Cowards‘ als op de recent verschenen
opvolger ‘Loyalty to Loyalty‘ staan een aantal steengoede
nummers, maar de albums in hun geheel zullen de luisteraar niet zo
gemakkelijk van hun sokken blazen als de optredens van het kwartet
uit California. Vorig jaar verzorgden ze in de AB samen met Elvis
Perkins het voorprogramma van Clap Your Hands Say Yeah (en bleken
ze overigens stukken beter dan het hoofdprogramma) om enkele
maanden later zelf als hoofdact het podium van de Botanique te
betreden (in een schitterende symbiose met spoken word
artiest Derrick Brown) en onze festivals aan te doen, telkens met
groot succes. Het mag dan ook niet verwonderlijk zijn dat we ook
dit keer met geen stokken weg te houden waren van de Ancienne
Belgique.
Als voorprogramma kregen we Roadburg, een Limburgs
vijftal dat onder meer finalist was in Humo’s Rock Rally. Echt
bekend zijn ze (nog) niet, maar ze hadden niettemin een overtuigde
fanbasis naar de AB gelokt. Een van hen vertelde enthousiast dat we
ons konden verwachten aan veel goede muziek en ‘mjammie’ bandleden.
Kwestie van de interesse te wekken.
Binnen de groep was er duidelijk weinig plaats voor originaliteit
qua kapsels en brilmonturen, maar gelukkig wel voor leuke muziek.
De nog erg jonge band bracht een aangename mix van verschillende
genres en valt nog het best te omschrijven als een succesvol
huwelijk tussen Death Cab For Cutie en Tokyo Police Club. Niet alle
nummers waren even onvergetelijk, maar het potentieel is er
duidelijk wel. Wat ons het meeste bijblijft zijn de originele
keyboardpartijen en de gewaagde maar geslaagde inbreng van
saxofoon.
In tegenstelling tot Clap Your Hands Say Yeah vorig jaar, slaagden
Cold War Kids er echter wel in om hun plaats als
hoofdact te verantwoorden.
Dat ze daarin zouden slagen, was duidelijk van bij het eerste
nummer. Met ‘Every Valley Is Not A Lake’ van op de nieuwe plaat
‘Loyalty To Loyalty’ werd de juiste toon meteen gezet. Er zijn een
aantal verschillen merkbaar tussen het debuut en de nieuwe cd, maar
wat hetzelfde is gebleven, is de heerlijk ouderwetse Amerikaanse
sfeer die net in de juiste mate als een fijn laagje lak op alle
nummers is aangebracht.
Om er zeker van te zijn dat iedereen zich thuis zou voelen, werd
hierna de oude hit ‘We Used To Vacation’ opgediept. Het gevoel dat
dit nummer opwekt wanneer zanger Nathan Willett plaatsneemt achter
de piano en zich volop inleeft in zijn rol van onverbeterlijke
alcoholist is nog steeds even grandioos als toen we hem deze song
voor het eerst zagen performen.
Wat volgde was een drietal nieuwe nummers. Het was een verstandige
keuze van de Kids om ‘Mexican Dogs’ en single ‘Something Is Not
Right With Me’ zo vroeg in de set te plaatsen. Eerstgenoemde is een
rauwe rocker die geknipt is voor liveshows, laatstgenoemde is dan
weer een gedoodverfde hit en een nieuwe meebruller in de trant van
‘Hang Me Up To Dry’.
De derde nieuwe op rij was het bluesy ‘Every Man I Fall For’ dat
een rustpunt in de set inluidde. Erna kwam immers het ouwe getrouwe
‘Robbers’ – zoals gewoonlijk een hoogtepunt in de set. Vorig jaar
in de Botanique zorgde het nummer voor een magistraal moment toen
de lichten gedoofd en de zaklampen aangeknipt werden en het nummer
knap rondom een stuk van hierboven reeds vernoemde spoken
word artiest Derrick Brown heen gebouwd werd. Dit keer was
Derrick Brown er niet bij, maar de zaklampen gelukkig wel. Zo kreeg
‘Robbers’ dan toch opnieuw de prachtige atmosfeer die een nummer
van dergelijk kaliber volledig verdient.
Meteen volgde een ander hoogtepunt in de vorm van het gloednieuwe
‘Coffee Spoon’, een song die ons nu al doet uitkijken naar Cold War
Kids’ derde telg.
Voorlopig kunnen we ons echter nog wel sussen met de nummers die nu
reeds voorhanden zijn. Met het ijzersterke ‘I’ve Seen Enough’
bijvoorbeeld, zeker na de gepassioneerde versie die we in de AB te
zien en te horen kregen.
Voortreffelijke nieuwe liedjes zijn echter geen reden om oude
publiekslievelingen op te bergen, wat de laaiend enthousiaste
respons op ‘Hang Me Up To Dry’ klaar en duidelijk maakte.
Na nog een drietal gesmaakte nieuwkomers (‘Relief’, ‘Dreams Old Men
Dream’ en ‘Welcome To The Occupation’) volgden het ietwat
overbodige ‘Quiet, Please!’ (van op The Mulberry Street EP) en het
absolute hoogtepunt van de set: ‘Hospital Beds’.
Het nummer is onbetwistbaar het beste dat de band al gemaakt heeft
en waarschijnlijk ooit zal maken. De trieste tekst en sinistere
pianoklanken maken het een beetje luguber om uit volle borst ‘put
out the fire on us’ mee te schreeuwen, maar misschien is het net
dat wat de song tot zo’n onvergetelijke ervaring maakt. Een
letterlijk kippenvelmoment.
Slechts één nummer hadden we echt gemist doorheen de set, dus ons
geluk kon niet op toen Cold War Kids hun bis afsloten met ‘Saint
John’. Opnieuw: het is een beetje gloomy om compleet uit
je dak te gaan op de tonen van een nummer over gedetineerden maar
ach, hoe kan je ook anders wanneer de muziek zo goed is?
Cold War Kids is de ideale liveband. Wanneer ze het podium
betreden, hangt de muzikaliteit overal in de lucht. Nummers die op
plaat niet zo veelzeggend lijken, worden steevast aangevuld met de
missende puzzelstukjes die nog nodig waren om ze echt tot hun recht
te doen komen. Een niet te missen ervaring!
‘Loyalty to Loyalty‘ van Cold War Kids is nu uit bij
V2.
(Afbeeldingen Cold War Kids)