In het drieluik Sad Face/ Happy face nemen Jan Lauwers en Needcompany achtereenvolgens het verleden (De Kamer van Isabella) en de toekomst (De Lobstershop) onder handen. Als derde deel van de trilogie confronteert Het Hertenhuis ons met het heden.
Lauwers zelf beschrijft zijn stuk als een ’moderne tragedie’. In het eerste tafereel zien we een rondreizend gezelschap achter de schermen aan het werk. Tijdens de tweede akte, het ’stuk-in-het-stuk’, probeert een familie zich te handhaven in tijden van oorlog. Beide groepen worden voorgesteld in het beschermende interieur van hun vertrouwde omgeving, de acteursloge en het hertenhuis. Maar toch sijpelt het drama van buitenaf hun wereld binnen.
Tijen Lawton, een van de danseressen, heeft pas te horen gekregen dat haar broer, Kerem Lawton, als oorlogsfotograaf in Kosovo om het leven is gekomen. Bij het begin van de voorstelling vernemen we al dat dit waar gebeurde feiten zijn. Jan Lauwers’ hersenspinsels zijn vervolgens met de realiteit aan de slag gegaan. Aan de hand van een fictief dagboek wordt in het tweede deel een verhaal gereconstrueerd dat de dood van Kerem opnieuw in scène zet.
Dit is het verhaal van ’Het Hertenhuis’. Een oud jagershuis dat een bonte familie herbergt in een feeëriek decor. Ook voor deze familie, die leeft van de hertenkweek, is het moeilijk om te ontsnappen aan de gevolgen van de oorlog. Maar even belangrijk is de impact van de verbeelding die het tragische bijstuurt en draaglijker maakt. Verhalen worden ter plekke uitgegomd en opnieuw vormgegeven. Pastelkleurige herten vallen uit de hemel, en overledenen staan uit de dood op om te discussiëren over banale en gewichtige onderwerpen.
De grenzen van het theatrale, van wat kan en niet kan op een podium, worden door Needcompany voortdurend verkend en uitgedaagd. De acteurs combineren tekst, dans en musical met elkaar, stappen geregeld uit hun rol om te reflecteren over de voorstelling, of repliceren de meest serieuze vragen met de triviaalste antwoorden. Een beladen moment kan in enkele seconden in lichtheid verdampen. Voor de toeschouwer is dit verrassend, maar vaak ook bijzonder verwarrend en vermoeiend.
Uiteindelijk grijpen beide verhalen in elkaar. Tijen Lawton, die in het stuk zichzelf speelt, treft haar fictieve broer dood aan tussen de andere lijken in het hertenhuis. Haar intense verdriet bezorgt ons een vreselijk ongemakkelijk gevoel, omdat we vermoeden dat dit verdriet ooit echt geweest is. Op een voyeuristische manier zijn we getuige van een reconstructie van authentieke pijn. Maar dikwijls weten we gewoon niet meer waar het gaat om echt of onecht, drama of humor, lachen of wenen, en blijven we ergens tussenin steken.
Hoe langer hoe meer beseffen we dat het misschien niet het geluk is, maar net de tragiek die de bewoners van het hertenhuis verbindt. Om daarmee om te gaan, hebben ze een eigen code ontwikkeld die laveert tussen harde werkelijkheid en sprookjesachtig denken. Hoe lang alles nog zal standhouden, is niet zeker. Een heftige ijsstorm is op komst, en de wanden zijn flinterdun.
Hetzelfde gaat op voor de kracht van het stuk, die ons nu eens bij ons nekvel grijpt, en dan weer kopje onder dreigt te gaan in de veelzijdigheid.
Voor de speeldata van Het Hertenhuis en Sad Face/ Happy Face in België en Europa, kan je terecht op de website van het gezelschap.