Delta




Om maar meteen met de taboe’s in het heilige huisje
te vallen: ‘Delta’ zou wel eens de ‘mooiste’ incestfilm ooit kunnen
zijn. Voor u ons begint uit te schelden voor de
vetzakskes die we ongetwijfeld zijn, moeten we er wel bij
vermelden dat de Hongaar en festivallieveling Kornél Mundruczó
(laatst gezien met ‘Johanna’, een hervertelling van het Jeanne
d’Arc-verhaal) zijn controversieel onderwerp niet aanpakt als het
seksueel deviant gedrag zoals we het kennen. Wel integendeel, met
‘Delta’ probeert de regisseur net de geconditioneerde normen van de
maatschappij te overstijgen om een grotere en veel zuiverdere
waarheid te achterhalen. De artistieke Hongaar brengt het allemaal
een tikkeltje te hoogdravend en arty farty – daarvoor is hij dan
ook een artistieke Hongaar – maar de prachtige natuurbeelden van
het deltagebied aan de Donau zorgen voor een zelden geziene
poëtische pracht waar Terrence Malick graag bij zou geweest zijn.
Een fascinerende mijmerfilm om eens goed bij weg te zweven, liefst
in het gezelschap van uw aantrekkelijke zus of broer.

Een zwijgzame jongeman (Félix Lajkó) keert na jarenlange
afwezigheid terug naar zijn geboorteplaats: een afgesloten
gemeenschap omringd door eindeloze waterwegen en groene, vruchtbare
gebieden. Hij is van plan er zich voorgoed te settelen en begint er
een huis te bouwen aan de waterkant. Wanneer hij zijn moeder
terugziet, ontmoet hij voor de eerste keer zijn mooie, maar
verlegen zus (vaste Kornél-actrice Orsolya Tóth). Een vreemde
kennismaking die nog veel vreemdere gevoelens opwekt bij de twee.
Terwijl de inwoners van het geïsoleerde dorp met argusogen de
nieuweling in de gaten houden, beslist de zus om in te trekken bij
haar broer. Een beslissing die echter niet aanvaard wordt door de
ruwe stiefvader, die met afkeurende walging reageert op de ongewone
relatie tussen broer en zus.

Een als allegorie verpakt liefdesverhaal tussen een broer en een
zus, daarvoor moet je wel de Oost-Europese contreien opzoeken. Met
een secuur uitgekiende beeldvoering, een
laat-het-allemaal-maar-eens-rustig-bezinken tempo en veelzeggende
zwijgzame stiltes tussen de personages, daagt Kornél Mundruczó de
kijker uit om wakker te blijven en deel te nemen aan zijn
metafysisch experiment dat meer vragen dan antwoorden aanreikt. Zo
hoort dat nu eenmaal bij het soort meerwaardecinema waarbij je twee
weken later nog symbolische betekenissen te binnen kunnen schieten
– zeker wanneer je op het toilet zit en geen roddelblaadje bij de
hand hebt. Ik kijk er alvast naar uit.

Als ‘Delta’ eruit ziet alsof er lang en uitvoerig over nagedacht
is, dan is dat ook deels te wijten aan de ongelukkige draaiperiode
die halverwege moest worden stopgezet omdat de origineel gecaste
hoofdacteur stierf aan een hartaanval. Kornél Mundruczó moest een
nieuwe hoofdrolspeler zoeken, zonk nog dieper in filosofische
gedachten en kwam uiteindelijk naar buiten met een paar niet
evidente stellingen. Kan je incest uit de maatschappelijke context
nemen en het aanschouwen als iets natuurlijk, iets dat we eigenlijk
allemaal naar hunkeren, maar het – gelukkig – onderdrukken door de
vele regels en waarden die ons werden bijgebracht? Is de liefde
tussen een broer en een zus eigenlijk niet de ultieme bevrijding
van onze existentiële crisis om eenheid te vinden met zichzelf?
Mundruczó zal het zeker niet ontkennen en legt vooral de hypocrisie
van de maatschappij – hier gerepresenteerd door de vuile
smoelen
van het geïsoleerde dorp, met de vetzak van een
stiefpa op kop – op de rooster. Maatschappij en normen zijn
verraderlijk, bevooroordeeld en gefrustreerd, terwijl iedereen die
er aan wil ontsnappen alleen maar als tragisch slachtoffer kunnen
eindigen. Neen, ‘Delta’ is geen zoete appel om in te bijten, maar
een moeilijk te pellen pompelmoes die dan nog eens behoorlijk
bitter blijkt te smaken.

Mundruczó kiest vanzelfsprekend voor een terug-naar-de-natuur
kader om zijn onconventioneel liefdesverhaal aan op te hangen en
het moet gezegd, de natuuromgeving van het deltagebied past perfect
bij het plaatje en is een lust voor het oog. Alles krijgt een
warme, groene gloed, vele shots zijn dan nog eens genomen bij het
dankbare magic hour en de ongebreidelde en
oncontroleerbare waterlopen geven op doordachte wijze de
gemoedstoestand van het verdoemde koppel weer. Je kan zaniken over
de pretentieuze content die alleen maar zijn nut zal bewijzen voor
overijverige thesisstudenten, maar visueel gezien is ‘Delta’ een
klein meesterwerkje.

De regisseur laat tussen de vele kabbelende momenten – nooit
gedacht dat een huis bouwen zo lang kon duren – een
onheilspellende, maar ook sensuele spanning kruipen, die al vanaf
de openingsscène aanwezig is met op de achtergrond het akelige
geluid van een net gekeeld varken. Geluid is belangrijk, want naast
de bezwerend mooie muziek van hoofdrolspeler Félix Lajkó, zorgen de
geluidseffecten voor een krachtige ondersteuning voor wat zich op
het scherm afspeelt. De geluiden van kikkers en ander
waterongedierte die de broer en zus gezelschap houden in hun gammel
hutje en het harde industrieel geluidslandschap tijdens de
verkrachtingsscène zijn hier mooie voorbeelden van. Die je-kan-er
moeilijk-naast-kijken verkrachting wordt trouwens knap in beeld
gebracht met een very very very wide shot, afgerond met
een confronterende close-up. De op elegische tonen passerende
begrafeniskaravaan is nog zo’n visueel huzarenstukje dat als een
welkome beloning voor het geduld langs komt varen. Een moment dat
later in een overtreffende trap van symboliek aansluiting zal
vinden bij de slotscène. De allermooiste shot behoort echter toe
aan de teentjes van Orsolya Tóth in dé bevrijdende sleutelscène van
de film.

Het bloedmooi in beeld gebrachte, maar bijna achteruit
kabbelende ‘Delta’ is een vette kluif voor het arthousepubliek.
Hypnotiserend trage beelden die met een diep doordachte
mise-en-scène langs het scherm zweven, een bevreemdende sound- en
geluidstrack die nog lang na de aftiteling in de oren blijft suizen
en een taboedoorbrekend onderwerp waar diepzinnig over gepalaverd
kan worden op het hoogste existentiële niveau. Met een verfijnd
glaasje wijn, natuurlijk.

Met:
Félix Lajkó, Orsolya Tóth, Lili Monori, Sándor Gáspár
Regie:
Kornél Mundruczó
Duur:
92 min.
2008
D-HON
Scenario:
Yvette Biro en Kornél Mundruczó

verwant

Pieces of a Woman

De zalen blijven nog steeds dicht en dus wachten...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

David Bowie :: EART HL I NG

Beste album ooit !

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in