Androgyne persoonlijkheden zijn er te over in de muziekwereld, een tijdlang kon je het wel vergeten om nog aan de bak te komen bij het andere geslacht als je niet minstens een beetje met je eigen seksuele identiteit speelde. Niemand, op transseksuelen en castraten na dan, heeft het echter zo ver doorgedreven als Joel Thibodeau.
In alle reviews die zijn debuut Stay Close vergezelden werd minstens één keer melding gemaakt van Thibodeaus stemgeluid en ook deze review ontsnapt er niet aan: Thibodeau zingt als een wijf. Laat een onschuldige voorbijganger een nummer horen en u mag er uw kop op verwedden dat hij of zij geloven zal dat hier een vrouw de zang voor haar rekening neemt. Eentje die bovendien met een kleurrijke en warme stem gezegend is. Een gimmick kan het dus bezwaarlijk genoemd worden en humoristisch of schabouwelijk al helemaal niet. Thibodeau zingt de (vrouwelijke) concurrentie moeiteloos naar huis zonder ook maar een seconde verwijfd of geaffecteerd te klinken.
Maar Thibodeau is meer dan zijn stem, al heeft die hem dan op zijn debuut geen windeieren gelegd. Stay Close charmeerde en beloofde namelijk zonder het echt waar te maken. Een zanger met een minder confronterend stemgeluid zou ongemerkt tussen de plooien gevallen zijn. Dat een volwaardig oeuvre echter niet enkel op een gimmick gebouwd kan worden, weet zelfs het kleinste kind. Nothing Is Precious Enough For Us is met andere woorden de echte vuurproef voor Thibodeau.
Opener “Block My Eye” laat meteen horen hoezeer twee zielen in Thibodeaus borst in harmonie samenleven: de geest van oude country-, folk- en bluesopnames (Harry Smith’s Anthology blijft het referentiekader) leeft in het nummer dat tezelfdertijd niet anders dan in deze eeuw geschreven kan zijn. Vanuit dat oogpunt borduurt hij duidelijk voort op de songs van zijn debuut, alleen heeft hij nu eindelijk zijn “stem” gevonden. De nauwelijks ingekleurde country/folkrock wordt van voldoende schaduwtinten voorzien om het album niet tot een monotoon grijs vlak te verdoemen.
Thibodeaus engelachtige stem klinkt bovendien niet alleen vrouwelijker dan tevoren, maar ook en vooral alsof ze opgenomen is in een ouder en eenvoudiger tijdperk dat enkel in de geesten van ouden van dagen en nostalgici voortleeft; daar waar het zich van alle hinderlijke (en realistische) ballast heeft kunnen verlossen. Geen wonder dat “Jitterakadie” een onschuldige speelsheid, maar ook een knipogende humor heeft die alleen terug te vinden is in die eerste komische filmpjes, toen de cynische zwartkijkerij en ironische alwetendheid zich nog niet zo ostentatief vertaald had naar het witte doek.
Met het in saloons en burlesk houses grootgebrachte “The Widening” levert Thibodeau zijn eerste hoogtepunt af. De op ragtime geïnspireerde track laat de piano en strijkers het tempo en de melodie bepalen waardoor het nummer automatisch iets tragikomisch krijgt en alle aanwezige rouwdouwers, dronkelappen en vals spelende pokerverslaafden voor zich wint. Op eenzelfde elan gaan ook “Bruno’s Torso” en “Obadiah In Oblivion” verder, en krijgt de plaat opeens een opgewektere toets mee.
Door daarna met “Exploded View” (een countryballad die uitkijkt over weidse steppes) en “Fences Around Field” gas terug te nemen zonder de dynamiek uit het oog te verliezen, bewijst Thibodeau bovendien dat hij verdomd goed nagedacht heeft over de tracklist. De laatste vier nummers (“Peninsula”, “Circa”, “Belt Of Foam” en een titelloos nummer) strijden immers opnieuw om de begeerde titel van “sublieme verstilde country(folk)”. Thibodeau werkt haast achteloos naar een hoogtepunt toe waarna hij de plaat zacht laat uitdoven.
Het laatste woord over Thibodeau en in het bijzonder zijn unieke stemgeluid, sommigen gewagen van een prepuberale sopraan, is nog lang niet gezegd of geschreven. Maar met Nothing Is Precious Enough For Us heeft hij zichzelf wel eigenhandig van novelty act bevrijd. Death Vessel mag met opgeheven hoofd een plaatsje opeisen tussen de vele andere country(folk)troubadours, zijn plaatsje op podia allerhande heeft hij dankzij deze plaat in de eerste plaats aan zijn muziek te danken.